Politieke judothriller ‘Tatami’ neemt kijkers in een wurggreep

Over de oppressie van het Iraanse regime zijn talloze films gemaakt. ‘Tatami’ giet de spanning van die lange arm verbazingwekkend vlot in een sportfilmmal: een Iraanse judoka is op weg naar goud, maar stuit mogelijk op een Israëlische tegenstandster – reden voor dreigementen door het regime.

featured-image

Er lijkt geen enkel raam te zitten in de gigantische Georgische sporthal waar in Tatami het wereldkampioenschap judo plaatsvindt. Het draagt bij aan het claustrofobische gevoel dat de stijlvolle zwart-witthriller geregisseerd door Zar Amir Ebrahimi (hoofdrolspeelster van Holy Spider ) en Guy Nattiv (regisseur van Golda ) oproept. Al komt bij hoofdpersoon Leila (Arienne Mandi) het gevoel dat ze gevangen zit niet doordat ze geen buitenlucht kan zien.

De ambitieuze Iraanse judoka voelt dat ze in Tbilisi kans maakt op goud en wil daar volledig voor gaan. Ze wordt ter plekke gesteund door haar coach Maryam (Amir Ebrahimi), ooit zelf top-judoka. Thuis supporteren vrienden en familie.



Maar dan blijkt dat het land dat ze representeert „zich zorgen maakt”; na enkele gewonnen rondes zou Leila mogelijk moeten uitkomen tegen een Israëlische tegenstander. Maryam krijgt een telefoontje: Leila moet stoppen of een blessure faken. Tatami geeft weinig achtergrond bij de steeds dwingendere verzoeken die Maryam krijgt, maar bekend is dat Iraanse atleten het van hun geboorteland niet mogen opnemen tegen aartsvijand Israël.

Het verhaal van Leila is geïnspireerd door waargebeurde verhalen van sporters als judoka Saeid Mollaei. De Iraanse gewichtheffer Mostafa Rajaee kreeg vorige zomer zelfs een levenslang verbod op het spelen van welke sport dan ook omdat hij een hand had gegeven aan een Israëlische tegenstander. Dat Tatami dus zowel een Israëlische als Iraanse regisseur heeft, is uniek.

Al woont Amir Ebrahimi al sinds 2008 in Frankrijk. Over de oppressie van het Iraanse regime zijn talloze films gemaakt, net als over de angst en dreiging die Iraniërs soms duizenden kilometers buiten hun thuisland achtervolgen. Vaak resulteert dat in bittere drama’s.

Tatami giet de spanning die de alomtegenwoordige schaduw van het regime oproept verbazingwekkend natuurlijk en vlot in een sportfilmmal. Nattiv en Amir Ebrahimi brengen de judo-gevechten gestileerd en meeslepend in beeld; de camera cirkelt rond en soms zelfs onder de duellerende vrouwen. Ondertussen horen we sportcommentatoren – onwetend over wat er achter de schermen speelt – grepen bespreken en de spanning opdrijven.

Af en toe voelt Tatami zelfs als een reguliere sportfilm, maar na enkele telefoontjes betekent iedere winst van Leila, behalve een overwinning, vooral een stap dichter bij een potentiële hel die losbreekt. Niet alleen voor haar en haar coach, ook voor familie thuis. Belangrijke rode draad in Tatami is de verschuivende dynamiek tussen de koppige judoka en haar coach.

Maryam maakte in het verleden andere keuzes dan Leila. Het is jammer dat de persoonlijkheden van de twee vrouwen niet iets genuanceerder zijn uitgewerkt. Ondanks eersteklas spel van Mandi en Amir Ebrahimi, voelen het conflict en de tegenstellingen die tussen hen ontstaan wat gekunsteld en vooral bedoeld om de boodschap van de film te onderstrepen.

Het neemt niet weg dat Tatami een urgente kwestie op toegankelijke en pakkende wijze vormgeeft en anders laat kijken naar Iraanse sporters..