‘Onderzoek Rijk naar langer openhouden kerncentrale Borssele schiet op cruciale punten tekort’

Het kabinet wil dat de kerncentrale in Borssele langer in gebruik blijft, maar de gevolgen daarvan voor de nucleaire veiligheid zijn niet goed onderzocht. Dat stelt een onafhankelijke commissie.

featured-image

Een onderzoek dat minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei, VVD) heeft laten uitvoeren naar de gevolgen van het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele, schiet op cruciale punten tekort. Zo is niet duidelijk genoeg gemaakt wat het effect is voor de nucleaire veiligheid. Ook de consequenties van de toenemende hoeveelheid nucleair afval zijn „onvoldoende” onderzocht.

Dit concludeert de onafhankelijke commissie van deskundigen die de juistheid en volledigheid van het zogeheten milieueffectrapport (mer) moet controleren. De Commissie voor de milieueffectrapportage publiceert haar bevindingen deze vrijdag. Het kabinet wil de kerncentrale in Borssele langer openhouden dan tot 2033, het jaar dat nu nog als einddatum in de Kernenergiewet staat.



Voor een wetswijziging is een milieueffectrapport noodzakelijk. De commissie adviseert de minister nu om het rapport, opgesteld door adviesbureau Arcadis, eerst aan te vullen en te verbeteren. Dit advies is niet bindend, maar weegt zwaar omdat de wetswijziging moet worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.

Voor hen is het werk van de commissie een onafhankelijke toets op de zorgvuldigheid van de politieke besluitvorming. De conclusies van de commissie wringen met de herhaalde verklaring van de minister dat zorgvuldigheid bij de uitvoering van de kernenergieplannen van het kabinet van groot belang is. Recentelijk zei de minister dit nog tijdens een bezoek aan Borssele.

Kernenergie is een maatschappelijk gevoelig onderwerp, mede vanwege zorgen over veiligheid en radioactief afval. Kernenergie staat sinds een paar jaar weer prominent op de politieke agenda. Het huidige kabinet wil niet alleen de bestaande centrale langer openhouden, maar ook vier nieuwe, grotere kerncentrales bouwen.

Twee daarvan komen wellicht naast de bestaande in Borssele. Sinds kort is ook Terneuzen, aan de overkant van de Westerschelde, in beeld als locatie. Een primaire tekortkoming in het milieueffectrapport is volgens de commissie dat de noodzaak van kernenergie voor de Nederlandse energievoorziening, en de milieugevolgen daarvan, nog moeten worden onderbouwd.

Terwijl de wetswijziging al voorligt, is de afweging door de minister nog niet gemaakt. Andersom is logischer, zegt commissievoorzitter Hans Mommaas in een toelichting aan NRC . „Het kabinet heeft besloten tot kernenergie, maar de afweging eronder is eigenlijk nog niet gemaakt.

Die willen we graag zien. Het is heel belangrijk dat daar transparantie over ontstaat.” Over nucleaire veiligheid zegt de commissie dat het rapport deels is gebaseerd op „gedateerde” informatie over wet- en regelgeving uit de jaren zestig.

Bovendien zijn veranderingen in de directe omgeving van de centrale – denk aan de komst van meer woningen en bedrijven – niet meegenomen. Rampscenario’s voor de situatie na 2033 zijn niet uitgewerkt. Dit terwijl de commissie daar vooraf om had gevraagd .

Over radioactief afval is het rapport te beknopt. Dit betreft vooral het afval dat vrijkomt als de centrale uiteindelijk ontmanteld wordt. Naarmate een centrale langer openblijft, wordt dat afval radioactiever, maar de gevolgen hiervan zijn onvoldoende onderzocht.

De gevolgen voor de natuur en het water in de Westerschelde zijn eveneens onvoldoende uitgewerkt. Zo wordt in het rapport erkend dat mogelijk een „koelwaterknelpunt” ontstaat als ook de nieuwe kerncentrales water uit de Westerschelde voor koeling gaan gebruiken. De precieze effecten van extra lozingen van opgewarmd water door de kerncentrales zijn echter onduidelijk.

Ook de gevolgen van klimaatverandering voor de centrales blijven onvermeld: doordat het water in de Westerschelde warmer wordt, mag er minder warm koelwater in worden geloosd. Verder is onduidelijk of drempelwaardes kunnen worden overschreden bij langduriger lozing van radioactieve en chemische stoffen in de nu al sterk vervuilde Westerschelde. De commissie is van mening dat enkele algemene uitspraken over kernenergie in het onderzoek „discutabel” zijn.

Zo vermeldt het rapport dat kernenergie niet duurder is dan hernieuwbare bronnen als zon en wind. Ook stelt het dat bedrijfsduurverlenging van de centrale een van de goedkoopste en snelste manieren is om CO 2 -vrije elektriciteit op te wekken. Dergelijke uitspraken zetten lezers van het onderzoek „mogelijk op het verkeerde been”.

De commissie constateert dat milieu-informatie die nodig is om tot een andere afweging te komen dan langer openhouden van de centrale te beperkt is uitgewerkt. De commissie wil vooral meer gedetailleerde informatie. Mommaas: „Er staan wat sussende woorden in het rapport over de gevolgen voor het milieu, die wat ons betreft niet hard zijn onderbouwd.

Terwijl die informatie vaak wel beschikbaar is. Kerncentrales zijn complexe materie. Ja, men heeft haast, maar tegelijkertijd staan wij voor de zorgvuldigheid van de besluitvorming.

”.