Orgelfenomeen en Feyenoord-organist Stef Meeder (89) overleden: "Ik kan een blind paard leren orgel spelen"

De beats van dj’s klinken tegenwoordig in het Feyenoord Stadion, als er extra sfeer gemaakt moet worden voor een belangrijke wedstrijd. In de jaren zestig klonk het geluid van een orgel. Stef Meeder is de tweede huisorganist van de Rotterdamse club. De organist met een jarenlange carrière in de muziek, is deze week op 89-jarige leeftijd overleden.

featured-image

CULTUUR Orgelfenomeen en Feyenoord-organist Stef Meeder (89) overleden: "Ik kan een blind paard leren orgel spelen" Roland Vonk Vandaag, 19:45 • 5 minuten leestijd Allbumhoes Stef Meeder © Roland Vonk De beats van dj’s klinken tegenwoordig in het Feyenoord Stadion, als er extra sfeer gemaakt moet worden voor een belangrijke wedstrijd. In de jaren zestig klonk het geluid van een orgel. Stef Meeder is de tweede huisorganist van de Rotterdamse club.

De organist met een jarenlange carrière in de muziek, is deze week op 89-jarige leeftijd overleden. In de jaren zestig en zeventig heeft Stef Meeder een grote rol gespeeld in het populair maken van het elektronisch orgel in Nederland. Hij deed dat met optredens, met een onwaarschijnlijk grote grammofoonplatenproductie, met orgelcursussen en met een keten van muziekwinkels, te beginnen met een zaak in zijn geboorteplaats Schiedam.



Stef Meeder (1935-2024) was nog maar vier jaar oud toen hij de eerste pianobeginselen kreeg bijgebracht van zijn vader, die naast huisschilder bij de gemeente Schiedam ook een verdienstelijk pianist was. Toen Stef tien was, stierf zijn vader en was hij verder vooral aangewezen op zelfstudie. Toch had ie al op zijn veertiende zijn eigen band: De KAJ-band, genoemd naar de Katholieke Arbeiders Jeugd.

Stef ontwikkelde zich ook tot organist in de kerk. Johan de Heer Zijn werkzame leven begon Stef als tekenaar op een scheepswerf, maar na militaire dienst wilde hij niet terug naar de tekentafel. Hij wilde de muziek in.

Wat zijn moeder als een onzekere toekomst zag. Bij wijze van compromis begon hij als verkoper/demonstrateur bij de gerenommeerde piano- en orgelhandelaar Johan de Heer in Rotterdam. Waar hij kennismaakte met een vrij nieuwe vinding: het elektronisch orgel.

Reclame maken voor zulke orgels deed Meeder vanaf eind jaren vijftig onder meer door te spelen op bioscooporgels, rond films. Eerst in bioscoop Centraal aan de Nieuwe Binnenweg, daarna voor lange tijd in Lumière op de hoek van de Lijnbaan en de Kruiskade. Ook speelde Meeder op bruiloften en partijen.

En in de jaren zestig luisterde hij met zijn spel wedstrijden van Feyenoord op, in De Kuip. De ontmoeting met een platenproducer leidde begin jaren zestig tot Stef’s eerste singletjes met orgelklanken. Heel bevrijdend In 1965 zette Meeder een grote stap: hij opende een eigen muziekwinkel aan de ’s-Gravenlandseweg in Schiedam.

Een hele onderneming voor iemand van 29 zonder grote financiële reserve en drie kinderen om te voeden. Hij stak zich in de schulden en vroeg zich af wat hij kon verzinnen om de verkoop van orgels aan te jagen. Dat werd: niet alleen die instrumenten verkopen maar er ook cursussen voor aanbieden.

Vanaf 1971 met losse begeleiding op cassette. Stef Meeder © Ary Groeneveld/Stadsarchief Rotterdam Meeder vertelde er zelf over: "Mensen kunnen wel zo’n orgel kopen, maar als ze via de klassieke methode gaan studeren duurt het heel lang voordat ze een compositie behoorlijk kunnen spelen. Waarschijnlijk hebben de meesten de moed dan al lang opgegeven, en dat zou zonde zijn.

Zonde van het orgel en helemaal niet goed voor mijn verkoop. Want als je snel resultaat hebt, word je enthousiast en vertel je dat tegen je familie en vrienden. Verder is het gewoon ontzettend leuk als je zelf muziek kunt maken.

Het is heel bevrijdend. Het was niet alleen maar opportunisme van mij.” Zwartjanstraat De orgelcursussen van Stef Meeder werden een fenomeen.

Zo werd hij 1982 onderscheiden voor de verkoop van maar liefst 250.000 muziekcassettes. En dankzij de goede verkoop van zowel de cursussen als de orgels kon hij meer zaken openen.

De tweede was aan de Zwartjanstraat in Rotterdam-Noord. Daarna volgden winkels in orgels, piano's en keyboards in Rotterdam-Zuid, in Vlaardingen en in Maassluis. orgelcursus door Stef Meeder op cassette © Roland Vonk Het maken van geluidsopnames voor de cassettes bij zijn orgelcursussen bracht Meeder een tweede grote succes.

“Ik was in 1967 in een opnamestudio om een nieuwe melodie voor de cursus in te spelen. Ik moest wachten, geloof ik. Er stond een elektronisch orgel in de studio en ik ben er wat op gaan zitten spelen.

Toevallig liep er een manager langs die me hoorde en die onmiddellijk vroeg: 'Wie is die knul?' Toen ik naar huis ging, had ik een platencontract op zak. In totaal heb ik zo’n vijfenzeventig albums gemaakt.” Little things Op een deel van die albums speelt Meeder op het zogeheten Magic Organ dat hij overnam van zijn in 1965 overleden vakbroeder Cor Steyn.

Het stramien op de lp’s - en later cd’s - van Meeder is: steeds medley’s spelen van drie bekende nummers. Zijn best verkochte plaat is er eentje die in Engeland werd uitgebracht. Een plaat met op de hoes een vrouw op het strand met ontbloot bovenlijf en de suggestieve titel: Little things.

Naar het lied Little things mean a lot, uit één van de medley’s. het album Little Things © Roland Vonkl Naast dit alles is Stef ook actief geweest als sportvlieger én als organist aan boord van schepen van de Holland-Amerika Lijn. Jarenlang heeft hij vanuit Rotterdam op wereldcruises gespeeld.

Alles bij elkaar is hij vijftig jaar actief geweest in de muziek. Breda Begin jaren negentig heeft Stef Meeder zijn zaken in de Rijnmond verkocht en is hij met zijn vrouw verhuisd naar een appartement in het Mastbos van Breda. Waar hij met tevredenheid - en relativering - terugkeek op een welbesteed leven.

Hij zag zichzelf niet als een groot organist, maar wel als een goede leraar: “Ik kan een blind paard leren orgel spelen.” En over het succes van zijn talloze platen met medley’s: “Het zit wellicht in de manier waarop ik speel: het klinkt simpel. Er zit veel herkenbaars in, je kan het meezingen.

En toch is het niet opdringerig. Je kunt mij op een feestje opzetten, dan blijft er toch een aangename klank in de kamer en je kan gewoon doorlullen. Maar dat betekent niet dat er geen gevoel in zit.

Ik denk dat mensen dat ook herkennen.”.