Sint-Gillis, waar extreemlinks de revolutie voorbereidt

Vergaderen op café, besloten chatgroepen en eigen vechtsportlessen. In de volkswijken van Sint-Gillis zien politiediensten de aanhang van radicaal-links groeien. Ze verhogen de waakzaamheid.

featured-image

Vergaderen op café, besloten chatgroepen en eigen vechtsportlessen. In de volkswijken van Sint-Gillis zien politiediensten de aanhang van radicaal-links groeien. Ze verhogen de waakzaamheid.

“We volgen nu minstens vijftig personen op in politiezone Brussel-Zuid wegens extreemlinks activisme, zeker een verdubbeling ten opzichte van vijf jaar geleden.” De communisten zijn terug. Zo lijkt het toch als je de affiches en stickers in Sint-Gillis mag geloven.



Rondom het Betlehemplein en de Hallepoort zijn ze op lantaarnpalen en ruiten van leegstaande huizen te spotten. In dezelfde wijk vinden links-radicale debatten plaats in lokalen als Le DK, in de Denemarkenstraat, of Le Steki in de Gustave Defnetstraat. Met hun activiteiten is volgens de wet helemaal niets mis, voor alle duidelijkheid.

Toch schalen de veiligheidsdiensten de waakzaamheid voor radicaal-links in Brussel op. In de politiezone Brussel-Zuid volgt dit najaar een interne opleiding om het fenomeen te begrijpen, bevestigt die zone aan BRUZZ. Niet toevallig daar, want de gemeenten Sint-Gillis, Anderlecht en Vorst in die politiezone lijken wel het epicentrum van radicaal-links in ons land.

“Van de geseinde personen op de OCAD-lijst met een extreemlinks gedachtegoed, woont zo goed als iedereen in Sint-Gillis,” zegt een goed geïnformeerde politiebron. Het dreigingsorgaan OCAD kan geen exacte namen of adressen kwijt, maar bevestigt wel dat de meeste extreemlinkse figuren op hun radar in Brussel wonen. Het gaat dan om personen die een gevaar voor extremisme, haatspraak of terrorisme vormen.

Het precieze aantal links-extremisten wordt niet gedeeld, maar het gaat om een vijftiental personen in totaal, of twee procent van alle 650 extremisten op de OCAD-lijst vandaag. Dat cijfer is niet noemenswaardig gegroeid in de voorbije jaren, meldt het OCAD. “Maar hun aanhang wel,” ziet de politiebron.

“De voorbije jaren hebben we zeker zes nieuwe cafés ontdekt in de perimeter tussen Hallepoort en het Sint-Gillisvoorplein waar extreemlinks activiteiten komt plannen.” Niet alle uitbaters zouden daarvan op de hoogte zijn. “We volgen nu minstens vijftig personen op in onze zone wegens extreemlinks activisme, zeker een verdubbeling ten opzichte van vijf jaar geleden.

In heel Brussel gaat het om enkele honderden personen.” Safe.brussels, de gewestelijke veiligheidsadministratie, kan daarover niets kwijt.

Maar bij de laatste Revolutionaire 1 mei-manifestatie, een concept uit extreemlinkse hoek, telde de Brusselse politie al zo’n tweeduizend deelnemers. Enkele jaren geleden was dat nog maar een handvol mensen. “Radicaal-links wordt in de stad snel gebanaliseerd, alsof het popcultuur is, maar ze zijn wel degelijk goed georganiseerd,” benadrukt de politiebron.

De vraag is of dat ook gevaarlijk is. Het marxisme in Sint-Gillis is in elk geval niet nieuw. De gemeente was al in de jaren 1980 de thuishaven van de Cellules Communistes Combattantes – de CCC – die 23 aanslagen pleegden in ons land.

Spilfiguur Pierre Carette had een drukkerij in de Albaniëstraat, waar gelijkgestemde jongeren samenkwamen. Na een laatste, dodelijke aanslag in 1985 werden Carette en drie van zijn kompanen tot levenslang veroordeeld. Ze kwamen begin jaren 2000 allemaal weer vrij.

Het is een van die kompanen, Bertrand Sassoye, die sindsdien het extreemlinkse leven trekt in Sint-Gillis. Sassoye is bekend als mede-uitbater van Brasserie Verschueren, maar in rode kringen vooral als kopman van Secours Rouge. Die communistische organisatie heeft haar Belgische hoofdkantoor in de Vorstsesteenweg 54 en onderhoudt goede banden met afdelingen en gelijkgezinden in andere landen.

Zelf werd Sassoye zo’n vijftien jaar geleden nog verdacht van betrokkenheid bij terreurplannen in Italië, maar daarvoor nooit veroordeeld. Het is vooral zijn laatste manifest uit 2020 dat de politiediensten alert houdt. ‘Classe contre classe’, heet het, opnieuw met drie C’s.

Het is een pleidooi binnen Secours Rouge voor samenwerking met andere linkse groepen in de samenleving. Het einddoel blijft een latere revolutie. “Sassoye legitimeert geweld, bestempelt de staat als vijand en wil finaal naar een antisysteem,” zegt de politiebron over dat manifest.

Dit staat te lezen in dat manifest: “We beschouwen het revolutionaire geweld als een onvermijdbaar moment in de strijd tegen een dominante klasse.” En: “We willen de opkomst van nieuwe bewegingen, zoals de Gele Hesjes, erkennen. (.

..) Niet enkel door aan hun zijde te strijden, maar ook door hen te helpen bij het winnen van meer samenhang, autonomie, verzet, organisatie en kracht.

” Het manifest roept op tot samenwerking met klimaatactivisten, feministen, antifascisten, bepaalde vakbonden en antikoloniale stemmen uit binnen- en buitenland. Precies waar Staatsveiligheid sinds vorig jaar extra waakzaam voor is: in haar laatste jaarverslag wijst ze op mogelijke infiltratie van linkse stemmen en anarchisten bij veel bredere betogingen. “Die vermenging maakt de linkse beweging een heel flou gegeven.

Thema’s die zeker niet links extremistisch zijn, zoals klimaatactivisme, worden dan snel mee getrokken in hun kamp,” zegt radicaliseringsexpert Annelies Pauwels van het Vlaams Vredesinstituut. “Pas op, extreemrechts doet dat ook. Wanneer buurtbewoners zorgen uiten over een asielcentrum in hun gemeente, gaan bewegingen als Voorpost die oppoken.

” Alleen is het onderzoek naar links-extremisme in ons land veel meer beperkt dan aan de rechterzijde en fluctueren de thema’s veel sneller. “Dat maakt de opvolging moeilijker,” zegt de politiebron. “Van 5G-masten tot antivaccinatiecampagnes: extreemlinks is een grote kassa waar je van alles kan insteken.

” Die melange merk je al goed bij het anarchistische medium Stuut, twee jaar geleden opgericht om linkse initiatieven in Brussel te bundelen. De website meldt acties van betaalbaar wonen tot zelfverdediging op de fiets, ze komen op voor queer- en vrouwenrechten, sans-papiers en een onafhankelijk Koerdistan en protesteren tegen Europese handelsakkoorden en divers politiegeweld. Wie achter de site en het bijhorende Telegram-kanaal zit, is onduidelijk.

“Ons team heeft beslist die informatie niet publiek te maken,” reageert een persoon met de schuilnaam Skawa. Bij Secours Rouge was kopman Bertrand Sassoye niet bereikbaar. Na lang aandringen krijgen wil een dertiger met de schuilnaam Noé wel afspreken voor toelichting.

Hij wil niet kwijt hoelang hij al lid is van Secours Rouge, maar schreef alvast vier jaar geleden mee aan het manifest van ‘Classe contre classe’. “Die drie C’s zijn maar bedoeld als provocatie,” sust hij. “In Brussel zijn enkele honderden mensen actief als radicaal-linkse militant, we kennen elkaar grotendeels allemaal.

” Concreet wil Secours Rouge volgens hem vooral solidariteit promoten, ook internationaal, en tegen repressie strijden. “‘Classe contre classe’ is meer gericht op de revolutie. Wij vechten voor een maatschappij zonder dominante klasse.

” Over de rol van geweld in die revolutie blijft Noé dubbelzinnig. “Die oorlogsmachine tegen de staat is maar een metafoor,” zegt hij over zijn manifest, “maar we zijn geen leesclub. We willen efficiënt zijn en natuurlijk zal geweld een rol spelen bij de revolutie.

Dat zei Karl Marx al.” Zelf is Noé al meermaals opgepakt door politiediensten. “Wellicht word ik gevolgd, maar alles hangt af van hoe je iets analyseert en definieert.

Wat is haat?” stelt hij regelmatig een vraag terug. “Het is niet omdat ik iemand als vijand definieer, zoals de politie of de staat, dat ik oproep tot een aanslag.” Behalve ‘linken’ met klimaatbetogers en andere activisten, heeft radicaal-links ook voet aan grond in verschillende kraakpanden in Brussel, zeker niet beperkt tot Sint-Gillis.

Soms organiseren ze er filmscreenings of debat, soms ook vechtsportlessen. “Ik, op de radar van de veiligheidsdiensten?” Een vrouwelijke bokscoach uit Brussel, die zichzelf “natuurlijk feministe en anarchiste” noemt, is naar eigen zeggen niet op de hoogte van de politionele waakzaamheid voor haar club. “Bent u agent? U verpest mijn dag.

” Ze richtte enkele jaren geleden de feministische boksclub Nemesis op, waar iedereen behalve cismannen (biologische mannen die zichzelf als man identificeren, red.) welkom was. De club is inmiddels verveld tot La Rage.

De bokslessen vinden nu plaats in een kraakpand in Schaarbeek. “Intussen staan we open voor iedereen,” zegt deze coach. “Omdat ik besefte dat de maatschappij buiten ons sowieso gemengd is.

Ik wil mensen politiek versterken door sport zo inclusief mogelijk te maken. Iedereen is welkom voor een vrije toegangsprijs. Je hoeft niet rijk te zijn om gezond te mogen leven,” vindt ze.

Ze ontkent dat ze al in aanraking kwam met de politiediensten, ondanks berichten over eerdere arrestaties. “Ik heb geen enkel plan om iemand te kwetsen.” Door het uitblijven van groot geweld is de aandacht voor extreemlinks automatisch kleiner in ons land, zegt radicaliseringsexperte Pauwels.

“Klassiek kiest links zijn doelwitten zeer gericht en grijpen ze niet snel naar vuurwapens,” zo weet de experte op basis van onderzoek. “Anarchisten kiezen nu eens voor een brandbom, dan weer voor sabotage op infrastructuur en dan weer voor geweld tijdens betogingen. Het aantal doden is veel minder groot dan bij massamoorden zoals we die de laatste twintig jaar in Europa wel zagen vanuit jihadistische of rechtse hoek.

Het maakt de beperkte aandacht voor het linkse kamp niet correct, maar wel te verklaren.” “Wij hebben geen enkel plan om mensen te terroriseren of zomaar in het wilde weg te schieten. Dat past niet in ons politieke project,” zegt Noé van Secours Rouge over de Brusselse strategie.

“Rechts wil verdeeldheid zaaien, wij willen net gelijkheid bereiken. Nee, wij hebben geen wapens,” reageert hij desgevraagd. Ook gerichte aanslagen liggen volgens hem niet op tafel.

“Op dit moment is het in België niet opportuun, zelfs contraproductief, om politiemensen of rechtse activisten aan te vallen. Maar ik hang daar geen moreel oordeel aan vast.” Ook heeft links geen traditie om aanslagen op te eisen, wat rechtse en jihadistische extremisten wel doen.

“Zo zijn ze minder zichtbaar voor het brede publiek,” zegt Pauwels. Denk maar aan de recente brandstichting op de Franse spoorwegen: de ogen gaan dan wel naar anarchisten, toch heeft niemand de sabotage echt geclaimd en moet onderzoek nog uitwijzen in welke hoek de daders zitten. “Terwijl de economische schade voor Frankrijk enorm kan zijn.

Pas zodra dit soort acties vaker gebeurt en ze ontegensprekelijk aan links toegewezen kunnen worden, meer mensen getroffen raken of er doden vallen, kan de perceptie snel veranderen.” Terug naar Brussel, want daar moeten we al een kleine tien jaar terug in de tijd om nog echte sabotage uit linkse hoek te herkennen. Bij het protest tegen de nieuwe gevangenis van Haren mengden anarchisten zich onder ontevreden buurtbewoners en werd er brand gesticht aan het huis van de architect.

Vandaag is vooral de Palestijnse zaak hot topic in linkse hoek, zo weten de veiligheidsdiensten. Bij recente studentenprotesten aan de Israëlische ambassade was de politie extra alert voor amokmakers – omdat onder meer Secours Rouge de pro-Palestijnse bezetters aan de ULB openlijk steunde. De organisatie onderhoudt bovendien goede banden met Mohamed Khatib van de radicale Palestijnse beweging Samidoun.

Ook hij zou in Sint-Gillis verblijven. Dienst Vreemdelingenzaken wil zijn verblijfsvergunning laten intrekken wegens mogelijk extremisme. “De vergaderingen die wij vandaag tegenkomen, gaan bijna allemaal over acties om de Palestijnen te steunen,” zegt de politiebron.

Dat gebeurt via kanalen als Telegram, maar ook op café. “Slechts een klein groepje mag fysiek aanwezig zijn. De voorbereidingen gebeuren via versleutelde chatgroepen met codenamen als salamanders, konijnen of katten.

” Tijdens betogingen zouden vooral leden tussen 20 en 30 jaar als “soldaat” worden uitgestuurd. “Dat klopt helemaal niet,” zegt Noé van Secours Rouge daarover, die spreekt over een “obsessie” van politiediensten. Hij geeft wel toe dat zijn organisatie de recente studentenprotesten ondersteunde en dat ze tegenwoordig meer jongeren onder de 25 jaar bereiken.

Zelf is hij al enkele keren opgepakt bij betogingen. “We zijn niet gewelddadig omwille van het geweld, we zeggen gewoon dat mensen een zekere confrontatie met de politiediensten niet moeten schuwen,” zegt Noé, nog steeds met dubbele tong. “Ik kan u zeker tien organisaties in Brussel opnoemen met dezelfde doelen als wij.

Je ziet dat mensen duidelijk gefrustreerd zijn over sociale tegenstellingen, die in de stad extreem zichtbaar zijn. In de ene straat zie je mensen drugs gebruiken, in de volgende staan huizen van miljoenen euro’s. Wij creëren die frustraties niet, dat doet de kapitalistische maatschappij zelf.

” Of Secours Rouge die frustraties ophitst, wil Noé niet zeggen. “We zeggen wel dat mensen niet moeten vertrouwen in de parlementaire partijen of justitie. Misschien doen wij ons werk nu gewoon beter door zowel leden te werven op het terrein als via sociale media.

” Dat ‘territorium’ ligt vooral in Sint-Gillis en Vorst, zegt Noé. Bij de politie zien ze de laatste jaren meer en meer jongeren zich aansluiten uit de volkswijken rondom Jacques Frank, Sint-Antonius, Peterbos en Laag-Kuregem. “Wijken waar verhalen over politiegeweld het goed doen,” zucht de politiebron, die daar openlijk frustratie over uit.

Het is hetzelfde Kuregem waar twintigers nog altijd wachten op gerechtigheid voor hun vriend Adil Carrot, die in 2020 stierf bij een politieachtervolging. De betrokken agenten zijn buiten vervolging gesteld. “Maar de frustraties gaan breder en hebben volgens mij te maken met een opeenvolging van crises de laatste jaren, van covid tot inflatie en de Gaza-oorlog.

En hoe meer extreemrechts aan terrein wint, hoe meer tegenreactie we voelen uit linkse hoek,” zegt de politiebron. “Daarvoor is het inderdaad oppassen,” beaamt Annelies Pauwels van het Vlaams Vredesinstituut. “In een heftig klimaat met polarisatie is het altijd mogelijk dat eenlingen sneller tot geweld overgaan.

In Duitsland zijn rechtse extremisten al thuis opgezocht en in elkaar geslagen.” Al hoeft het niet eens zo ver te gaan. “Het is niet omdat je niet strikt wettelijk als extremistisch gelabeld kan worden, dat je niet toxisch kan zijn,” zegt Pauwels.

“Wanneer je bepaalde groepen systematisch als de vijand bestempelt, ben je echt niet positief bezig voor de maatschappij. Ik zie wat er nu gebeurt, met tegenbetogingen, tags en hier en daar geweld, vooral als het creëren van chaos. Met een waaier aan acties probeert men een prerevolutionair klimaat op poten te zetten.

” De politiezone Brussel-Zuid wil nu vooral het eigen korps bekend maken met dit soort tactieken en de precieze groeperingen en sleutelfiguren in hun zone. “Aan linkse, maar ook rechtse kant. Beide zijn even risicovol.

Wel zien we met de huidige ontwikkelingen en het Israëlisch-Palestijnse conflict een grote toename van extreemlinkse tags en stickers in het straatbeeld,” zegt politiewoordvoerster Sarah Frederickx. Hoe groot de aanhang daarachter is, blijft gissen. “De frustraties leven toch, dus moeten we die zo goed mogelijk kanaliseren in debat en legitiem protest,” vindt experte Annelies Pauwels.

“Hou de opties om frustraties te uiten zo open mogelijk, met respect voor de grenzen van de grondwet en de rechtsstaat, en haal de rotte appels eruit.” Burgemeester Jean Spinette (PS) van Sint-Gillis was niet bereikbaar voor een reactie over het linkse milieu in zijn gemeente..