Oud-Feyenoorder Bram Panman (87) over Nederlands-Indië: 'Ik praatte er met niemand over'

De kinderjaren van Bram Panman speelden zich af in voormalig Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Wat een onbezorgde tijd had moeten zijn, veranderde in een horrorjeugd. Tijdens de Japanse bezetting overlijdt zijn vader en komt Bram in een Japans kamp terecht.

featured-image

TWEEDE WERELDOORLOG Oud-Feyenoorder Bram Panman (87) over Nederlands-Indië: 'Ik praatte er met niemand over' Tenny Tenzer Vandaag, 21:02 • 7 minuten leestijd Bram Panman vertelde nooit over zijn verleden in Nederlands-Indië © Rijnmond De kinderjaren van Bram Panman speelden zich af in voormalig Nederlands-Indië, het huidige Indonesië. Wat een onbezorgde tijd had moeten zijn, veranderde in een horrorjeugd. Tijdens de Japanse bezetting overlijdt zijn vader en komt Bram in een Japans kamp terecht.

Na de capitulatie van Japan wordt de familie gedwongen naar Nederland gerepatrieerd. Op de ruïnes van de gebombardeerde stad Rotterdam leerde hij voetballen en schopte het tot doelman bij het eerste van Feyenoord. Aan de vooravond van de Nationale Herdenking op 15 augustus deelt hij zijn verhaal.



"Ik ben best nerveus voor dit interview", zegt Bram met opvallend kalme stem. Hij praat niet graag over zijn traumatische verleden en heeft zijn verhaal ook nooit gedeeld met vrienden, familie of zelfs zijn teamgenoten bij Feyenoord. Toch neemt hij de tijd om erover te praten aan zijn keukentafel in Pijnacker.

Hij probeert zijn verhaal in chronologische volgorde te vertellen, maar af en toe herinnert hij een gruwelijk voorval en komt het verdriet weer naar boven. Zijn grote grijsblauwe ogen verwateren dan iets. Dit is de blik van één van de nog levende ooggetuigen van de voormalige kolonie Nederlands-Indië.

Het onbezorgde leven van Bram nam een wending in januari 1942. Japan viel Nederlands-Indië binnen. Brams vader overleed op 35-jarige leeftijd bij de scheepsramp Junyo Maru op 18 september 1944.

Een Britse onderzeeboot torpedeerde een Japans vrachtschip met aan boord 5.600 Javaanse werkslaven en krijgsgevangenen. Het is de grootste scheepsramp uit de geschiedenis.

Pap van stijfsel Bram kwam met zijn broertjes, zus en moeder in een Japans kamp. "Er was totaal geen eten in de kampen. Ik was uitgemergeld.

Het enige wat we aten was stijfsel. Dat ging vroeger in de overhemden om je kraag recht te strijken. Daar werd pap van gemaakt.

Misschien zat in dat smerige spul enige voedingswaarde, ik weet het niet." Een jongere broer stierf in het kamp en een oudere broer kreeg kinderverlamming, ook wel polio genoemd. Bram Panman in voormalig Nederlands-Indië © Bram Panman Artillerievuur Zijn moeder kreeg het ook zwaar te verduren.

"Ik heb gezien dat ze in elkaar werd geslagen door een Japanner omdat hij dacht dat zij hem uitlachte. Hij heeft met een sabel op haar ingeslagen. Ze was daarom maanden uitgeschakeld, maar heeft het gelukkig wel gered.

" Na de bommen op Hiroshima en Nagasaki capituleerde Japan en was Bram vrij. De feestvreugde was van korte duur omdat de Indonesiërs zelfbeschikking wilden over het land waar de Nederlanders sinds 1816 de dienst uitmaakten. "Onder artillerievuur werden we in veiligheid gebracht.

De bootreis duurde voor mijn gevoel een maand, waarin ik de meeste tijd benedendeks verbleef." Bram Panman was nog maar 9 jaar toen hij in 1946 voor het eerst voet aan wal zette in Nederland. Indonesië had toen al de onafhankelijkheid uitgeroepen.

Tussen 1945 en 1968 werden 300 duizend personen gedwongen een nieuw bestaan op te bouwen in Nederland. Met schepen kwamen de Indische Nederlanders, Molukkers, Papoea's en andere migranten uit Indonesië aan op de Lloydkade in Rotterdam-West. Onder hen ook Bram.

Niemand heeft mij over het verleden horen praten. Bram Panman De 9-jarige jongen had toen al een heel leven aan ervaringen achter de rug. Hij koos ervoor zijn herinneringen weg te stoppen.

Het werd een overlevingsmechanisme. "Toen we in Nederland terechtkwamen heb ik de deur van herinneringen dichtgegooid. Niemand heeft mij over het verleden horen praten.

Niet mijn vrienden of collega’s. We zijn hier opnieuw begonnen en nu kan ik erover praten. Een aantal jaar geleden heb ik voor het eerst mijn verhaal gedaan aan schrijver Jan van der Mast voor het tijdschrift Hard Gras.

" Zijn eerste herinnering aan Rotterdam is een rit door de Maastunnel. Hij was op weg naar familie in Vreewijk, waar hij zou verblijven. Na twee jaar verhuisde Bram met zijn familie naar een eigen woning op de Boogjes, ook in Vreewijk.

In die tijd had hij weinig contact met de buurt. "We zagen de mensen die naast of voor ons wonen niet. Later hoorde ik dat we genegeerd werden.

Ik geloof dat men het toen niet zag zitten dat er mensen uit Indië hierheen kwamen." Af en toe raakt Bram midden in het verhaal de draad kwijt en soms komt plots weer een herinnering boven zoals een anekdote over lezen en schrijven in het kamp. De P van Panman In het Japanse kamp was leren verboden.

Er was een verbod op potloden of boeken. Op 9-jarige leeftijd kon Bram niet lezen of rekenen. "De enige letter die ik toen kende was de P, omdat dat een herinnering is van mijn vader.

We gingen toen we in Batavia woonden op vakantie naar Bandung, dat is een dorp in de bergen. Op een parkeerplaats stond een grote letter P. Mijn vader zei dat hij hier mocht staan en dat het onze plek is.

De P van Panman. Dat zijn leuke herinneringen." Op 15 augustus wordt stilgestaan bij het einde van WOII in voormalig Nederlands-Indië en worden alle slachtoffers (Indische Nederlanders maar ook Javaanse dwangarbeiders) herdacht die geleden hebben onder de Japanse bezetting.

In Rotterdam is er een herdenking op de Boompjes van 11:00 tot 12:00 uur. Rijnmond zendt dit live uit. Aansluitend is er vanaf 12:00 uur een gratis cultureel festival, Floating Pasar, in de Leuvehaven achter het Maritiem Museum met zang, dans, documentairevoorstellingen en eetkraampjes Ruïnes van de gebombardeerde stad We gaan weer naar Nederland.

De jonge Bram moest door zijn leerachterstand naar een overbruggingsschool op de Oranjeboomstraat. "Hier werden de kinderen uit Nederlands-Indië bijgespijkerd. Daarna werd ik overgeplaatst naar de Willibrordusschool in het centrum van Rotterdam.

Hier heb ik ontzettend veel gevoetbald op de puinhopen van de stad die een aantal jaar daarvoor gebombardeerd was. Volgens mij is dat nu de Lijnbaan. Je legt je bij de situatie neer en probeert je leven op te pakken.

Je ziet ook de verschrikkelijke beelden uit Gaza. Alles is kapot, maar je ziet de kinderen toch spelen op het gruis. Dat is herkenbaar.

Ik ging op avontuur en maakte er het beste van." Op de ruïnes van het centrum, maar ook in de groene straten van Vreewijk, is het zaadje geplant voor de voetbalcarrière van Bram. "Op de Enk voetbalden de grote jongens, zoals Hans van der Hoek, die ook bij Feyenoord en het Nederlands elftal speelden.

Ik mocht op doel staan omdat ik de jongste was. Ik geloof dat ik wel aardig ballen kon tegenhouden." En weer komt een herinnering uit Nederlands-Indië boven.

Bram herinnert zich een balspel in het kamp. "We speelden een slagbalspel: kastie. Je moest een klein hard balletje zo ver mogelijk een veld inslaan.

Als de tegenpartij de bal onderschept, probeerde hij zo hard mogelijk de loper te raken. Ik was toen 6 jaar oud en dacht toen al dat ik de bal beter kon vangen dan de anderen. Het zat er toen al in.

" Bij winst kreeg je 75 en bij verlies 25 gulden. Bram Panman Via voetbalclub Leonidas kwam Bram bij Feyenoord terecht, wat hij de grootste amateurclub van Nederland van destijds noemt. De beloningen waren anders dan tegenwoordig bij een club.

“Bij winst kreeg je 75 en bij verlies 25 gulden. Ik heb in die tijd niet veel verdiend.” Zijn meest memorabele match is een benefietwedstrijd tegen Chelsea (1-4 verlies) in Hongarije en de bekerfinale tegen Fortuna '54 in 1957.

"Kort voor tijd stonden we voor maar we storten toen in. Met 4-2 hebben we verloren." Bram Panman onder de lat bij Feyenoord © Bram Panman Niemand bij Feyenoord wist van zijn verleden, zelfs zijn teamgenoten Coen Moulijn, Henk Schouten en Cor van der Gijp niet.

Alle wedstrijdverslagen uit kranten heeft hij bewaard in een plakboek. Uiteindelijk heeft Bram tussen 1956 en 1959 voor Feyenoord gespeeld. "Cor Kieboom, de oud-voorzitter, heeft ooit tegen mij gezegd dat ik gouden handen heb.

" Ondanks deze mooie woorden koos Bram uiteindelijk toch voor zijn studie. "Ik moest ervoor zorgen dat ik leraar werd zodat ik geld kon verdienen. Er moest brood op de planken komen, ook voor mijn vriendin.

" Tot op de dag van vandaag zijn Bram en Betty samen. In 1960 koos hij definitief voor het leraarschap. Tijdens zijn werkende leven sprak hij ook nooit over zijn verleden bij Feyenoord of Nederlands-Indië.

Bram ziet ook dat er de laatste jaren meer aandacht en ruimte is voor het verhaal uit voormalig Nederlands-Indië. "Voor de mensen die deze tijd hebben meegemaakt is het prettig. Natuurlijk zijn er ook dingen verkeerd gegaan tijdens de koloniale tijd, maar Nederlanders hebben op Java niet alleen misbruik gemaakt van Indonesiërs.

Tijdens het Europees kampioenschap voetbal zag ik een video van inwoners van Nieuw Guinea (gebied in Indonesië, red.) met Nederlandse vlaggen. Daar krijg ik kippenvel van.

" Batavia Op 15 Augustus zijn er verschillende herdenkingen. Landelijk en ook in Rotterdam. Bram is er nog nooit geweest, maar volgt het wel.

"Ik zit dan in mijn eentje voor de tv en breek uit in snikken. Dat zegt wel wat na zoveel jaar." Na het gesprek wil Bram zijn paspoort laten zien en dan specifiek zijn geboorteplaats.

Batavia, het huidige Jakarta staat er. "Dat staat er en zal ik altijd zo blijven noemen.".