OM seponeert aangiftes tegen Mona Keijzer, maar veroordeelt uitspraken: ‘groepsbelediging’

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de aangiftes tegen minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) om groepsbelediging geseponeerd. Een groep van zestien personen deed aangifte nadat Keijzer, toen Kamerlid voor de BBB, op 17 mei in het programma Sophie & Jeroen onder meer had gezegd dat ‘Jodenhaat bijna onderdeel is van de islamitische cultuur’.

featured-image

Volgens het OM zijn de uitspraken in beginsel strafbaar, maar is een vervolging van de politicus in dit geval ‘in strijd met de vrijheid van meningsuiting’. Keijzer werd in het programma bevraagd over de plannen in het hoofdlijnenakkoord over strengere eisen voor de integratie van asielmigranten, zoals op het gebied van Holocausteducatie. Het OM oordeelt nu dat de uitlatingen van Keijzer ‘op zichzelf beledigend zijn over een groep mensen wegens ras en godsdienst en, ook in de context van het publieke debat, onnodig grievend zijn'.

‘Keijzer heeft naar het oordeel van het OM onvoldoende verantwoordelijkheid genomen om te voorkomen dat haar uitingen die zij in de talkshow Sophie & Jeroen heeft gedaan zouden aanzetten tot onverdraagzaamheid. Daarmee concludeert het OM dat Keijzer zich in beginsel schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging.’ Toch stelt het OM dat een vervolging een te grote beperking zou zijn van Keijzers recht op vrijheid van meningsuiting als politicus.



Er moet in dergelijke gevallen rekening worden gehouden met het feit dat het bestraffen van een uiting van iemand anderen ervan kan weerhouden hun mening te uiten, oordeelt het parket. En dat ‘geldt bij uitstek voor politici’. ‘Een vrije politieke discussie is in een democratische samenleving van fundamenteel belang.

Dat geldt voor leden van de oppositie, maar ook voor leden van de coalitie’, schrijft het OM , dat benadrukt dat een politicus daarom niet zomaar wordt vervolgd. ‘Het zorgt ervoo.