Ruigoord-oprichter Hans Plomp was kraker, schrijver en psychonaut maar ook charmeur en vader

Maandag is in de kerk in Ruigoord, vlak bij Amsterdam, groots afscheid genomen van schrijver, kraker en levenskunstenaar Hans Plomp. „Jullie reizen allemaal mee in mijn hart en ik hou jullie op de hoogte”, schreef hij in zijn laatste mail.

featured-image

Op de warmste dag van het jaar hebben honderden mensen zich in en rond de kerk van Ruigoord verzameld – buiten hangen speakers zodat men ook daar de ceremonie kan volgen. In de kerk wordt gezongen, gedanst, gehuild, gelachen en veel en mooi gesproken in een ceremonie die bijna drie uur zal duren. Vlak voor het podium ligt het in witte doeken opgebaarde lichaam van Hans Plomp, schrijver, ex-provo en een van de stichters van vrijplaats Ruigoord, vlak bij het Amsterdamse havengebied.

Naast het podium staat het schilderij dat kunstenaar Henny van der Vegt – hij portretteerde vrijwel alle prominente Ruigoorders – van Plomp maakte. Op het doek is hij afgebeeld in het groen, zijn ogen staan opvallend serieus voor een man die meestal breed lachend te zien was. Droevig bijna.



Plomp woonde sinds 1973 in Ruigoord. Hij vormde mede het karakter van de kunstenaarsenclave die vijftig jaar later nog steeds bestaat. Hans Plomp leed de afgelopen jaren aan prostaatkanker, die inmiddels was uitgezaaid.

Twee jaar geleden, op 78-jarige leeftijd, verscheen zijn laatste boek: The Art Of Dying – volgens Plomp zelf „een fijn en vrolijk boekje”. Net zoals Plomp een product van zijn generatie was, zo had Ruigoord niet in een andere tijd kunnen ontstaan. Zijn leven weerspiegelt daarmee een uniek stuk Amsterdamse geschiedenis.

Op zijn jongenskamer ontdekt Plomp, geboren in Amsterdam in 1944, het schrijven. Hij ontwikkelt de grote fantasie waar hij zijn leven lang plezier van zal hebben, voegt zich bij de redactie van de schoolkrant en besluit Nederlands te gaan studeren. Hij werkt kort als leraar, maar de ‘tegencultuur’ lonkt: hij sluit zich aan bij provo, stopt met lesgeven en richt zich op het schrijven.

In 1968 verschijnt zijn debuutroman De ondertrouw (later zou Plomp zijn vroege werk „duister en reviaans” noemen). Meer romans, dichtbundels en (erotische) verhalenbundels volgen. In 2017 verschijnt zijn verzameld dichtwerk, Dit is de beste aller tijden („Geestverruimende poëzie voor de spelende mens”).

Opvallend vaak dicht hij over de dood. Achter de schermen levert hij regelmatig gedichten bij de anonieme begrafenissen die op begraafplaats St. Barbara in Amsterdam worden gehouden.

Ook is hij drijvende kracht achter tal van (literaire) activiteiten in Ruigoord, zoals het poëziefestival Vurige Tongen . Maandag 5 augustus in de middag vindt het laatste schrijven van Plomp de mailbox van vele mede-Ruigoorders: Morgen, dinsdag 6 augustus omstreeks 16 uur komt de dokter voor de verlossende prik. Dan kan het volgende avontuur beginne.

Jullie reizen allemaal mee in mijn hart en ik hou jullie op de hoogte. Volgens de overlevering leidt een toevallige ontmoeting in Amsterdam met een Franse vrouw hem begin jaren zeventig naar Ruigoord. Het boerendorpje, halverwege Amsterdam en Haarlem, staat op de nominatie voor sloop om het havengebied uit te breiden.

Vlak voordat de laatste huizen en de nu iconische kerk tegen de grond zullen gaan, bezet een groep Amsterdamse kunstenaars, vrijbuiters en ex-provo’s in 1973 het dorp. Plomp sluit samen met ‘rooie’ Kees van Wolferen een verbondje met de pastoor, een eigengereide man die het ook niet eens is met de plannen. Het ten dode opgeschreven gehucht wordt nieuw leven ingeblazen.

Mede dankzij Hans Plomp staat Ruigoord er anno 2024 nog steeds, weliswaar wat kleiner en stevig ingedamd tussen de industrie, maar bloeiend als nooit tevoren. Officiële bewoners heeft het niet meer; er zijn alleen nog atelierhouders. En elk jaar tienduizenden bezoekers die afkomen op de feesten, concerten, exposities en festivals – dit weekend worden er weer zo’n twintigduizend mensen verwacht bij het festival Landjuweel.

Hans Plomp reist veel: naar India en Marokko, op tournee door de Verenigde Staten, en naar alle uithoeken van de geest. Dat gaat met een beetje hulp nóg beter. Geestverruimende middelen moeten wat hem betreft echt de geest verruimen.

Ayahuasca en paddenstoelen doen dat volgens hem. Ook raakt hij verslingerd aan de cannabisplant, zijn trouwe metgezel tot op het laatst. Het roken maakt hem „minder knorrig, empathischer en vrouwelijker”, vindt hij zelf.

Hij zorgt voor een huisdealer in Paradiso, nog vóór de eerste coffeeshop bestond, en initieert jaren later drugstesten op housefeesten voor veilig gebruik. Ook is hij lang voorzitter van stichting Legalize!, die pleit voor legalisering van bepaalde middelen. In 1994 publiceert hij met mede Ruigoord-oprichter en goede vriend Gerben Hellinga het complete ‘gebruikershandboek’ Uit je Bol .

Plomp houdt van vrouwen. In de Volkskrant verschijnt in 2023 zijn advies aan de lezer: „Scheld niet met Kut want de kut is heilig. Laten we de betekenis van het woord herstellen tot iets wat prachtig is, iets gezelligs en genoeglijks.

Dan kun je uiteindelijk de mensen bij de bakker een ‘zalig kutweekend’ toewensen.” Plomp kent vele geliefden, is een echte charmeur met zijn volle haardos (de laatste jaren spierwit maar nog altijd even volumineus) en gulle lach. Als theatermaker Masja Ottenheim in Ruigoord neerstrijkt om „een Tibetaans-boeddhistische non te worden” en de zolderverdieping van het huis van Plomp wil huren, buigt de ateliercommissie zich enigszins opgelucht over haar aanvraag.

„Ze is gelukkig lesbisch, dus daar hoeven we ons geen zorgen over te maken”, zeggen ze, verwijzend naar de reputatie van Plomp. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: „Gelukkig gebeurde het grote wonder alsnog”, aldus Ottenheim. Een paar jaar later zijn de twee getrouwd.

In zijn ogen staat liefde voor de vrouw gelijk aan feminisme. Plomp noemt zichzelf „feminist”. Hij is ervan overtuigd dat hij zijn „vrouwelijke kant” goed ontwikkeld heeft, mede door zijn cannabisgebruik.

Daar komt hij later enigszins op terug: teruglezend in zijn eigen vroege werk ziet hij vooral veel duistere mannelijkheid en weinig feminisme. Zijn polyamoureuze levensstijl zweert hij in de laatste jaren van zijn leven af. Net zoals de meeste krakers in Ruigoord is Hans naast levenskunstenaar ook vader.

Die rol gaat hem niet altijd makkelijk af. Al op jonge leeftijd krijgt hij een dochter, Esther. Als haar moeder Hanny Boot jong overlijdt, trekt ze bij Plomp in.

Na de kraak neemt Plomp Esther mee naar Ruigoord. Met Yllen van de Vliet krijgt hij jaren later een zoon, Alf. Dat het vaderschap niet altijd genoeg prioriteit heeft gehad, ziet Plomp op latere leeftijd in, zo vertelt hij een week voor zijn dood aan Het Parool .

Ex-partner Grazyna Przybyl (1965) memoreert maandag in de kerk een uitspraak van Hans, een typisch Plompiaans gebbetje met serieuze ondertoon: „Als je geboren wordt lacht iedereen en huil jij, als je doodgaat huilt iedereen en lach jij – als het goed is tenminste.” Dat hij op een zelfverkozen moment zijn lichaam op aarde heeft kunnen achterlaten, wetende dat er een week later zoveel mensen zijn leven zouden vieren, heeft zeker voor die lach gezorgd. Dinsdag is Hans Plomp in besloten kring begraven.

.