Roodwangbromvlieg: aaseter hoopt op een strenge winter

Nu de temperaturen zakken, bereiden insecten zich met verschillende strategieën voor op de winter. Het antivries in het bloed van de bromvlieg maakt het insect resistent tot temperaturen van -15°C.

featured-image

Nu de temperaturen zakken, bereiden insecten zich met verschillende strategieën voor op het doorkomen van de winter. Het antivries in het bloed van de bromvlieg maakt het insect zo resistent tot temperaturen van -15°C. Iedereen kent wel het fenomeen van de kleine fruitvliegjes die het tijdens de warme maanden massaal op de fruitmand en de oranje zak gemunt hebben.

Maar wanneer mensen plots geconfronteerd worden met een eskader bromvliegen, is het voor velen een raadsel waar die plots vandaan komen. De alternatieve naam voor de vliegensoort verklaart al veel: bromvliegen worden ook vleesvliegen genoemd. “Bromvliegen zijn aaseters die van op meer dan een kilometer afstand dood vlees kunnen ruiken en dan heel snel ter plaatse zijn, ze zijn nog een stuk doeltreffender dan aasgieren,” zegt insectenexpert Peter Berx.



Een plotse invasie van bromvliegen kan er dus op wijzen dat er ergens in huis een dood dier ligt, bijvoorbeeld een vogel of muis. Ook op vleesresten in afval komen ze af. “Een afvalzak met vlees kan op die manier vol komen te zitten met maden, oftewel onvolwassen exemplaren, van bromvliegen.

Omdat er in steden meer afval te vinden valt, voelen bromvliegen zich er goed thuis. Sowieso zijn het echte cultuurvolgers, wat betekent dat ze gretig gebruikmaken van de mogelijkheden geboden door menselijke aanwezigheid.” Er zijn verschillende soorten bromvliegen die in Brussel op dood vlees jagen, met de roodwangbromvlieg als een van de belangrijkste vertegenwoordigers.

Dat is een blauwe soort met roodbruine vlekken onder de ogen, de zogenoemde ‘wangen’. Dat de kans op hoge aantallen bromvliegen groter is bij warme temperaturen, net zoals bij de fruitvliegen, komt doordat ze zich sneller vermenigvuldigen bij zachte temperaturen. “Wanneer het zo’n 20 à 25 graden warm is, doorlopen bromvliegen hun vier ontwikkelingsstadia (ei–larve–pop–volwassene, red.

) al in iets meer dan twee weken. Als de temperaturen daarentegen rond de tien graden schommelen, kan die hele cyclus meer dan een maand in beslag nemen.” Volwassen vliegen leven ongeveer vijf weken.

In deze herfstige periode van het jaar vertraagt niet alleen hun ontwikkelingsproces, de bromvliegen bereiden zich ook voor op de winter. Soms overleven ze die dankzij de aanwezigheid van dood vlees ergens verborgen in een warm huis, maar hun voornaamste strategie is om als poppen ingegraven onder de grond te blijven. Om de lange koudeperiode door te komen, hopen de vliegen enigszins paradoxaal op voldoende lage temperaturen in de komende maanden.

“Het is absoluut een misvatting dat er minder insecten zijn na harde winters,” zegt Berx. “Insecten zoals bromvliegen hebben antivries in hun bloed en kunnen onder de grond zelfs temperaturen tot min 15 graden verdragen.” Opstoten van warmte zijn echter nefast voor hun winterrust.

“Tijdelijke hogere temperaturen tijdens de winter stimuleren hen om zich te bewegen, waardoor ze energie verbruiken en sneller door hun vetreserves heen raken. Dat kan ertoe leiden dat ze de winter niet overleven of te zwak zijn om in het voorjaar uit hun cocon te komen.” Als dat voorkomt, is dat niet enkel slecht nieuws voor de dieren zelf, maar voor de hele natuur.

De vleesvliegen maken zich niet enkel nuttig door afval, zoals dode dieren, op te ruimen, maar ze dienen ook als voedselbron voor andere dieren, in de eerste plaats vogels. Daarnaast helpen ze mee met de bestuiving van bepaalde bloemen en planten..