Rechter fout in vonnis Oduber

Van onze correspondent Oranjestad - In de strafzaak tegen de inmiddels veroordeelde ex-minister Otmar Oduber heeft het gerecht in eerste aanleg een fout gemaakt. De fout - dat Oduber het passieve kiesrecht is ontzegd en dat hij geen lid mag zijn van een algemeen vertegenwoordigende orgaan - is via een zogeheten ‘herstelvonnis’ aangepast. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie erkent de fout en laat weten dat het mogelijk is om de fout te hertellen, omdat het vonnis dat op 22 januari is uitgesproken nog niet onherroepelijk is.

De termijn om in hoger beroep te gaan is nog niet voorbij. Het gerecht stelt dat in het dictum en in de strafmotivering een fout is gemaakt. Uit het vonnis blijkt volgens de rechter ondubbelzinnig dat Oduber is vrijgesproken van passieve omkoping.



Hij is schuldig bevonden aan poging tot oplichting, oplichting en het misbruik maken van zijn functie. ,,Ten onrechte heeft het gerecht in eerste aanleg besloten om Oduber als bijkomende straf het recht van het passieve kiesrecht te ontzeggen en hem gedurende drie jaar het recht te ontnemen om lid te zijn van algemeen vertegenwoordigende organen.” Met dit laatste bedoelt de rechter onder andere het parlement.

,,Voor deze bijkomende straf ontbreekt de wettelijke grondslag.” In het herstelvonnis staat dat de rechter van mening is dat de ‘veroordeelde noch het Openbaar Ministerie door het herstellen van deze fout in enig rechtens te respecteren belang wordt geschaad’. Het vonnis is hersteld op 27 januari en afgelopen dinsdag gepubliceerd.

De passage op pagina 50 van het gewezen vonnis ‘en van het passieve kiesrecht’ komt te vervallen. De passage op pagina 52 van het gewezen vonnis in het dictum ‘ontzet de verdachte het recht tot lid van algemeen vertegenwoordigende organen te worden gekozen voor de duur van drie jaar’ komt ook te vervallen. Het gerecht benadrukt dat het herstelvonnis het oorspronkelijke vonnis volledig in stand houdt en een onverbrekelijk geheel vormt met het oorspronkelijke vonnis.

De termijn om in hoger beroep te gaan wordt hierdoor niet aangepast. De griffier zal dit herstelvonnis hechten aan het oorspronkelijke vonnis en aan de partijen toezenden..