Net als de voorgaande jaren heeft het Rekenhof opnieuw geen oordeel willen geven over de begroting van het Brussels gewest. Onzekerheden over de fiscale ontvangsten en vorderingen in de rekeningen van de algemene diensten van het gewest liggen aan de basis van die onthouding. Dat blijkt uit het 29ste Boek over de Brusselse rekeningen dat donderdag werd gepubliceerd.
Volgens de begrotingswaakhond beliep de geconsolideerde brutoschuld eind vorig jaar 13,3 miljard euro. De toename van de geconsolideerd brutoschuld (+108 procent) in de periode 2019-2023 vloeit hoofdzakelijk voort uit de opeenvolgende begrotingstekorten van het Brussels gewest. De verslechtering van die tekorten schrijft het Rekenhof toe aan de structureel sterkere stijging van de uitgaven dan de ontvangsten.
In dezelfde periode zijn de uitgaven jaarlijks met gemiddeld 7,4 procent gestegen tegenover de ontvangsten, die jaarlijks gemiddeld met 4,9 procent stegen. De cijferaars onthouden zich van een oordeel over de rekening van het gewest, waaronder ook 21 autonome bestuursinstellingen vallen. Dat komt dus neer op een serieuze blaam.
Het Rekenhof heeft de rekeningen van deze instellingen gecertificeerd: het heeft zich ervan onthouden een oordeel te formuleren over de algemene rekening van één instelling, een afkeurend oordeel gegeven over drie algemene rekeningen, negen rekeningen gecertificeerd met voorbehoud en acht zonder voorbehoud..
Bovenkant
Rekenhof onthoudt zich opnieuw over Brusselse rekeningen
Net als de voorgaande jaren heeft het Rekenhof opnieuw geen oordeel willen geven over de begroting van het Brussels gewest.