/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data128187546-a83e4a.jpg)
Tien jaar na zijn dood vond in 1986 te Leiden een congres plaats over de Duitse filosoof Martin Heidegger dat de aandacht trok van de hele filosofische wereld. Heidegger was immers de grondlegger van de ‘continentale’ wijsbegeerte die de nadruk legde op verwondering en creatief denken, tegenover de analytische filosofie die logica, wetenschap en taalanalyse centraal stelde. Na Heideggers dood zwollen de geruchten over zijn nazi-engagement in de jaren dertig aan, later bevestigd door publicatie van zijn dagboeken.
Dat Leidse congres werd geopend door de Duitse filosoof Hans-Georg Gadamer (1900-2002), een rijzige gestalte die grotendeels uit zijn hoofd een imposante voordracht hield. Na publicatie van zijn hoofdwerk Wahrheit und Methode (1960), dat leunt op Heidegger, was hij uitgegroeid tot een vooraanstaande filosoof. Anders dan Heidegger schreef hij toegankelijk, was hij benaderbaar en diplomatiek.
Bovendien was hij niet besmet door een nazi-verleden. Gadamer werd de vader van de hermeneutiek, een invloedrijke theorie die Verstehen en interpretatie (en niet verklaren) zag als kern van de filosofie en geesteswetenschappen. Onlangs is eindelijk de briefwisseling tussen deze twee giganten verschenen.
Die geeft een nieuw, scherper beeld van hun relatie. In één van de eerste brieven komt Heidegger, bij wie Gadamer promoveert, keihard ter zake: „Uw werk vind ik niet voldoende.” Als student in Marburg had Gadamer enthousiaste verhalen gehoord over Heidegger, wiens colleges in Freiburg hij vervolgens ging bijwonen.
In die jaren twintig begint ook hun correspondentie. In de loop der jaren wordt de toon vriendelijker, maar tot op hoge leeftijd blijft Gadamer een dociele leerling. Pas rond zijn 69ste verjaardag, in 1969, begint Heidegger een brief met ‘Beste vriend’.
Na Heideggers dood in 1976 schrijft Gadamer diens weduwe dat Heidegger nog meer voor hem heeft betekend dan zijn eigen vader. De briefwisseling is niet alleen interessant om wat er in staat – veel nieuwtjes over collega’s, Gadamers pogingen een vaste baan te krijgen, roddels over benoemingen, Heideggers kritiek op hedendaagse universiteiten – maar ook om wat er niet in staat. Niets over analytische filosofie, over politieke kwesties, of over de vrouwen in hun leven.
Toen Heidegger postuum in opspraak raakte om zijn verleden, distantieerde Gadamer zich in 1988 publiekelijk van het nazi-engagement van zijn leermeester. Uit de correspondentie blijkt daar evenwel niets van. Wel doet Gadamer zijn best om Heidegger te rehabiliteren.
Hij krijgt het voor elkaar dat Heidegger ondanks zijn verleden lid kan worden van de Heidelberger Academie van wetenschappen. Bekend is dat Gadamer Heidegger ook thuis uitnodigde om met studenten van gedachten te wisselen. Dat werd een tegenvaller.
Heidegger kwam op vanachter een gordijn en stak lange monologen af. De studenten deelden Gadamers enthousiasme niet..