De 40-jarige man werkte sinds 2019 voor kunstmestproducent Everris in Heerlen als zogenoemde 'operator'. In juni van dit jaar meldde de productiemedewerker aan zijn leidinggevende dat hij een defecte en gesloten deur tussen een productiehal en het kantoor had geopend met zijn voet. De dag erna meldde hij zich ziek, en ging naar huis.
De werkgever ontdekte dat de 'geopende' deur flink was beschadigd, en startte een onderzoek naar het voorval. Volgens het bedrijf bleek uit verklaringen van collega's dat de man de deur had ingetrapt, terwijl de technische dienst al was gebeld om het defecte slot te repareren. Toen de man enkele dagen later weer beter was en terugkeerde op de werkvloer, vroeg zijn werkgever hem om tekst en uitleg.
Na dat gesprek werd hij op staande voet ontslagen, omdat hij 'opzettelijk eigendom van het bedrijf zou hebben beschadigd door een deur in te trappen'. Door het (verwijtbaar) ontslag verloor de werknemer niet alleen zijn baan en recht op ontslagvergoedingen, maar in principe ook zijn recht op een werkeloosheidsuitkering. De man nam daarmee geen genoegen, en stapte naar de rechter.
Daar stelde hij dat hij de defecte deur had weten te ontgrendelen door een sluitingspal te verwijderen. Vervolgens zou hij de deur met zijn voet open hebben geduwd, omdat hij zijn handen vol had. De schade aan de deur, die zijn werkgever had gefotografeerd, zou zijn ontstaan door een vorkheftruck.
Volgens de man was zijn ontslag daarom onterecht, en had hij recht op een trits ontslagvergoedingen. Zo eiste hij een transitievergoeding van 6400 euro en zijn loon over de opzegtermijn met een boete, van 28.000 euro.
Maar de grootste claim was een schadevergoeding voor onterechte ontslag, van bijna 244.000 euro. Inclusief incassokosten en rente eiste de man in totaal ruim 280.
000 euro. Uit een maandag openbaar geworden uitspraak van de rechtbank Limburg blijkt dat de kantonrechter in Maastricht het verhaal van de man 'ongeloofwaardig' acht. "De foto toont schade aan hout en slot, consistent met het krachtig opentrappen van die deur", aldus de rechter.
"Als deze schade al zou hebben bestaan voor de door de werknemer gestelde ingreep, dan was die ingreep zinloos geweest. De deur was dan immers al open." Ook de verklaringen van collega's ondersteunden het verhaal van de ontslagen werknemer niet.
Zo zou de man tegen een supervisor hebben gezegd dat hij de deur had ingetrapt omdat hij 'naar het toilet moest en geen zin had om om te lopen'. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de ex-werknemer de deur 'met kracht en daarmee met opzet' heeft opengetrapt. Dat vindt de rechter reden genoeg voor een ontslag op staande voet.
Daardoor kan de man fluiten naar zijn geëiste ontslagvergoedingen, en naar alle waarschijnlijkheid ook naar een ww-uitkering. Daarnaast moet de man nog zo'n 1800 euro betalen aan de kosten voor een niet afgemaakte opleiding en proceskosten. Wie uiteindelijk opdraaide voor de herstelkosten van de deur vermeldt de uitspraak niet.
.
Bedrijf
Ontslagen werknemer die deur intrapte, eist kwart miljoen euro
Een werknemer van een Limburgse kunstmestproducent is op staande voet ontslagen nadat hij op zijn werk een deur had ingetrapt. De man ontkent de deur te hebben geforceerd, en eist ruim een kwart miljoen euro aan ontslagpremies. De kantonrechter in Maastricht gelooft hem niet, en heeft zijn eis van tafel geveegd.