De regerende Sociaal-Democratische Partij (PSD) van premier Marcel Ciolacu lijkt de grootste te gaan worden bij de Roemeense parlementsverkiezingen. Bij exitpolls ging de partij met 26 procent van de stemmen aan kop, boven de rechts-radicale partij AUR die op 19 procent uitkwam. Dat meldt persbureau Reuters.
Premier Ciolacu reageerde na de eerste resultaten dat de voorlopige uitslag laat zien dat de Roemenen willen dat het huidige kabinetsbeleid wordt voortgezet. Toch levert zijn partij flink in: de PSD heeft nu nog 32,5 procent van de parlementszetels in handen. De AUR krijgt ruim twee keer zoveel parlementsleden: de partij groeit van 8,5 naar 19 procent.
De belangrijkste campagnethema’s waren de economie, koopkracht en bestaanszekerheid. Het is nog niet duidelijk welke partij derde wordt: de centrumrechtse USR en liberale PNL lijken allebei rond de 15,5 procent van de stemmen te hebben gehaald. Twee andere extreemrechtse partijen, SOS RO en POT, hebben ieder zes procent van de stemmen gehaald.
Daarmee heeft dus ruim 30 procent van de Roemenen op een radicaal-rechtse partij gestemd. Bij de voorlopige uitslagen zijn nog niet de stemmen meegerekend van de honderdduizenden Roemenen die vanuit het buitenland hebben gestemd. Verwacht wordt dat zij in meerderheid op de centrumrechtse en rechts-radicale oppositiepartijen hebben gestemd.
De uitslag zou voor die partijen dus nog gunstiger kunnen uitvallen. Een week eerder ging er nog een schokgolf door Roemenië, toen bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen de extreemrechtse populist Calin Georgescu als winnaar uit de bus kwam – iets wat geen enkele peiling verwacht had. De nationalistische partijloze politicus is tegen de EU, de NAVO en steun voor buurland Oekraïne.
Afgelopen donderdag besloot het Roemeens Constitutioneel Hof dat er een hertelling van de stemmen moet plaatsvinden . Een reden hiervoor werd niet gegeven..
Bovenkant
Regerende sociaal-democraten winnen Roemeense parlementsverkiezingen
Een week eerder won een extreemrechtse nationalist nog de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Het Grondwettelijk Hof besloot dat de stemmen daarvoor opnieuw geteld moeten worden.