ZOETERMEER - Noodgedwongen bij je ouders blijven wonen, met anderen een huis delen en eindeloos op een wachtlijst staan voor een woning. Dit lijkt te gaan over deze tijd, maar ook in de jaren vijftig was de woningnood zeer hoog. Met name in grote steden was het tekort aan huizen nijpend.
Dit probleem heeft ertoe geleid dat er in de Haagse regio vanaf de jaren zestig in rap tempo een nieuwe stad uit de grond werd gestampt: Zoetermeer. Het dorp Zoetermeer bestaat al eeuwen, als het in de jaren zestig als groeikern wordt aangewezen. Een team van jonge stedenbouwers, planologen en architecten heeft een duidelijke missie: zo snel en zoveel mogelijk nieuwe woningen neerzetten, volgens een vooraf bedacht stadsplan.
Het is de zogeheten CIAM-gedachte in de architectuur: functionele steden bouwen, waarin wonen en recreatie van elkaar zijn gescheiden. Licht, lucht en ruimte, veel groen en een goede bereikbaarheid. Binnen een paar decennia moet het kleine dorp plaats gaan bieden aan 120.
000 inwoners. Hier en daar klinkt wat protest. Historische boerderijen moeten soms wijken voor de nieuwe stad.
En dat vindt niet iedereen even leuk. De jonge generatie architecten oppert zelfs om de Dorpsstraat maar helemaal af te breken en er een modern winkelcentrum neer te zetten. De ouderen in het team vinden dat een slecht idee.
Zij vinden dat het oude dorp juist gekoesterd moet worden, omdat het de stad een eigen gezicht geeft. Het dorp blijft dus, terwijl de stad groeit. Het tempo waarin dat gebeurt, is enorm.
Wat begin jaren zestig nog een kale polder is, is amper vijf jaar later de wijk Palenstein. Nog een jaar later wordt de wijk Driemanspolder opgeleverd en eind jaren zestig volgt Meerzicht. Woonwijken met vooral heel veel relatief goedkope flats.
Flats die volgens de op dat moment nieuwste technieken worden gebouwd. Het is hoogbouw als antwoord op de woningnood van dat moment. Ambitieus zijn de architecten wel: Zoetermeer moet toch ook een beetje een paradepaardje worden.
De flats krijgen daarom eigen parkeergarages. Voor die tijd is dat nieuw en luxe. Op de daken van die garages komen daktuinen: grote gezamenlijke parken met veel groen, speeltuintjes en zelfs een klein zwembadje voor de kinderen.
Tien flats krijgen zo'n daktuin. Bekijk hier beelden uit het Polygoonjournaal van 1973: Hans en Fokje van de Giessen komen in die tijd met hun vier weken oude baby vanuit Wageningen in Zoetermeer terecht, omdat Hans een nieuwe baan heeft bij het CBS in Voorburg. Hij herinnert zich nog dat hij door een ambtenaar in Leidschendam bijna letterlijk wordt uitgelachen omdat hij komt informeren naar een huurwoning in die gemeente.
Er is namelijk een enorme wachtlijst in Leidschendam. In de flat Savelsbos in Zoetermeer is wel plek. In de flat treffen Hans en Fokje voornamelijk jonge gezinnen uit Den Haag.
'Het waren vierkamerwoningen en zeer ruim. Alleen wel erg gehorig', zegt Hans. Fokje weet nog hoe groen de omgeving van de flat was en hoeveel wandelpaden er waren.
Ook heeft ze leuke herinneringen aan de daktuin. 'Al die jonge moeders zaten daar met elkaar te kletsen, terwijl de kinderen aan het spelen waren', vertelt de vrouw. Savelsbos heeft de ooit zo vernieuwende daktuin in 2024 nog altijd.
Bij de andere flats zijn ze in de loop der jaren verdwenen. 'Een geldkwestie', volgens stedenbouwkundige Willem Hermans. 'Je moest er als bewoner extra voor betalen.
Het vergde onderhoud', vervolgt hij. Het werden ook wat duistere plekken in de stad. Ze nodigden uit tot vandalisme.
'Ik vind het echt jammer, het was een toegevoegde kwaliteit van de stad.' De flats zijn uiteraard nog maar de eerste fase van het nieuwe Zoetermeer. Vanaf de jaren zeventig volgen er woonwijken met eensgezinswoningen.
Willem is er als stedenbouwer nauw bij betrokken. Hij bouwt mee aan onder meer de wijk Seghwaert, die vanaf 1976 vorm krijgt. 'De bevolking had toch een beetje afstand genomen van hoogbouw', herinnert hij zich.
Hans en Fokje zien het allemaal gebeuren, want zij verhuizen begin jaren tachtig van Savelsbos naar Seghwaert. Zij waren niet de enige. 'Heel veel van de jonge gezinnen uit Meerzicht verhuisden tegelijkertijd met ons naar Seghwaert.
Dat was de nieuwe woonwijk in de stad. Zo werden oude buren ineens weer nieuwe buren.' Willem Hermans verloor zijn hart aan Zoetermeer en ging er zelfs wonen.
Hij ontwierp mee aan het Stadshart, zag hoe in 1977 de eerste sprinter van de Zoetermeerlijn ging rijden en zag wijken als Rokkeveen en Oosterheem ontstaan. Inmiddels is Willem met pensioen, maar noemt zichzelf een van de 'schatbewakers' van de stad. Hij vertelt over de geschiedenis van Zoetermeer met zijn unieke architectuur aan iedereen die het maar wil horen.
En dat sommige buitenstaanders de stad lelijk vinden doet hem niet zoveel: 'Och, er bestaan ook hele leuke vrouwen die toch een beetje lelijk zijn.'.
Sporten
Snelst groeiende stad van Nederland in jaren 70 was toen dé oplossing tegen woningnood
Noodgedwongen bij je ouders blijven wonen, met anderen een huis delen en eindeloos op een wachtlijst staan voor een woning. Dit lijkt te gaan over deze tijd, maar ook in de jaren vijftig was de woningnood zeer hoog. Met name in grote steden was het tekort aan huizen nijpend. Dit probleem heeft ertoe geleid dat er in de Haagse regio vanaf de jaren zestig in rap tempo een nieuwe stad uit de grond werd gestampt: Zoetermeer.