Met „het strengste asielregime ooit” belooft het kabinet-Schoof in het regeerprogramma de asielmigratie te beteugelen. En in Den Haag is bijna iedereen, van rechts tot links, het erover eens dat in elk geval ‘iets’ moet gebeuren. Maar in de discussie over het ‘hoe’ (kiest het kabinet voor staatsnoodrecht of een spoedwet?), sneeuwt het ‘wat’ onder.
Pas op vrijdag, na de laatste ministerraad voor het herfstreces, zou bekend kunnen worden of het kabinet en de coalitie overeenstemming kunnen vinden over de manier waarop de beoogde asielmaatregelen ingevoerd kunnen worden. „Je moet zaken altijd aanpakken bij de bron”, zei minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) afgelopen dinsdag tijdens het wekelijkse vragenuurtje in de Tweede Kamer. „De bron is dat we een te hoge instroom hebben.
” Maar juristen en migratie-experts zetten grote vraagtekens bij de slagkracht van de asielmaatregelen uit het regeerprogramma – zeker met het oog op het beperken van de asielcijfers. De meeste maatregelen gaan over zaken die met de Vreemdelingenwet worden geregeld. Daar is nu het meeste om te doen, omdat het kabinet deze wet via het noodrecht buiten werking wil stellen.
In plaats daarvan wordt dan nieuw beleid in ‘algemene maatregelen van bestuur’ gegoten, waarover het parlement niets te zeggen heeft. Enkele beoogde maatregelen springen in het oog. Zoals het afschaffen van de permanente asielvergunning en het schrappen van het nareisrecht voor jongvolwassen kinderen van statushouders.
En het afwijzen van een aanvraag als een asielzoeker niet komt opdagen bij het gehoor met de Immigratie- en Naturalisatiedienst. De ruimte voor het kabinet om asielmaatregelen te nemen, „is heel klein”, zegt emeritus hoogleraar immigratierecht Peter Rodrigues (Universiteit Leiden). Het nationale asielrecht bestaat voor het grootste deel uit Europese regels.
Neem de Vreemdelingenwet: het gros van de bepalingen is gebaseerd op Europese richtlijnen. Bovendien staan Europese wetten en regels altijd boven nationaal recht en beleid. Toch ziet Rodrigues drie maatregelen in het regeerprogramma die juridisch vallen te verdedigen: het afschaffen van de voornemenprocedure, het afschaffen van nareisrecht voor meerderjarige kinderen en het schrappen van de permanente verblijfsvergunning.
Of het „mensen die echt bescherming zoeken” gaat tegenhouden? Hij vraagt het zich sterk af. Op het gebied van nareis van meerderjarige kinderen is Nederland soepeler dan wat Europese regels voorschrijven, zegt immigratiejurist Mark Klaassen. Op dat vlak is strenger beleid dus mogelijk, al zullen nog steeds statushouders hun jongvolwassen kinderen hiernaartoe willen halen.
Ze zullen zich dan beroepen op het recht op familieleven, dat geregeld is in het Europese mensenrechtenverdrag. Het kabinet kan dit verdrag niet naast zich neerleggen, ook niet als het staatsnoodrecht van toepassing is. De IND moet dan toetsen of de afwijzing in strijd is met het recht op familieleven.
Klaassen: „Dat is een veel ingewikkeldere afweging.” Afgelopen vijf jaar werden iets meer dan vijfduizend nareisaanvragen voor meerderjarige kinderen ingediend, blijkt uit IND-cijfers. De dienst heeft nog niet alles in behandeling kunnen nemen, maar op iets minder dan de helft hiervan kwam een positieve beoordeling.
De permanente verblijfsvergunning afschaffen is volgens Rodrigues en Klaassen mogelijk, maar ook hier kunnen statushouders zich beroepen op de Europees geregelde ‘langdurig ingezetenenstatus’. Een statushouder moet dan bewijzen dat hij werk en voldoende inkomen heeft. In de huidige situatie ligt dat anders: de IND beoordeelt na vijf jaar alleen of iemand nog recht heeft op asiel en is ingeburgerd.
Sinds 2021 werd ongeveer 80 procent van de in totaal ruim veertigduizend aanvragen voor een permanente vergunning positief beoordeeld. Als de IND van plan is een aanvraag af te wijzen, dan krijgt de asielzoeker nu eerst de gelegenheid daarop te reageren. Dit komt het negatieve besluit ten goede, zegt emeritus hoogleraar Rodrigues, omdat het dan beter in elkaar zit.
Een asielzoeker moet met sterke argumenten komen als hij naar de rechter stapt. In 2023 oordeelde de IND in ruim een derde van de gevallen alsnog positief. Ook moest de IND aan het eind van dat jaar nog op ongeveer 22.
000 bezwaarschriften reageren. Als de voornemenprocedure wordt afgeschaft, zullen asielzoekers vaker naar de rechter stappen. Rodrigues voorziet een verdere belasting van de IND en rechtbanken.
De maatregelen die het kabinet wil nemen, zien Rodrigues en Klaassen, raken alleen asielzoekers die hun weg naar Nederland al hebben gevonden. Hetzelfde geldt voor het afwijzen van aanvragen van asielzoekers die niet komen opdagen bij interviews met de IND. Immigratiedeskundige Klaassen kan zich voorstellen dat het kabinet hieraan paal en perk wil stellen.
Vooral asielzoekers uit veilig verklaarde landen zouden dit doen om de asielprocedure te vertragen. Exacte cijfers zijn niet beschikbaar, blijkt uit navraag bij de IND. Klaassen merkt op dat het EU-recht een beperkt aantal redenen noemt voor het afwijzen van een aanvraag.
Niet-opdagen bij een gehoor „staat daar niet bij”, oordeelde ook de Nederlandse Orde van Advocaten eerder deze maand in een rechtsstatelijke toets van het regeerprogramma . Maar niet alles wat het kabinet wil aanpakken, staat in de Vreemdelingenwet geregeld. Met een „tijdelijke asielcrisiswet” moet de „acute asielinstroom en opvangcrisis” verder bestreden worden.
De tijdelijke wet, die nog moet worden ingediend en behandeld door het parlement, moet zeker twee jaar gelden. Het kabinet wil via deze weg bijvoorbeeld de behandeling van asielaanvragen opschorten en de spreidingswet intrekken. De Vereniging Nederlandse Gemeenten, VluchtelingenWerk en andere betrokkenen waarschuwen veelvuldig dat de crisis in de opvang niet wordt opgelost met het intrekken van de spreidingswet.
Die werd begin dit jaar ingevoerd om asielzoekers eerlijker over gemeenten in het hele land te verdelen. Parallel hieraan wordt gewaarschuwd tegen de „asielbeslisstop”. „Je hebt nu al een enorme wachtrij bij de IND”, zegt Klaassen.
„Zo creëer je een grotere berg aan aanvragen, met nog meer mensen in de opvang. Bovendien verplicht het EU-recht lidstaten om asielaanvragen ‘zo spoedig mogelijk’ af te ronden.” Europese regels schrijven voor dat de IND binnen zes maanden moet beslissen of iemand een asielvergunning kan krijgen.
Deze termijn is sinds september 2022 met vijftien maanden verlengd. „Nederland maakt al maximaal gebruik van de rek die erin zit”, merkt Rodrigues op. De wachttijd voor gezinshereniging bedraagt inmiddels 87 weken .
Bovendien is voor zelfs de hoogste bestuursrechters van de Raad van State onduidelijk „of en hoe vaak” minister Faber ,, aansluitend gebruik mag maken van de bevoegdheid om de beslistermijn voor asielverzoeken te verlengen”. In dat licht is het Hof van Justitie in Luxemburg om opheldering gevraagd , dat nog antwoord moet geven. Polen kondigde eerder deze maand een asielstop aan, dat op begrip kan rekenen van Europese leiders.
Daar kan Rodrigues, die naar de letter van de wet kijkt, niet zo veel mee. „Kennelijk is politiek bedrijven wat anders dan kijken wat juridisch mogelijk is”, zegt hij. Het is maar de vraag of Nederland op dezelfde politieke steun in Europa kan rekenen.
Ook dit kabinet staat voor de ingewikkelde taak om uitgeprocedeerde asielzoekers te laten vertrekken. Faber wil dit „zoveel mogelijk, ook gedwongen”. Zo moesten in 2020 ruim 14.
600 mensen worden uitgezet, van wie 4.000 vrijwillig of gedwongen vertrokken. In dat jaar verdwenen 6.
800 uitgeprocedeerde vreemdelingen van de radar, de overheid weet niet waar deze mensen zich bevinden. Dit jaar werd tot en met september voor bijna 13.000 mensen beslist dat ze uit Nederland moeten vertrekken: zeker 4.
680 vertrokken met medeweten van de overheid, ruim 4.200 verdwenen van de radar. Hoe Faber deze cijfers wil opkrikken, is nog niet bekend.
Hoeveel asielzoekers uit Nederland weg zullen blijven zodra al deze maatregelen worden ingevoerd? „Dat gaat heel erg tegenvallen”, denkt immigratiedeskundige Klaassen. Hij benadrukt dat de meeste maatregelen „geen rechtstreeks verband” laten zien met „keuzes die mensen maken om naar Nederland te komen”. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de aanwezigheid van familieleden en mensen uit dezelfde sociale groep het sterkste bepalen of iemand hiernaartoe komt, dus niet hoe soepel of streng het asielbeleid wordt ervaren.
„Alles ademt een sfeer uit die migrantonvriendelijk is”, merkt Rodrigues op. Ook Klaassen denkt „dat al deze maatregelen beogen het hier nét iets ellendiger te maken voor asielzoekers die moeten kiezen tussen Nederland en België”. Maar met het oog op het aanzienlijk terugdringen van de aankomstcijfers „stelt het allemaal niet zoveel voor”.
.
Bovenkant
Strengere asielmaatregelen? ‘Kennelijk is de politiek niet bezig met wat juridisch mogelijk is’, zegt de expert
Al weken bespreekt de coalitie via welke route asielmaatregelen te nemen: via het noodrecht of via een andere juridische route. Wat houden de plannen waarmee asielminister Faber denkt de instroom te verminderen eigenlijk in?