V an Hannibal Lecter tot Jack the Ripper, en van Bob uit Twin Peaks tot bloedsporenanalist Dexter, die deze week terugkeert voor een derde serie: seriemoordenaars zijn geliefde monsters. Geen mens staat verder af van de doorsnee seriekijker die braaf op de bank zit en geen vlieg kwaad doet, zou je denken. Waarom zijn ze dan toch populair? Juist omdat het monsters zijn, is het eenvoudige antwoord.
Scary fun ! Kijkers willen zich opwinden en dat lukt beter met een schurk dan met een held. De seriemoordenaar is daarbij een exotische extra large schurk. In een gewone misdaadserie moet de detective één moord oplossen.
Daar is verder geen haast bij want die is toch al gepleegd. Maar de seriemoordenaar gaat door, dus de detective moet harder rennen om nieuwe slachtoffers te voorkomen. Verder doodt de seriemoordenaar willekeurige passanten, dus ook jij kan het slachtoffer worden.
Een stuk enger en spannender dus. Meer nog dan de enkelvoudige moordenaar heeft de seriemoordenaar kleurrijke en buitengewone eigenschappen. Lange tijd blijven ze de detective te slim af, of ze spelen een spelletje met haar door bijvoorbeeld aanwijzingen achter te laten op de plaats delict.
Dat kleurrijke kan hem ook zitten in de creativiteit waarmee ze moorden en verminken. Zo maakt Hannibal in The Silence of the Lambs van een moordpartij een dramatisch uitgelichte kruisigingsscène , en laat John Doe in Se7en (1995) zijn slachtoffers de zeven doodzonden uitbeelden. Van verhalen over helden die goede daden verrichten leren we niets.
Juist geconfronteerd met het kwaad – veilig weggestopt achter het tv-scherm – kunnen we definiëren wat onze moraal is. Wie in de ogen van het monster kijkt, kijkt ook een beetje in de eigen ziel. „Men wordt niet verlicht door zich figuren van licht voor te stellen, maar door zich bewust te worden van de duisternis”, schreef de Zwitserse psychiater Carl Jung.
Doorgaans zijn seriemoordenaars perverse zonderlingen met gruwelkelders maar je hebt er ook die juist geestig, slim, verfijnd zijn. Mannen van goede smaak als Hannibal en Dexter. Met dit type kun je soms een heel eind meekomen, niet in hun daden, wel in hun drijfveren.
Dexter is een wreker – hij vermoordt andere seriemoordenaars. Boekverkoper Joe uit You (2018-2025) handelt uit jaloezie, zijn slachtoffers zijn vooral liefdesrivalen die wij toch al eikels vonden. Seriemoordenaars koesteren een wrok tegen de wereld.
Ze zijn bijvoorbeeld slecht behandeld in hun jeugd. Die wrok is herkenbaar. Dat een ander hem omzet in wraak, kan voor de kijker bevrijdend voelen.
De seriemoordenaar kan een beroemdheid worden, een media darling die zich boven de wet plaatst. Ze zijn sterren, dus ze zijn niet gebonden aan de moraal van de gewone stervelingen – als moderne versies van Nietzsches Übermensch. De gesjeesde student Raskolnikov in Dostojevski’s roman Misdaad en Straf (dertig keer verfilmd) meent dat Grote Mannen mogen doden op hun weg naar het licht.
Verder dan een dubbele bijlmoord komt hij overigens niet, dus hij blijft een kleine speler. De film Natural Born Killers (1994) laat zien hoe een aantrekkelijk liefdeskoppel op moordtocht de nieuwsmedia naar zijn hand zet. Echte seriemoordenaars als Ted Bundy en Jeffrey Dahmer (beiden herhaaldelijk onderwerp van films en series) kregen een schare begripvolle aanbidders die geloofden in hun onschuld, of die hun daden vergaven.
Hibristofilie heet dit fenomeen. Doordat hij wet en gezag tart, kan de seriemoordenaar een soort rebel en volksheld worden. In Joker (2019) wordt de superschurk na een tv-optreden bevrijd door relschoppers die hem als hun held zien.
Joker danst voor hen op een politieauto terwijl hij met bloed een lachende mond op zijn gezicht tekent..
Vermaak
Series, films, ze kunnen niet bloederig genoeg: waarom kijken we zo graag naar seriemoordenaars?
Waarom kijken we zo graag naar seriemoordenaars? Slimme schurken zijn het, met een herkenbare wrok tegen de wereld.