Stayokaydirecteur: ‘Het is onterecht om budgettoeristen de schuld van overlast te geven’

featured-image

Moet Amsterdam kiezen voor rijke toeristen of blijft er ruimte voor de backpackers en families met een kleiner budget? Stayokay-directeur Marijke Schreiner: ‘Backpacken in Azië vinden we prima, maar als Aziaten hierheen komen, klagen we.’ Marijke Schreiner, directeur van Stayokay, wil één ding meteen duidelijk maken: het zijn niet de budgettoeristen die de grootste overlast in de stad veroorzaken. In de ruim vijftien jaar dat ze de leiding heeft over hostelketen Stayokay is dit een hardnekkig stereotype gebleken waar ze steeds weer tegen moet opboksen.

De aanleiding voor haar pleidooi is de discussie die momenteel in de Amsterdamse politiek woedt. In 2021 stemde de gemeenteraad in met een voorstel om jaarlijks de limiet van maximaal 20 miljoen toeristische overnachtingen niet te overschrijden. Maar elke prognose laat zien dat dit aantal de komende jaren ruimschoots overschreden zal worden.



Op het stadhuis draait het nu om de vraag welke maatregelen later dit jaar genomen moeten worden om onder die grens van 20 miljoen te blijven. De VVD wil zich richten op het aantrekken van ‘kwaliteitstoeristen’. Volgens raadslid Myron von Gerhardt, die dit standpunt halverwege juli in een gemeenteraadsdebat naar voren bracht, zijn het vooral toeristen met een lager budget die de overlast veroorzaken in de stad.

Hij pleit ervoor om de toeristenbelasting te verhogen voor bezoekers die kiezen voor goedkopere accommodaties. Hypocriet en oneerlijk, vindt Schreiner. “Het is elitair om te zeggen dat kwaliteitstoeristen alleen toeristen met geld zijn.

Budgettoeristen zijn óók kwaliteitstoeristen – zij komen net zo goed naar Amsterdam om van de stad te genieten. Bezoekers die overlast veroorzaken verblijven overal in de stad: soms in hostels, maar zeker ook in Airbnb’s en net zo goed in hotels in het luxere segment.” Schreiner (62) is een bekende in de hospitalitysector; sinds 1986 is ze actief in de branche.

Bij ketens als Golden Tulip, NH Hotels en Hampshire Hotels vervulde ze diverse functies, waaronder in veel Amsterdamse vestigingen. Sinds 2008 staat ze aan het roer van hostelketen Stayokay, en runt ze 21 hostels in heel Nederland. Drie daarvan bevinden zich in Amsterdam: sinds 1939 op de Kloveniersburgwal, aan de rand van het Vondelpark sinds 1975, en sinds 2007 in Oost, op het Timorplein in de Indische Buurt.

De directeur vraagt zich af of Amsterdammers en politici wel genoeg naar zichzelf kijken: “Mensen klagen over de drukte hier, maar pakken zelf hun rolkoffer naar Barcelona of Parijs. Kijk naar wat onze Nederlandse jongeren doen op hun examenreis naar Chersonissos of Praag – je schaamt je soms dood. Backpacken in Azië vinden we prima, maar als Aziaten hierheen komen, zeuren we.

Het kan toch niet zo zijn dat wij de wereld in trekken en dan zeggen dat de wereld hier weg moet blijven?” Schreiner maakt zich zorgen dat sommige groepen straks helemaal wegblijven uit Amsterdam: scholen, sportverenigingen, muziekverenigingen of maatschappelijke organisaties zoals Artsen zonder Grenzen. Samen zijn ze goed voor ongeveer 35 procent van de boekingen bij Stayokay. Schreiner: “We sturen onze kinderen met schoolreizen naar Athene of Rome, maar andersom wordt het dan een oneerlijk verhaal.

Terwijl deze stad er voor iedereen zou moeten zijn. Het moet geen reservaat worden voor alleen de mensen met een goed gevulde portemonnee. Bovendien geven ook de toeristen die in een hostel verblijven hun geld uit, hè? Ze bezoeken het Anne Frank Huis, het Van Gogh Museum.

Die zijn echt niet de hele dag op de Wallen.” Schreiner, zelf ook inwoner van Amsterdam, erkent dat de druk op de stad fiks is en begrijpt dat er naar oplossingen wordt gezocht voor de overlast, maar volgens haar heeft het probleem vooral te maken met de massaliteit van bezoekers. “De hele stad groeit,” zegt ze.

“Steeds meer mensen vestigen zich hier: wordt er wel genoeg rekening gehouden met die toename?” Ze wijst daarnaast op het groeiende aantal dagbezoekers , dat nog nooit zo hoog is geweest. “Je kunt het probleem niet zomaar aan de budgettoeristen toeschrijven,” herhaalt ze. Volgens online boekingsplatform HostelWorld telt Amsterdam zo’n vijftig budgetvriendelijke plekken.

De prijzen variëren: in het laagseizoen zijn bedden in slaapzalen voor slechts twintig euro per nacht te vinden, terwijl het in het hoogseizoen richting de vijftig euro gaat. Daar komt nog eens 12,5 procent van de ­prijs aan toeristenbelasting bovenop. Een nieuwe verhoging, in combinatie met de verwachte btw-verhoging van 9 naar 21 procent vanuit het kabinet, zou betekenen dat kamers tientallen euro’s per nacht duurder kunnen worden.

Schreiner vreest dat juist de maatschappelijke groepen, zoals scholen en non-profitorganisaties, hierdoor geraakt zullen worden. Voor hen tellen die extra euro’s zwaar. Het zou kunnen betekenen dat ze er in de toekomst voor kiezen Amsterdam over te slaan.

Ze stelt daarom voor om maatschappelijke groepen vrij te stellen van toeristenbelasting en om het tarief voor jongeren onder de achttien te verlagen. “Voor het imago van de stad is het belangrijk om uit te stralen dat iedereen welkom is,” benadrukt ze. Over de auteur: David Hielkema schrijft over de Amsterdamse politiek en is daarnaast gespecialiseerd in onderzoeksverhalen.

Tips of reageren? [email protected] Geselecteerd door de redactie.