De theatercarrière van regisseur Johan Doesburg begon turbulent. Als afstudeervoorstelling aan de Amsterdamse Toneelschool, afdeling regie, koos hij het toneelstuk Het vuil, de stad en de dood van de Duitse cineast en toneelschrijver Rainer Werner Fassbinder. Dat was bij de wereldpremière in Keulen al omstreden wegens het vermeend antisemitische karakter.
De première op woensdagavond 18 november 1987 in het Rotterdamse theater LantarenVenster werd door Joodse demonstranten na enkele minuten verhinderd; zij bezetten de speelvloer. De jonge regisseur was aangeslagen. Hij vond het stuk belangwekkend.
Afgelopen vrijdag is Doesburg op 69-jarige leeftijd in zijn woonplaats Den Haag overleden. Hij besloot tot euthanasie. In een ‘bericht naar buiten’, zoals hij het noemde, liet hij weten negen jaar longkanker overleefd te hebben, maar medicijnen hadden zijn nieren aangetast.
Doesburg werd op 12 mei 1955 geboren in Den Haag. In de toneelwereld werd hij liefdevol ‘Does’ genoemd; zijn verschijning met lang zwart haar en onveranderlijk een hoed op was markant. Uiteindelijk studeerde hij af met Bedrog van Harold Pinter.
Maar van een uitvoering van Fassbinders gewraakte stuk bleef hij dromen, en in 2002 kwam het ervan, nu in de Haagse Koninklijke Schouwburg. Mede dankzij de gestileerde choreografie van zijn partner Betsy Torenbos werd het een betekenisrijke voorstelling, die tot nadenken stemde. Maar de theatergeschiedenis was al geschreven ten tijde van Doesburgs eerste poging Het vuil, de stad en de dood op de planken te brengen: acteur Jules Croiset ontvoerde zichzelf destijds en Harry Mulisch wijdde aan de hele affaire zijn Boekenweekgeschenk, Het theater, de brief en de waarheid (2000).
Na zijn afstuderen werkte Doesburg bij uiteenlopende gezelschappen, onder meer Toneelgroep Amsterdam en het Ro Theater. In 1994 trad hij aan als artistiek leider bij het Nationale Toneel in Den Haag, waaraan hij tot zijn afscheid in 2015 verbonden bleef. Met zijn verbeeldingsrijke regies, vol dynamiek en tegelijk met een scherp gevoel voor taal en tekstbehandeling, maakte hij onuitwisbare indruk.
Omstreden of gewaagd repertoire genoot zijn voorkeur. Zo bracht hij een toneelbewerking uit van de controversiële roman Elementaire deeltjes (2005) van Michel Houellebecq. Ook Mystiek lichaam (1996) van Frans Kellendonk, met Jeroen Willems in de hoofdrol, transformeerde onder zijn handen tot de voor hem zo kenmerkende combinatie van krachtig toneelspel en een rijke inhoud.
Zijn Liaisons dangereuses (2007), naar de brievenroman van Choderlos de Laclos, werd een superieur erotisch experiment. Zijn versie van de tragedie Medea (2008), met Ariane Schluter in de titelrol, kwam te voorschijn als een hartverscheurende zoektocht naar de drijfveren van waarom een moeder haar kinderen zou doden. Doesburgs laatste voorstelling voor het Nationale Toneel was de marathon Genesis , een bewerking van het eerste Bijbelboek door zijn vaste auteur Sophie Kassies.
Hiervoor ontving Doesburg de Prijs van de Kritiek en werd hij tevens benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het oeuvre van Doesburg omvat meer dan zeventig regies. De grote greep was hem dierbaar.
Hij regisseerde in 2011 Goethes Faust I & II als één geheel, een zeldzaamheid in de Nederlandse theatergeschiedenis. Shakespeare behoorde tot zijn lievelingsschrijvers. Hij ensceneerde onder meer een gloedvolle Hamlet (1999) en een gedurfde Othello (2006).
Een citaat uit Hamlet liet hij op zijn rouwkaart plaatsen: „Aangezien geen mens, wanneer hij gaat, iets weet van wat hij achterlaat, waarom dan niet bijtijds gegaan?”.
Vermaak
Regisseur Johan Doesburg (69), twintig jaar artistiek leider van het Nationale Toneel, hield van gewaagd repertoire
In Den Haag overleed vrijdag theaterregisseur Johan Doesburg (69). De markante ‘Does’ was onder meer twintig jaar lang artistiek leider bij het Nationale Toneel in Den Haag. Hij stond bekend om zijn verbeeldingsrijke regies.