De voorbije jaren klonk er heel wat protest tegen het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move. Een studie van Brussel Mobiliteit bij 1.900 automobilisten werpt een ander licht op die kwestie.
Zelfs wie met de wagen rijdt is meestal akkoord met de grote principes achter Good Move. Het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move is een totaalpakket aan mobiliteitsmaatregelen, waarvan de circulatieplannen (die doorgaand verkeer uit woonwijken bannen) het meest besproken onderdeel vormen. Andere aspecten zijn onder meer het uitbreiden van het openbaar vervoersaanbod en de fietsinfrastructuur.
De voorbije jaren klonk veel protest tegen de uitvoering van de plannen, die in verschillende gemeenten ook werden ingetrokken, ingeperkt of uitgesteld. Dat veelbesproken Good Moveplan komt ook aan bod in een nieuwe studie bij 1.900 Brusselse automobilisten over autobezit en de behoefte aan autoverplaatsingen.
De gewestelijke mobiliteitsadministratie peilde daarin onder meer naar de mate waarin de ondervraagden akkoord gaan met verschillende principes van het gewestelijke mobiliteitsbeleid. Belangrijke nuance: de term ‘Good Move’, die ondertussen als erg polariserend wordt ervaren, wordt niet gebruikt in de eerste conclusies van de studie. Het onderzoek toont hoe ruim de helft van de bestuurders zich (min of meer) akkoord verklaren met de belangrijkste lijnen van het plan.
Zo is circa 60 procent akkoord (‘helemaal akkoord’, ‘akkoord’ of ‘eerder akkoord’) met de stelling “Het transitverkeer in woonwijken moet verminderd worden om ze aangenamer en veiliger te maken, zelfs als dat automobilisten soms dwingt om meer omwegen te maken.” Bijna 40 procent is ‘niet akkoord’ of ‘helemaal niet akkoord’. Zelfs voor de stelling “De regering zou meer fietspaden moeten aanleggen, ook als daarvoor parkeerplaatsen geschrapt moeten worden”, is er een – weliswaar krappe – meerderheid van ruim 50 procent.
Dezelfde stelling, maar dan met het openbaar vervoer in de hoofdrol, krijgt meer bijval: ruim 60 procent koos voor één van de ‘akkoord’-categorieën. In de studie werd ook gevraagd naar de link tussen luchtvervuiling en autoverkeer. De overgrote meerderheid van de automobilisten (ruim 80 procent) zijn akkoord met de twee volgende stellingen: “het autoverkeer vervuilt de lucht van onze wijken” en “Luchtvervuiling heeft een belangrijke impact op de gezondheid.
” De mate waarin autobestuurders akkoord zijn, hangt sterk af van hoe afhankelijk ze zijn van de auto. Hoe afhankelijker, hoe minder toestemming voor de principes van het gewestelijke mobiliteitsbeleid. De studie werd enkel uitgevoerd bij automobilisten.
De kans is dus reëel dat de toestemming voor de grote principes van het gewestelijke mobiliteitsplan nog groter is bij de totale bevolking. Het onderzoek, dat ook gegevens van verschillende databanken kruiste, biedt ook een overzicht van waar het autobezit het hoogst is in het gewest. Weinig verrassend behoort de Vijfhoek tot de zone met het laagste autobezit (16 tot 33 procent van de gezinnen).
Diezelfde Vijfhoek is ook de plek waar het circulatieplan (in het kader van Good Move) het best werkte. Opvallend is hoe het kanaal ook vaak een scheidingslijn is tussen een heel laag autobezit (de Vijfhoek) en een gebied waar wat meer mensen een eigen wagen hebben. Ten zuiden en oosten van de Vijfhoek is het beeld anders: in wijken als Sint-Gillis, grote delen van Elsene, de Europese wijk en Sint-Joost is het aantal gezinnen met een auto ook erg laag (16 tot 33 procent).
De wijken met het hoogste autobezit liggen duidelijk nog verder van het centrum. Onder meer in het welstellende zuidoosten ligt het aantal auto's per 100 inwoners hoog. Dat is bijvoorbeeld zo in de wijken naast het Ter Kamerenbos, dat de inzet vormde van een andere bitse mobiliteitsdiscussie over de plaats die het autoverkeer moet krijgen.
Brussel Mobiliteit stelt de volledige resultaten van de studie pas volgende maand voor. De eerste resultaten verschenen wel al in de Gids van de Mobiliteit en de Verkeersveiligheid van Brulocalis. De studie komt er op een moment dat de partijen die een Brusselse regering willen vormen ook een akkoord moeten vinden over het mobiliteitsbeleid van de volgende jaren.
Groen, met vier zetels de grootste partij aan Nederlandstalige kant, wil de principes van het huidige beleid behouden. MR, dat de grootste werd aan Franstalige kant, voerde dan weer campagne tegen Good Move en beloofde het plan af te voeren..
Bovenkant
Ruim helft van automobilisten is akkoord met principes Good Move
Ruim de helft van de Brusselse automobilisten is (min of meer) akkoord met de grote principes van het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move. Dat blijkt uit een studie van Brussel Mobiliteit.