Ook na Parijs zijn de winnaressen van de olympische tijdrit nog op een hand te tellen

Voor de achtste maal staat de individuele tijdrit voor vrouwen op het olympisch programma. Sinds de allereerste uitgave in 1996 zijn er nog maar vier vrouwen in geslaagd om die titel te veroveren: Zabirova, Van Moorsel, Armstrong en Van Vleuten. Desalniettemin zit er al meer dan genoeg water in het zwembad der historie om er [...]The post Ook na Parijs zijn de winnaressen van de olympische tijdrit nog op een hand te tellen appeared first on WielerFlits.

featured-image

Voor de achtste maal staat de individuele tijdrit voor vrouwen op het olympisch programma. Sinds de allereerste uitgave in 1996 zijn er nog maar vier vrouwen in geslaagd om die titel te veroveren: Zabirova, Van Moorsel, Armstrong en Van Vleuten. Desalniettemin zit er al meer dan genoeg water in het zwembad der historie om er een lekkere duik in te kunnen nemen.

In 1996 werd het programma van de Olympische Spelen verrijkt met de individuele tijdrit voor vrouwen. Zeker de eerste edities van de moderne Olympische Spelen waren nogal een chaos, en zeker geen georganiseerde chaos. De IOC, nu een organisatie die maar wat graag een grote broek aantrekt, was maar een stel bij elkaar geraapte stoethaspels als je de verslagen Vele atleten die deelnamen wisten niet eens dat ze meededen aan de Olympische Spelen.



Nog altijd komen nabestaanden erachter dat hun allang overleden familielid eigenlijk een olympisch kampioen is. Neem nu het beroemde verhaal van roeiers François Brandt en Roelof Klein, die in de geschiedenisboeken staan als de eerste erkende Nederlandse kampioenen. Bij de eerste spelen van Parijs in 1900 ruilden ze voor de finale van de twee met stuurman de veel zwaardere Herman Brockmann in voor een Frans jongetje van een jaar of acht, negen.

Marginal gains , kundig afgekeken van de Franse ploegen. Het werkte, want Brand, Klein, Brockmann wonnen. En sinds enkele jaren zijn ze ook officieel erkend als winnaar.

Het jongetje? Niet eens een naam is er van hem bekend...

Het wielerprogramma was al even chaotisch. Welk onderdeel was nu wel olympisch en welke niet? Er wordt nog altijd hevig over gediscussieerd. Een ding weten we echter vrij zeker: vrouwelijke olympische wielerkampioenen hebben die pioniersdagen destijds zeker niet voortgebracht.

U weet het: pas in 1984 werden de eerste koersmedailles voor vrouwen uitgereikt. Maar toen voor de Olympische Spelen van 1996 de tijdrit aan het programma werd toegevoegd, was het duidelijk dat ook vrouwelijke wegrensters er een medaillekans bij zouden krijgen. Bijzondere figuren Goed nieuws voor een select gezelschap, want het tijdrijden is nu eenmaal het domein van een speciaal slag rensters, vaak bezeten, prettig gestoord en zelfs daar voorbij.

In die tijd was het met name goed nieuws voor Jeannie Longo, want zij zou die tijdrit toch wel even gaan winnen? Als regerend wereldkampioene en al winnares van de wegwedstrijd in Atlanta wist de Française de ogen in ieder geval op zich gericht. Maar zekerheden zijn er niet in het leven, en al helemaal niet in het wielrennen, zelfs niet voor La Longo . De etnisch Oezbeekse, maar de destijds voor Rusland uitkomende Zulfia Zabirova ging naar huis met het eerste tijdritgoud, hetgeen een daverende verrassing mag worden genoemd.

Immers: het waren de dagen van Longo, Longo en nog eens Longo. Maar een toevalstreffer is het allerminst, want het is niet de eerste grote koers waarvan Zabirova de erelijst opende. Zo was ze in 2004 ook de beste in de allereerste uitgave van de Ronde van Vlaanderen en werd ze in 2002 nog eens wereldkampioene tijdrijden.

Longo pakte nog wel het zilver. Daar nam ze natuurlijk geen genoegen mee, maar ze had het maar te accepteren. En dat olympische tijdritgoud zou er ook nooit komen, al behaalde Longo vier jaar later nog wel een medaille.

En bijna lukte dat haar in 2008 nogmaals, ware het niet dat Karin Thürig even buiten Beijing 1,61 seconde sneller was. Het brons in 1996 ging ook naar een bijzondere vrouw: Clara Hughes . Brons was er in Atlanta voor haar weggelegd op zowel de tijdrit als de wegrit, maar in de Lage Landen herinneren we haar vooral als langebaanschaatsster.

Toen ze de schaatsen aan de wilgen had gehangen keerde ze toch nog eens terug naar de fiets. En dat ging haar bepaald niet slecht af, want in haar laatste wedstrijd, de olympische tijdrit van Londen in 2012, werd ze keurig vijfde. Ze is tot aan de Spelen van 2024 een van de zes sporters in de geschiedenis die zowel op de Zomerspelen als de Winterspelen een medaille wist te behalen.

Bijzondere figuren, dat zijn het dus, die tijdrijdsters. Dat kunnen we ook best zeggen van de twee daaropvolgende tijdritkampioenen, die de vijf daaropvolgende olympiades het goud zouden pakken. Leontien van Moorsel reed in de vroege herfst van 2000 weliswaar rond in Sydney, maar voor haar persoonlijk leek het meer op de Gold Coast.

Nadat ze al succesvol was geweest op de baan (goud en zilver) en de wegrit had gewonnen middels een vlammende eindsprint, deed ze in de tijdrit wat Longo vier jaar eerder niet voor elkaar kreeg. Alles klopte in de tijdrit bij Van Moorsel, tot de nagellak aan toe. 2004 betekende het laatste jaar voor de Joekel van Boekel, met de Olympische Spelen van Athene als sluitstuk.

De wegwedstrijd liep uit op een drama, en na haar schuiver zagen velen het zelfs somber in voor de tijdrit een paar dagen later. Maar aan de twijfels maakte Van Moorsel op de dag zelf al snel een einde door aan de kust even onder Athene iedereen weg te blazen. Zoontje en saunasessies Hoe vaak kun je je afscheid aankondigen? Kristin Armstrong deed het drie keer, en twee keer kwam ze op die beslissing terug.

En anders dan bij Die Andere Armstrong Die Niet Genoemd Mag Worden waren die comebacks een stuk succesvoller. Een visioen zou je het kunnen noemen, de droom om samen met haar in 2010 geboren zoon Lucas op het hoogste treetje van het podium te staan in hartje Londen. En het lukte.

En een dag voor haar 43e verjaardag kreeg ze het nogmaals voor elkaar. In 2015 kondigde ze aan dat ze weer op de fiets ging stappen, om een jaar later gewoon opnieuw vrolijk met het goud aan de haal te gaan. En wederom kon zoontje Lucas het geamuseerd gadeslaan.

Het personeel van het familiehotel op de Passo di Foscagno kende haar, toch zullen ze in 2021 wel eens hebben gedacht: waarom gaat die vrouw toch steeds met haar fiets de sauna in? Passen en meten is het, maar het lukt precies. Paar bidonnetjes mee, wielerkloffie aan, en boren maar. Ondertussen nog even wat extra water op de steentjes keilen en je hebt een ideale klimaatkamer.

Plezierig is anders, zelfs niet voor Annemiek van Vleuten , maar ze achtte het noodzakelijk om zichzelf letterlijk klaar te stomen voor de olympische tijdrit van dat jaar. In de wegrit ging het nog even mis, maar in de tijdrit was er geen houden aan. De maniakale voorbereiding, het zeer geschikte parcours en de vorm van de dag: Alles klopte in de tijdrit bij Van Vleuten, tot de oorbellen aan toe.

In 2024 wordt de olympische tijdrit voor vrouwen op 27 juli verreden..