Arme Pietje. De vrouw van Eise Eisinga was hoogzwanger toen hij haar in 1774 vertelde dat hij de woon- en slaapkamer van het stel wilde ombouwen tot een planetarium. ‘Hij ging hun zoldering verlagen’, schrijft Sandra Langereis in Machineman , ‘hij ging een enorme machine boven hun hoofden bouwen, hij ging een tikkende klok recht boven hun bedstee plaatsen.
’ Hun slaapplek werd een klusruimte. Pietje liet hem merken dat ze ‘wenste dat hij liever gisteren dan morgen klaar was’. Eise beloofde dat hij niet langer dan zeven jaar bezig zou zijn, maar daarmee was het niet gedaan met de overlast.
Als het klaar was zou hij op deze plek mensen gaan ontvangen om hen te onderwijzen over de werking van het zonnestelsel. Dat was hard nodig vond hij, want er deden in die tijd nogal wat doemverhalen de ronde. Zo was er in het jaar dat Eise zijn plan opvatte om een planetarium te bouwen een boekje verschenen van een anonieme dominee.
Daarin werd pseudowetenschappelijk onderbouwd dat het in de Bijbel reeds aangekondigde einde der tijden weldra nabij zou zijn, als de planeten Mercurius, Venus, Mars en Jupiter op één lijn zouden komen te staan. Ook waren er publicaties over kometen die zouden kunnen inslaan op de aarde. Eise Eisinga was niet academisch geschoold, hij was een ambachtsman.
Maar hij had wel een talent voor het maken van ingewikkelde sommen, en astronomie was zijn hobby. Planetaria bestonden er al in zijn tijd, maar die zagen er weinig realistisch uit, als een soort wandklok. Leuk voor wie al iets begreep van de beweging van planeten, maar niet erg behulpzaam voor een leek.
Eise stond iets anders voor ogen: aan het plafond van zijn woning zouden bollen komen die de toen zes bekende planeten moesten voorstellen. Ze zouden in real time bewegen ten opzichte van de ‘zon’ in het midden, met exact de snelheid van de echte planeten – op een schaal van 1:1.000.
000.000.000.
De toeschouwer kon zo in één oogopslag zien hoe het zonnestelsel werkte. Het planetarium werd wereldberoemd. Sandra Langereis’ beschrijvingen ervan zijn zo enthousiasmerend dat je meteen zou willen afreizen naar Franeker om het te bekijken.
Maar Langereis, die in 2021 de Libris Geschiedenis Prijs kreeg voor haar biografie van Erasmus , wil ook laten zien dat Eise Eisinga meer was dan een planetariumbouwer. Als de bestuurder, die hij óók was, plaatst ze hem nadrukkelijk in zijn tijd. En wat een tijd was dat! Lezend over de jarenlange strijd tussen patriotten (die een meer democratische republiek voorstonden) en de orangisten (die het stadhouderlijk stelsel onder leiding van het huis Oranje-Nassau wilden handhaven en versterken) ben je bijna geneigd te denken dat het met de polarisatie in onze tijd wel meevalt.
In 1787 had stadhouder Willem V een buitenlands (Pruisisch) invasieleger nodig om zijn macht te handhaven. Acht jaar later slaagden de patriotten er met hulp van de Fransen alsnog in hem te verdrijven en de Bataafse Republiek te stichten. In het Friesland van Eise Eisinga vond een ware beeldenstorm plaats.
In de Grote Kerk in Leeuwarden werden alle praalgraven van de Oranje-Nassaus vernield en de grafkisten opengebroken. In het stadhuis werden de portretten van Friese stadhouders van de muren gehaald om ze vervolgens op een brandstapel te gooien. Jaren eerder was Eise, in 1744 geboren in het Friese Dronrijp, door zijn vader ingewijd in het ambacht van wolkammer.
Vader Jelte had een werkplaats waar vette scheerwol werd gewassen, gedroogd en gekamd. Thuisspinsters maakten daar woldraad van, waarna de wolkammer er ‘sajet’ van produceerde: fijn gekleurd wolgaren. Dat was het basismateriaal voor het weven van lakense stoffen, waarvan kleren, kleden en tapijten werden gemaakt.
Hoewel Eise goed kon leren, ging hij als kind van een ambachtsman niet naar de universiteit. Wel konden zijn ouders het zich veroorloven hem één keer per week naar een privéleraar in Franeker te sturen om goed te leren rekenen – na een wandeling van twee uur. In 1761 was er veel te doen om de ‘Venuspassage’.
Voor het eerst in meer dan honderd jaar zou de planeet Venus tussen de zon en de aarde verschijnen. Over heel de wereld klokten sterrenkundigen hoe lang die passage duurde om vervolgens voor het eerst een serieuze poging te doen de diameter van de zon en de afstand van de aarde tot de zon te berekenen. Eise was erbij toen de passage in het Leeuwarder Blokhuis via twee lange telescopen werd gevolgd.
Thuis maakte hij berekeningen om de tijdstippen van alle zons- en maansverduisteringen tot 1800 te voorspellen. Behalve de liefde voor het ambacht van wolkammer had Eise nog iets van zijn vader geërfd: twee rechterhanden. Vader Jelte was een kei in houtbewerking.
Hij maakte eigenhandig een klavecimbel, een orgel en een zeilbootje voor zijn zoon. Later zou hij Eise helpen bij de bouw van het ingenieuze raderwerk voor zijn planetarium. Ook zonder dat planetarium was Eise’s ster al rijzende.
In Franeker, waar hij voor zichzelf was begonnen, vervulde hij een indrukwekkend aantal bestuurlijke functies. Hij was onder meer penningmeester van het Defensiewezen in Franeker, een bolwerk van de patriotten. Toen stadhouder Willem V met hulp van een Pruisisch leger een korte oorlog tussen orangisten en patriotten won, besloot Eise de wijk te nemen naar Duitsland.
Zijn gezin liet hij achter. Vervolgens bouwde hij een nieuw bestaan op in de Groninger ommelanden, waar hij zich veilig waande, maar in 1791 werd hij alsnog gearresteerd. Eise zat 381 dagen in een cel.
Aan de hand van Eise vertelt Sandra Langereis over een tumultueuze periode in de Nederlandse geschiedenis die behoorlijk weggezakt is uit het collectieve geheugen. Het verhaal, dat begint met een slimme flash forward , is zo opgebouwd dat je steeds nieuwsgierig bent naar het vervolg. Jammer is wel dat ze dat, met name in de delen over de politieke geschiedenis, te vaak doet in zinnen die zo lang en vol van informatie zijn dat je ze twee keer moet lezen.
De vele fraaie illustraties maken het lezen van deze gebonden uitgave niettemin tot een feest. Af en toe slaat Langereis een zijpad in waardoor Machineman ook meer is dan een biografie. Zo kom je als lezer bijvoorbeeld ook meer te weten over het rekenonderwijs in Eise’s tijd, de rol van zwarte bedienden aan het hof, en de wijze waarop de patriotten probeerden democratiseringen door te voeren in een tijd waarin nog niet iedereen kon lezen en schrijven.
Nieuwe politieke omwentelingen volgden, waardoor de macht van de Oranjes nog tijdens het leven van Eise zou worden hersteld. In 1818 werd Eise door koning Willem I vereerd met een bezoek aan zijn planetarium. Zijne majesteit bestudeerde ook de binnendelen van het raderwerk in een ruimte waar je alleen op je knieën doorheen kon.
Eise heeft de kruipende vorst waarschijnlijk met een kaarsje bijgelicht, suggereert Langereis. Het moet hebben gevoeld als een genoegdoening voor man die jaren eerder was gevlucht voor het leger van de vader van de koning..
Bovenkant
Planatariumbouwer Eise Eisinga dwong koning Willem I op de knieën, zo blijkt uit zijn biografie
Sandra Langereis schreef een biografie van Eise Eisinga. Behalve een wereldberoemd planetariumbouwer blijkt deze ook een groot patriottisch bestuurder te zijn geweest.