/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data125365558-c99744.jpg)
De president wilde het liefst binnen spreken. Maar vanwege de in Frankrijk op papier strikte scheiding tussen kerk en staat, is voorafgaand aan de heropening van de Notre-Dame op het plein voor de kathedraal een feesttent gebouwd voor wat de ‘republikeinse ceremonie’ genoemd wordt. Bij de ‘religieuze openingsceremonie’ zou Emmanuel Macron zaterdag, net als zondagochtend bij de eerste mis, gewoon als gast aanschuiven.
Maar die ingewikkelde organisatie, waar weken van overleg tussen Elysée en bisdom aan vooraf ging, was buiten het onstuimige herfstweer gerekend. Nood breekt wet, zelfs als het Franse zekerheden als de laïcité betreft. Dus het is ín de kathedraal waar Macron het woord neemt.
En hij zegt alles wat je op zo’n moment van een Franse president verwacht. „We hebben opnieuw ontdekt wat grote naties kunnen: het onmogelijke mogelijk maken.” Notre-Dame, en nu ook haar herrijzenis, laat volgens Macron zien dat „onze dromen, zelfs de meest gedurfde” alleen door samenwerken tot stand komen.
Het was Macron zelf die daags na de verwoestende brand op 15 april 2019 beloofde het 850 jaar oude monument in vijf jaar tijd te herbouwen. De kerk zou „nog mooier” worden, zei hij. Waarna zijn toenmalige premier een ontwerpwedstrijd suggereerde voor een nieuw dak en een nieuwe spits.
De meest weelderige suggesties, waaronder die voor een geheel kristallen spits van Norman Foster, deden de ronde. Maar in 2020 hakte hoofdarchitect Philippe Villeneuve de knoop door: de kathedraal zou „ à l’identique ” herbouwd worden. Hij verwees naar het Handvest van Venetië uit 1964, dat voorschrijft dat een monument gerestaureerd wordt in de laatst bekende staat.
Dat was de staat waarin de even gevierde als omstreden restaurateur Eugène Viollet-le-Duc (1814-1879) het bouwwerk in de negentiende eeuw had achtergelaten. De in 2019 geheel afgebrande spits is zijn ontwerp, gebaseerd op zijn idee van gotische bouwstijl. Ook andere elementen voegde hij toe.
Viollet-le-Ducs kerk herbouwen was het meest praktisch, erkende Villeneuve. Om de deadline van vijf jaar te halen, was dit de minst risicovolle keuze. Dat de weinig geliefde president, die net weer in een nieuwe politieke crisis is beland, woord heeft gehouden, is voor veel Fransen niet zozeer een meevaller als wel een vanzelfsprekendheid.
Het is vooral de verdienste van de ruim tweeduizend ambachtslieden die met middeleeuwse precisie en technieken de kathedraal hebben herbouwd. Zij krijgen zaterdag in de kerk een ovationeel applaus, net als de brandweerlieden die in vol ornaat achterin de kerk zitten, hun goudkleurige helmen onder de kerkstoeltjes geschoven. Gedragen spreekt Macron over „broederschap van een volk dat vastberaden is om grote keuzes te maken”.
Maar de timmermannen, de glazeniers, de koperslagers, metselaars en beeldhouwers „zijn de echte helden”, zegt een 22-jarige gelovige die in de regen op een groot scherm langs de Seine op zondagochtend de eerste mis in de Notre-Dame probeert te volgen. De restaurateurs zijn met hun zeker in Frankrijk hoog aangeslagen beroepseer door de vele televisieoptredens inmiddels nationale bekendheden geworden. Het resultaat mag er zijn.
De kathedraal is bijna onherkenbaar opgefrist. De Notre-Dame was de laatste decennia een tamelijk donkere kerk, met grijsgrauwe pilaren en gewelven waar het vuil van eeuwen niet meer af te poetsen leek. Nu ziet het kalksteen er als nieuw uit.
Naast de in 2019 door onverschrokken kunsthistorici van de brand geredde antieke kunstschatten hangt nu contemporain werk aan de muur. Het nieuwe altaar, een bronzen kolos van meubelontwerper Guillaume Bardet, lijkt zo uit de hemel neergedaald. En de vermeende doornenkroon van Christus, een van de belangrijkste geredde relikwieën, hangt nu in een hypermoderne kast van architect Sylvain Dubuisson.
Zelfs de geestelijken zijn voor de gelegenheid in het nieuw gestoken: couturier Jean-Charles de Castelbajac, die eerder ook voor Beyoncé en Lady Gaga werkte, ontwierp een zeer kleurrijke, liturgische kledinglijn. Even voordat Macron binnen het woord nam, heeft de aartsbisschop van Parijs, Laurent Ulrich, buiten in de stromende regen in zijn nieuwe outfit met zijn staf op de immense deuren van de kerk staan bonken. „Open uw poorten!”, riep hij voor iedereen in de kathedraal goed hoorbaar.
Het koor antwoordde meerstemmig met: „Ziehier, de woonplaats van God onder de mensen.” Later in de ceremonie volgde een vergelijkbaar aangrijpende dialoog tussen de aartsbisschop en het immense orgel onder het rozenraam. „Ontwaak, orgel, heilig instrument”, ging Ulrich voor.
Het antwoord op die inzegening was bliksem en donder uit ruim 8.000 pijpen, die de kerk deden trillen. Maar de ceremonie op zaterdag is toch vooral ook politiek van aard en laat andermaal zien dat de Notre-Dame voor Frankrijk meer is dan een gebedshuis.
De heropening moest, volgens bronnen in het Élysée, „een metafoor voor het leven van de natie” zijn. Erfgoedkenner Maryvonne de Saint-Pulgent zei deze week tegen Le Monde dat de kerk eigenlijk al sinds de achttiende eeuw de plek is „waar de politieke macht en het geloof samenkwamen”. De Notre-Dame is voor haar „de parochie van de natie”.
Ook nu grijpt Macron de internationale uitstraling van Parijs aan voor de Franse diplomatie. Zo is Donald Trump present. Hij is nog geen president, maar krijgt het protocollair voor elkaar om op de voorste rij naast Macron te zitten.
Onder de tientallen staatshoofden en regeringsleiders bevindt zich ook Volodymyr Zelensky. Hij en Trump spraken op het Élysée over de oorlog. Dat was volgens een adviseur van de Oekraïense president „hoopgevend”.
De gehele Franse politieke top en bedrijfselite zit ook in de kerk. Politici die hebben voorgesteld om de toegang tot Notre-Dame, tot 2019 het meest bezochte monument van Frankrijk, betaald te maken, krijgen een tik op de vingers van de paus zelve. In een voorgelezen boodschap maakt Franciscus duidelijk dat Notre-Dame voor iedereen toegankelijk moet blijven.
Van de brand is in de spiksplinternieuwe kerk ondertussen niets meer te zien. Althans, bijna niets. Het enige spoor is een druppel lood van het ingestorte dak in de hand van Jezus in het piëtabeeld onder het kruis.
Het is een van de mirakels waar Franse media vijf jaar geleden niet over uitgesproken raakten: de brandende torenspits stortte recht naar beneden de kathedraal in en kwam neer aan de voeten van Maria met Jezus in haar armen. Het beeld bleef ongeschonden, op die druppel na. „Onze kathedraal”, zegt Macron zaterdagavond, „herinnert ons eraan dat we erfgenamen zijn van een verleden dat groter is dan wij, dat iedere dag kan verdwijnen.
”.