Samen in drie dagen in een volgepakte Simca naar Turkije - behendig schakelt Sadettin Kirmuziyüz tussen zijn personages

In ‘Return of the King’ brengt de zwaarmoedige zoon Sadettin Kirmuziyüz in een met zijn vaders complete inboedel volgestouwde Simca zijn vader terug naar zijn geboortegrond. Indirect is het een bevrijding uit het benauwende hokje van ‘zoon van een gastarbeider’.

featured-image

Zijn vader had liever gewoon het vliegtuig genomen. Maar Sadettin Kirmuziyüz staat erop de reis van Nederland naar Turkije met zijn tweeën in de met zijn vaders complete inboedel volgestouwde Simca af te leggen. Die driedaagse autorit zal, zo is althans het idee, volop gelegenheid bieden om met zijn vader te praten, en gepraat moet er worden, want er moet materiaal voor een nieuwe voorstelling worden verzameld.

Return of the King , de titel, is een verwijzing naar Tolkiens In de ban van de ring , waarin het er, net als nu, om ging iets terug te brengen naar de bron, om op die manier een ban te breken. Dat ‘iets’ is hier geen ring, zoals bij Tolkien, maar de vader zelf, die na vijftig jaar werken in een land dat nooit echt als een thuis is gaan voelen, weer terugkeert naar zijn geboortegrond, in Turkije. Het narratief waar Kirmuziyüz op voorsorteert: hoe hij zijn vader, als een ontwortelde boom, weer terug in de grond gaat stoppen.



En, bovenal, hoe die actie hem zal bevrijden van de benauwende identiteit waar hij zich zijn hele leven al aan probeert te ontworstelen; die van ‘migrantenzoon’. Het is werkelijk prachtig, hoe Kirmuziyüz met zijn voorstellingen elke keer weer vormgeving – en daarmee zingeving – aanbrengt in zijn leven. Het zijn min of meer documentaire vertellingen, eenvoudig van opzet: er is een sober decor, soms is er een muzikant bij, soms, zoals hier, staat Kirmuziyüzin zijn eentje op de speelvloer.

Iedere voorstelling opnieuw krijgen we, in ongekunstelde, uitgepuurde taal, een versie van zijn levensverhaal voorgeschoteld, opgehangen aan telkens een net iets andere thematische kapstok, waardoor er iedere keer een nieuw verhaal ontstaat, met nieuwe zeggingskracht. De toon is licht. Behendig schakelt Kirmuziyüz tussen zijn eigen persona (een ietwat getroebleerde jonge man, wat zwaar op de hand) en andere personen in zijn leven, zoals hier zijn broodnuchtere, ruimhartige, joviale vader.

Meer, of in ieder geval duidelijker dan in andere voorstellingen, maakt Kirmuziyüz in Return of the King gebruik van zijn theatrale vrijheid. Waar de vertelling nog redelijk aannemelijk begint, met het rommelige vertrek van vader en zoon in die volle Simca, wordt het verhaal gaandeweg steeds surrealistischer. Er is een mysterieus boekje dat Kirmuziyüz in het lege huis van zijn vader heeft gevonden, waarin in sprookjesidioom diens levensverhaal staat opgetekend.

Ze zijn nog maar net onderweg of er wordt een gestrande reiziger opgepikt, een PVV-stemmer die een all-inclusive-vakantie heeft geboekt in Alanya. Als ze in Oostenrijk met pech langs de weg staan komt een vrome, Gandalf-achtige figuur, Sadettin geheten (de man is de belichaming van de ‘ideale zoon’), hun distributieriem vervangen. Dit is fictie, begrijp je, dit is met opzet zo opzichtig geconstrueerd.

Met behulp van al die theatrale elementen – het mysterieuze boekje, de lifters, de reis – vertelt Kirmuziyüz het verhaal van de vader, die zich, bij gebrek aan ouderliefde, staande wist te houden door zijn verdriet en zijn woede weg te stoppen in een niet te kraken kluis. En ook vormt Return of the King weer een nieuw perspectief op Kirmuziyüz’ eigen verhaal, het verhaal van de ‘migrantenzoon’, die aan het gevecht dat zijn vader leverde om hem een ideale basis te kunnen geven, een diepgeworteld schuldgevoel opliep. „Waarom maak je er toch altijd zo’n zielig verhaal van?”, vraagt de vader aan zijn zoon, tegen het einde van de voorstelling.

„Omdat het zo voor je voelt, zo zielig, zo groot?” Het is een grappige opmerking, die past bij het no nonsense-personage dat we hebben leren kennen, dat zo heerlijk contrasteert met de zwaarmoedige zoon. Maar het is ook de crux van deze voorstelling, die uiteindelijk niet, of in ieder geval niet alleen, blijkt te gaan over het metaforische terugplanten van een ontwortelde boom. Het is in zekere zin je eigen keuze welk verhaal je uit een biografische geschiedenis destilleert – dáárover gaat het.

Dat kan een verhaal van schuld zijn, maar net zo goed, en tegelijkertijd, een verhaal van trots. Het kan gaan over een kluis, of over veerkracht. Over een ontheemde, of over een onverschrokken pionier.

Het kan een verdrietig verhaal zijn, over een man die zich na vijftig jaar nog altijd niet ‘geworteld genoeg’ voelde. Maar het is ook, ‘gewoon’, het verhaal van een man die zin heeft om na jaren werken met volle teugen van zijn pensioen te genieten. De werkelijkheid is veelkantig, toont Return of the King .

Precies dat is de opening waar Kirmuziyüz naar zocht, alleen in een andere vorm dan voorzien. Zo biedt Return of the King Kirmuziyüz toch de mogelijkheid zich uit het benauwende hokje ‘zoon van een gastarbeider’ te bevrijden. Niet omdat hij dat niet zou zijn.

Maar hij is nog zoveel meer..