Heel veel bloed verloren Het leven van Renate veranderde zeven jaar geleden in één klap. De bestuurder van een auto die afsloeg, zag haar niet op haar scooter. Renate had een schedelbasisfractuur en gescheurde milt met een slagaderlijke bloeding.
“Bij de spoedeisende hulp in het ziekenhuis waren ze heel druk bezig met mijn hoofdwond”, vertelt ze. “Toen mijn toestand snel verslechterde, ontdekten ze de bloeding bij mijn milt. Ik had het geluk dat er een arts aanwezig was met veel ervaring in het opereren van bloedvaten.
Net zo belangrijk was het donorbloed . Geen idee hoeveel ik heb gekregen, ik weet alleen dat ik heel veel bloed heb verloren.” Blij dat ik er nog ben Renates hersteltraject was lang en zwaar en de gedachten aan haar gezin heeft haar op de been gehouden.
Ze is nog altijd niet helemaal hersteld. “Ik heb een lichte hersenbeschadiging opgelopen, daardoor kan ik onder meer slecht tegen veel prikkels en werkt mijn geheugen minder goed”, aldus Renate. “Daarnaast heb ik last van chronische vermoeidheid.
Ik heb ermee leren omgaan, het is wat het is. Ik ben vooral blij dat ik er nog ben, want ik besef heel goed dat het veel slechter had kunnen aflopen.” Renate heeft dus veel te danken aan bloeddonors.
“Ik schaamde me achteraf heel erg dat ik zelf nooit bloeddonor was. Het belang ervan was nooit zo bekend bij mij. Na wat ik heb meegemaakt, weet ik als geen ander wat donorbloed kan betekenen.
” Toch kon Renate nadat ze genoeg hersteld was, zelf geen bloed geven, hoe graag ze dat ook wilde. Het was nou eenmaal de regel: als je ooit bloed had gekregen, mocht je zelf niet doneren. Tijd om het beleid aan te passen Marja van Wijk, arts medisch beleidsadviseur bij Sanquin: “Dit was om een besmetting van de ziekte van Creutzfeldt-Jakob variant (vCJD) te voorkomen.
Deze hersenziekte wordt mogelijk veroorzaakt door het eten van vlees besmet met BSE (‘gekkekoeienziekte’). Er is geen test om de ziekte in het bloed op te sporen, maar het is wel overdraagbaar via het bloed. Daarom werden bloedontvangers uit voorzorg uitgesloten van bloeddonorschap.
Maar nu, 40 jaar later, is de situatie niet meer hetzelfde. Veestapels werden vernietigd, het bloedtransfusieproces is veranderd en het aantal patiënten met vCJD blijft heel erg klein. Sinds 2016 zijn er zelfs helemaal geen nieuwe patiënten meer bijgekomen.
Genoeg aanleiding dus om het beleid voor doneren na een bloedtransfusie aan te passen.” Goed nieuws Sinds 1 oktober 2024 worden mensen die zelf ooit bloed hebben ontvangen, niet meer automatisch afgekeurd als ze zelf bloed willen doneren. “De medische reden achter de transfusie bepaalt nu of iemand donor kan zijn of niet”, vervolgt Marja van Wijk.
“Zo kunnen mensen die bloed hebben ontvangen na een ongeluk, bij een operatie, tijdens de geboorte, zwangerschap of bevalling nu alsnog donor worden. Voor mensen met een bloedziekte, hartinfarct of vervanging van een hartklep zal het niet mogelijk zijn. Ook voor de mensen die kanker hebben gehad, is het nog niet mogelijk.
” Ondanks het feit dat het niet voor iedereen mogelijk is om bloed te geven, is dit voor velen dus goed nieuws. De mensen die zelf hebben ervaren hoe levensreddend donorbloed is, kunnen nu ook bloed of plasma - een vloeistof in je bloed - geven. Renate dus ook.
“Ik ben héél blij dat ik ook zelf bloed mag doneren”, besluit ze. Met jouw bloed geef je mensen als Renate leven. Vind hier meer informatie over donor worden.
.
Bovenkant
Renate: ‘Donorbloed heeft mij gered. Fijn dat ik nu zelf bloed kan geven’
Renate (45) overleefde een ernstig scooterongeluk dankzij bloeddonors en een snel handelende arts. Ze vond het heel naar dat ze als ontvanger van donorbloed zelf geen donor mocht worden. Maar recent zijn de regels veranderd. In veel gevallen kun je na een bloedtransfusie nu wél zelf donor worden.