Staat voor rechter na afluisteren journalisten van De Correspondent in mondkapjeszaak

Voor de strafzaak tegen Sywert van Lienden luisterde het OM een gesprek met journalisten af. Is dat een schending van de bronbescherming?

featured-image

Toen drie journalisten van De Correspondent in het voorjaar van 2022 Sywert van Lienden en andere verdachten in de mondkapjesaffaire interviewden op Kasteel Hackfort, konden ze niet vermoeden dat de politie zat mee te luisteren. Dat zou ook niet mogen, betoogt het journalistieke platform. Het zou een schending zijn van het recht op bronbescherming.

Met dit recht als inzet daagde De Correspondent maandag in Den Haag de Staat voor de rechter. De journalisten willen dat de rechter het afluisteren veroordeelt als onrechtmatig, en dat de weerslag van het gesprek wordt vernietigd. Om journalisten goed hun werk te laten doen, zou het Openbaar Ministerie (OM) de vertrouwelijkheid van gesprekken tussen journalisten en hun informanten moeten eerbiedigen, stelt de advocaat van De Correspondent : „Het journalistieke brongeheim is van eminent belang.



Het dient de vrije nieuwsgaring. De democratie neemt een droevige afslag als journalisten zonder gevolgen door de Staat kunnen worden afgeluisterd.” Omdat het eerbiedigen van bronbescherming de gehele Nederlandse pers aangaat, wordt De Correspondent in deze zaak gesteund door journalistieke belangenvereniging NVJ, het Persvrijheidsfonds en Stichting Democratie en Media.

Volgens de advocaat van de Staat was het afluisteren van het interview wel degelijk geoorloofd. De journalisten waren bijvangst, niet het doelwit. En het afluisteren was niet bedoeld om de identiteit van Van Lienden of andere aanwezigen te achterhalen – die was al publiek bekend.

Het ging puur om wat de verdachten bespraken. De politie wist pas laat dat De Correspondent zou komen, en lichtte dus ook de rechter-commissaris niet in, degene die opsporingsmethodes toetst. De Correspondent vermoedt echter dat de politie juist wel speciale interesse had in het journalistieke gesprek.

Betrokken onderzoeksjournalist Anne de Blok zei na afloop: „Onderzoeksjournalisten doen aan waarheidsvinding, dus die zijn heel interessant voor het OM.” Verder betoogde de Staat dat het afgeluisterde gesprek niet onder bronbescherming valt omdat het een gesprek op ‘achtergrondbasis’ was: de journalisten en de geïnterviewden spraken af dat het gezegde niet direct gepubliceerd zou worden. Volgens de advocaat van De Correspondent strekt de bronbescherming zich ook uit over wat er besproken wordt omdat daarmee bronnen te herleiden zijn, bijvoorbeeld andere mensen die in het gesprek werden genoemd.

Ook betoogde hij dat achtergrondgesprekken een essentieel onderdeel van de journalistiek vormen, en juist wel worden beschermd door de bronbescherming. De weerslag van het afgeluisterde interview is opgenomen in het dossier van de strafzaak tegen Van Lienden en zijn compagnons, die volgende week donderdag begint. Tijdens de corona-epidemie van 2020 leverden zij aan de overheid voor 100 miljoen euro aan mondkapjes.

Hen wordt nu oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen ten laste gelegd, in zowel in een civiele zaak als een strafzaak. En passant meldde de Staat nog dat ze in de mondkapjeszaak bijna 300 telefoongesprekken heeft afgeluisterd, met een geschatte duur van 16,5 uur. Sywert van Lienden en Bern Damme, verdachten in de mondkapjeszaak, waren maandag aanwezig als publiek.

Van Lienden liet vanuit de zaal hoorbaar zijn ongenoegen blijken over wat de Staat te berde bracht, onder meer met kort hoongelach. Hij wilde zijn ongenoegen niet verder toelichten aan NRC : „Ik heb geen behoefte om met jou te praten.” Zijn compagnon Bernd Damme wilde wel praten.

Hij meldde dat in het gesprek met De Correspondent de namen van maar liefst 63 andere bronnen waren genoemd. Omdat het afgeluisterde gesprek als bewijs dient in een strafzaak , zo betoogde de Staat, was de Haagse civiele rechter sowieso niet bevoegd om er een uitspraak over te doen. Dat was aan de betrokken strafrechter.

Anders zouden twee zaken door elkaar gaan lopen. De Correspondent repliceerde dat ze geen partij is in die strafzaak en dat de strafrechter dus ook geen uitspraak zal doen over hun journalistieke rechten. De rechter doet uitspraak op 26 februari.

.