Op naar een batterij zonder kritieke grondstoffen

Indonesië heeft de grootste nikkelreserves ter wereld. Nikkel is belangrijk voor accu’s in elektrische auto’s. Chinese verwerkers zijn dominant. En dat leidt tot enorme misstanden. Maar door innovaties zijn er al nieuwe oplossingen.

featured-image

Het was een diepe duik in de ondoorgrondelijke wereld van de grondstoffenhandel, maar het resultaat mag er zijn. Persbureau Bloomberg deed deze zomer onderzoek naar een ogenschijnlijk eenvoudige vraag: in welke elektrische auto’s komt het nikkel terecht dat wordt gewonnen op één specifieke locatie in Indonesië? Het antwoord: er is „grote kans” dat dit nikkel nu of in de nabije toekomst is terug te vinden in een deel van de auto’s van BMW, Ford, Tesla, Toyota, Hyundai, General Motors, Stellantis (Peugeot, Citroën, Opel, Fiat) en andere producenten. Over de hele wereld dus.

Het nikkel in kwestie wordt geproduceerd met dwangarbeid, verklaarde het Amerikaanse ministerie van Werkgelegenheid eind september. Chinese arbeiders worden met mooie beloftes naar Chinese nikkelsmelterijen op het Indonesische eiland Sulawesi gelokt. Daar, op het industriepark IMIP, worden hun paspoorten ingenomen, zijn de lonen lager dan beloofd, is er nauwelijks vrije tijd en worden werknemers met fysiek geweld gestraft.



Bloomberg gaf van de zomer al een schokkend beeld van de onveilige werkomstandigheden in deze smelterijen. Dodelijke ongelukken zijn er geen uitzondering. Zo kwamen afgelopen kerst dertien Indonesische en acht Chinese werknemers om toen een van de hoogovens instortte.

Bij een ander ongeluk viel iemand in een bak gesmolten hoogovenslak, een andere medewerker werd dodelijk getroffen door een vallend voorwerp, handen werden vermorzeld door machines. Wie beelden van ongelukken deelt op sociale media riskeert ontslag. Onlangs publiceerde de Amerikaanse ngo China Labor Watch een korte animatiefilm waarin een anonieme oud-medewerker vertelt over het dagelijkse regime: wie zonder toestemming het terrein verlaat krijgt een geldboete die van het loon wordt ingehouden.

Dat geldt ook voor wie zijn telefoon gebruikt tijdens het werk of even uitrust buiten de pauzes om. Of, soms, bij arbeiders die een ongeluk krijgen. Wie zijn contract niet wil uitdienen moet daar voor betalen.

In de film zitten met een telefoon gefilmde beelden van een medewerker die wordt geëlektrocuteerd door een onveilige machine en op slag dood is. De Chinese arbeiders, ongeveer 10.000 tegenover 70.

000 Indonesische, mogen zich volgens de film niet in een vakbond organiseren, niet demonstreren of staken. Ze worden beter betaald dan de Indonesiërs, maar leveren in met hun vrijheid en gezondheid. Alles bij elkaar werpt de situatie op IMIP een grote smet op een industrie waar Indonesië juist zo trots op is.

Indonesië heeft de grootste nikkelreserves ter wereld en wil die ten volle benutten, ondanks de aanzienlijke milieuschade die dat oplevert. Voor afnemers is het land aantrekkelijk omdat de productie er goedkoper is dan in concurrerende landen als Australië en Canada. Nikkel is belangrijk voor de productie van roestvrij staal en de accu’s van elektrische auto’s.

In 2014 besloot toenmalig president Yudhoyono dat er geen ruwe nikkelerts meer het land uit mocht. Voortaan moest ook de bewerking op Indonesische bodem plaatsvinden, waardoor het land meer aan zijn bodemschatten zou verdienen. Yudhoyono’s opvolger Joko Widodo bedacht dat ook de productie van accu’s en elektrische auto’s naar eigen bodem moest komen.

‘Op eigen bodem’ betekent nog niet ‘in eigen hand’. China is de dominante speler op het industriepark IMIP. Er zijn ook Indonesische bedrijven actief, maar Chinese grondstoffenverwerkers, gesteund door Chinees kapitaal, voeren er de boventoon.

Dat roept de vraag op hoe hard de Indonesische overheid zal optreden tegen de misstanden. Nadat de VS IMIP op een zwarte lijst hadden gezet, beloofde de regering in Jakarta strenger toezicht. Hoe dit eruit ziet bleef onvermeld.

Extra wrang aan de situatie is dat accubouwers juist méér nikkel zijn gaan gebruiken om misstanden elders te ontwijken. „Lithium-ion-batterijen werden in de jaren negentig gemaakt met lithium en kobalt”, zegt Mark Huijben , hoogleraar batterijtechnologie aan de Universiteit Twente. „Sindsdien is het gehalte kobalt met 90 procent teruggebracht.

80 procent is vervangen door nikkel, de overige 10 procent door mangaan.” Kobalt was niet alleen duur, maar ook negatief in het nieuws, wegens kinderarbeid en slechte werkomstandigheden in de mijnen in Congo. Huijben: „Wat destijds met kobalt in Congo speelde, geldt nu ook voor nikkel in Indonesië.

” Beide productieketens zijn grotendeels in Chinese handen. Dit kan ontmoedigend klinken. Die peperdure elektrische auto moet immers een oplossing zijn, geen nieuwe bron van verdriet.

Er is echter al een oplossing op de markt: de LFP-accu. Deze bevat geen kobalt of nikkel, maar werkt met lithium en ijzerfosfaat, grondstoffen die ruimer voorradig en makkelijker te winnen zijn. De LFP-accu is goedkoper, gaat langer mee en is minder brandgevaarlijk.

Iedereen aan de LFP-accu, zou je denken, en in China gebeurt dat ook. Daar was vorig jaar tweederde van de verkochte elektrische auto’s ermee uitgerust. Maar in de VS en Europa ging het om minder dan 10 procent.

Daar kiezen fabrikanten nog altijd voor nikkel. Hoogleraar Huijben ziet hier twee oorzaken voor. Om te beginnen hebben auto’s met LFP-accu’s een kleinere actieradius – iets waar veel consumenten zwaar aan tillen –, al wordt dat door steeds slimmere ontwerpen snel beter.

Ten tweede hebben westerse autobouwers hun kans laten liggen. De LFP-accu werd in 1997 in de VS ontworpen. Maar vanwege die kleinere actieradius werd hij aanvankelijk genegeerd.

Cruciale patenten kwamen zodoende in handen van slimme Chinese bedrijven. Pas toen die patenten eind 2022 verliepen werd het voor niet-Chinese partijen weer goedkoper om LFP-accu’s te bouwen. Zij beginnen nu aan een inhaalrace.

„Chinese bedrijven hebben gewoon eerder ingezet op de brede beschikbaarheid van ijzer en fosfaat”, zegt Huijben. Het resultaat: China heeft bijna 100 procent van de LFP-productiecapaciteit in handen. Niet dat het spel daarmee uit is.

Er zitten allerlei nieuwe technologieën in de pijplijn die accu’s niet alleen steeds lichter, veiliger en goedkoper maken, maar ook ‘schoner’ wat grondstoffen betreft. Een volgende stap is de natrium-accu. Die bevat geen nikkel, geen kobalt, en zelfs geen lithium meer.

Lithiumwinning is immers ook omstreden, als er bijvoorbeeld zoutmeren in de Andes voor worden afgegraven. Huijben: „Het mooie is: natrium kun je werkelijk overal vinden.”.