Ome Peuk

Natalie Hanssen herinnert zich een bijzonder en ongrijpbaar familielid, dat altijd ‘handel’ had: interesse in 500 hockeyrokjes?

featured-image

Misschien kwam het omdat hij in de WC geboren was, zoals mijn oma graag vertelde. Maar ome Peuk wilde niet echt deugen. Een baan heeft hij bij mijn weten nooit gehad, een eigen woning maar kort.

Hij woonde bij oma. Vrouwen kwamen, maar gingen nog vaker. Hij was ongrijpbaar.



Voor zijn familie, zijn vrienden, zijn vrouwen en de wet. Ome Peuk kon je opbellen met de vraag of je soms interesse had in 500 hockeyrokjes. Een thermo-pak voor extreem lage temperaturen.

Alcohol in een zakje. Vaak wist je wel iemand, bijvoorbeeld jijzelf. Je gunde het hem gewoon, dat hij wat van zijn ‘handel’ verkocht.

Dagen zat hij achter de telefoon met een beduimeld notitieblokje en de advertenties uit de lokale krant. Zijn handel sloeg hij op in een garage, later in zijn auto. In de kroeg probeerde hij het te slijten aan zijn vrienden.

Soms had hij opeens succes. Op een middag belde hij dat er een karaoke-set stond in de bar op het winkelcentrum. Dat ik echt even moest komen zingen, want het was een prachtige set.

Hij was trots op zijn nicht. Zei hij niet, maar je wist het. Hij begreep oprecht niet dat ik niet zo’n zin had naar het winkelcentrum af te reizen om leuk te komen doen voor tien dronken vijftigers.

Wat zou het een mooie herinnering opgeleverd hebben. Hij stond er, als je ergens opgehaald moest worden. Ook al was het midden in de nacht.

Zulke dingen begreep hij. Een bier en een borrel, en we hebben het nergens meer over. Soms viel de alcohol niet helemaal lekker en verdween hij na een ruzie met een van de gasten van je verjaardag zonder iets te zeggen.

Eerder op de avond had hij je gefeliciteerd met een hand waar een klef briefje van vijfentwintig in bleek te zitten. We wisten niet goed raad met elkaar, mijn ome Peuk en ik. Maar we kleurden elkaars wereld.

Op zijn begrafenis zong ik ‘Oh Lord, won’t you buy me a Mercedes Benz’, buiten, bij de kist, tussen een paar kleumende familieleden. Alles klopte. Dichter bij ome Peuk ben ik niet gekomen.

.