Prijswinnende cameraman: ‘Ik doe echt maar wat’

Met zijn camerawerk voor de VPRO-serie Dokter Ruben won cameraman Jackó van ‘t Hof onlangs een Tegel, de belangrijkste journalistieke prijs van Nederland. Wat maakte de meeste indruk? “Bij dat hospitaaltje in Oost-Congo stond ik met tranen in mijn ogen te filmen.”

featured-image

Je hebt de Storimans Tegel gewonnen voor excellent journalistiek camerawerk. Wat betekent deze prijs voor jou? “Ik voel me eerlijk gezegd een beetje een vreemde eend in de bijt, omdat ik mijn camerawerk niet zo journalistiek vind. Stan Storimans, naar wie deze Tegel is vernoemd, díé stond met gevaar voor eigen leven in een oorlog te draaien.

Voor de programma’s waarvoor ik werk, filmen we alleen voor of na een oorlog. Neemt niet weg dat ik het natuurlijk een eer vind dat ik deze Tegel heb gewonnen.” Ik kloot maar wat aan, zei je toen je de Tegel in ontvangst nam.



Is dat niet wat te bescheiden? Je bent toch een vakman die goed weet wat hij doet? “Dat zou je denken. Maar ik doe echt maar wat. Anderen bedenken de verhalen die ze willen vertellen en ze nemen mij mee omdat ze denken dat ik ergens goed floreer.

Natuurlijk lees ik me van tevoren goed in, zodat ik weet wat we gaan maken, maar eenmaal ter plekke gaat het eigenlijk vanzelf.” Hoe ga jij te werk? “Voor mij is het prettig als ik eenmaal op de bestemming word losgelaten en mijn gang kan gaan. Een regisseur moet bij mij niet in mijn oor gaan staan schreeuwen, dan ben ik uit het ritme.

Ik neem alles in me op, kijk vooral goed om me heen. Wat is een mooie plek? Wat is een bijzonder beeld? De camera functioneert als mijn rechteroog – weliswaar met een ietwat blinde vlek aan de rechterkant, maar die houdt de regisseur voor me in de gaten. Soms heb je mazzel met wat je tegenkomt.

In een dorp in Siberië kwam bijvoorbeeld een jongen op ons af die bleek te zijn neergestoken door zijn zwager. Dan hoef ik de camera alleen maar aan te zetten voor een goede scène.” Hoe ver ga jij voor een goed shot? “Ik kies in ieder geval nooit voor de makkelijkste weg.

Ik zit bijvoorbeeld heel veel op mijn knieën, omdat ik dat een mooi perspectief vind, een beetje van onderaf. Inmiddels draag ik daarom altijd van die volleybalkniebeschermers. Ik lig ook veel.

Het gaat bij mij altijd maar om één ding en dat is het eindproduct. We werken met publiek geld, dus ik vind dat we een grote verantwoordelijkheid hebben om iets goeds af te leveren. Dus ja, ik ga wel voor het onderste uit de kan.

” Wat film je het liefst? “Toch wel die ‘sociaalfilmerij’, om het maar onder één noemer te scharen. Ik ben geïnteresseerd in mensen en hun verhalen. En die hoeven zich echt niet altijd af te spelen op stoffige wegen in Afrika.

Wij cameramensen slaan onszelf op de borst over ons prachtige camerawerk daar, maar in Afrika is er geen kunst aan om mooie shots te draaien. Dat is poepen zonder drukken. Doe hetzelfde maar eens in Groningen of Utrecht.

Het is veel moeilijker om dáár een goede scène te draaien dan in een hutje in het oosten van Kenia.” Voor de 7 afleveringen van Dokter Ruben zijn jullie de hele wereld over gereisd. Wat heeft je het meest geraakt tijdens het filmen? “Afrika heeft me behoorlijk aangegrepen.

Bij het ziekenhuis in Oost-Congo waar Nobelprijswinnaar Dr. Mukwege verkrachte vrouwen oplapt, heb ik met tranen in mijn ogen staan filmen. Wat we daar hebben gezien en gehoord heeft nog lang door mijn hoofd gespeeld toen ik terug was.

En ook het kankerziekenhuis in India waar het been van een kind werd geamputeerd, zal ik niet snel vergeten.” Waar ben je trots op? “Bij dit soort onderwerpen vind ik trots een moeilijk woord. Kijk, ik vind dat nieuws gemaakt moet worden en dat verhalen verteld moeten worden.

Iemand moet er verslag van doen, vastleggen wat er allemaal gebeurt in de wereld. Maar soms bekruipt me een ongemakkelijk gevoel. Als ik daar in India een stervend kind sta te filmen bij een kankerziekenhuis, dan is dat een belangrijk verhaal om te vertellen, maar het steekt me ook.

Ík ga weer naar huis, krijg bloemen en pluimen, maar zo’n kind is weg.” Wanneer ben jij qua camerawerk tevreden? “Als het eindproduct, het programma of de film, goed is geworden. Als cameraman alleen ben je niets.

Je bent een schakel in het geheel, het gaat om de inhoud én de techniek.” Wat is het belang van goed camerawerk? “Met de camera breng je letterlijk dingen in beeld die anders misschien buiten het zicht zouden blijven. In mijn optiek is er een groot verschil tussen de programma’s die ik draai en de hardere nieuwsjournalistiek, maar voor beide geldt dat het belangrijk is dat je ‘het hebt’, dat je de essentiële dingen hebt vastgelegd.

Bij nieuws is dat de kern, bij mij gaat het daarnaast ook vaak om de sfeer eromheen.” Het prijswinnende camerawerk Bekijk hier Dokter Ruben , waarmee Jackó van ‘t Hof de Storimans Tegel won voor excellent journalistiek camerawerk. Volgens de jury lukt het hem als geen ander om intiem en dicht bij de mensen te filmen.

Dat maakt het ergens spannend: je aanschouwt als kijker gesprekken en scènes waar je misschien wel helemaal niet bij had mogen zijn. Je bent bijna zelf op locatie aanwezig. De Tegel is met haar journalistieke jaarprijzen een eerbetoon aan kwaliteitsjournalistiek van Nederlandse bodem.

De genomineerden en winnaars worden jaarlijks door een (vak)jury geselecteerd uit honderden inzendingen, ingestuurd door vrijwel alle journalistieke organisaties in Nederland. De Tegel is een initiatief van NDP-Nieuwsmedia, de Nederlandse Vereniging van Journalisten, het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren, NOS en RTL Nederland, verenigd in Stichting Jaarprijzen voor de Journalistiek. In het voorjaar werden in totaal tien Tegels toegekend in de categorieën Nieuws, Eerstelijns Verslaggeving, Achtergrond, Onderzoek, Interview, Regionaal/Lokaal, Internationaal, Data, Storimans en de Pioniers Tegel.

.