Ode aan de burgerman

Wordt Tuur nou zuur?

featured-image

Wordt Tuur nou zuur? Eerlijk gezegd was ik een beetje van slag toen ik de ongekend felle reacties onder mijn respectvolle voor Peter Klashorst (dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn) las. Het argumentum ad hominem betrof vooral mij en niet de dode kunstenaar. Ene Harvey Terhorst naar aanleiding van de necrologie: Maar de crux van mijn essayette was vooral een nostalgische terugblik op de jaren tachtig en nergens in het stuk pretendeerde ik net zo’n rouwdouwer te zijn geweest als Klashorst.

Het doet dan ook pijn dat Harvey mij afserveert als een verslaafd muurbloempje in de Mazzo, de stille jongen uit Ede die nooit werd opgemerkt. Ach, wie kent die intens droevige scène uit (van Todd Solondz) niet: een klerk die al een eeuwigheid op de werkte, blijkt te zijn overleden en een lieve empathische medewerkster, een van de drie zussen in de film, vertelt verschrikt dat haar collega dood is. Blijkt niemand in de kantoortuin te weten over wie zij het heeft.



Ik ben dus die nobody die niemand ooit heeft opgemerkt in het door mij zo geromantiseerde Amsterdam van de jaren tachtig. Godverdomme. Je suis .

Wat vooral kwaad bloed zette bij de reaguurders, was de kwinkslag die ik maakte naar de koene toetsenbordridders, die onder hun dakkapel in de vinex met het speeksel op de lippen iedere kerel afzeiken die heerlijk hoert & snoert, die geen baas heeft, die snuift en zuipt en die thuis geen Samantha heeft die hem elke keer vervloekt als hij zijn sokken of boxershorts laat slingeren of de ijskastdeur open heeft laten staan. Gasten die ervan dromen om Samantha na dertig jaar huwelijk eindelijk eens in haar poepertje te mogen naaien. De zedenprekers van de nieuwe preutsheid.

Collega Pritt waarschuwde mij de afgelopen week: “Tuur, misschien moet je wat minder humor en ironie in je stukjes gebruiken. Nu neemt niemand je serieus omdat je je overal met een gebbetje vanaf maakt. Niemand ziet jouw pijn.

En ze vinden jou maar een tragische, snuivende, spuitende alcoholist die eenzaam en alleen in een plaggenhut in de Algarve woont en teert op zijn “ruige” verleden. Probeer gewoon eens een stuk in de van de reaguurders te schrijven, misschien hark je dan een paar positieve reacties binnen.” Die ongetwijfeld goedbedoelde bezorgdheid van Pritt kwam nog harder aan dan de smerige opmerking van die kut-Harvey.

Vooral omdat ik diep in mijn hart een burgerman ben. Al mijn hele leven ben ik op zoek naar zielenrust en ik wil, voor ik sterf, dat gapende gat in mijn hart dichten. Ik kom hier zo op terug, maar laat ik even een paar reaguurders in het zonnetje zetten.

Hardwerkende, vaderlandslievende familiemensen die terecht kanttekeningen plaatsen bij mijn oeverloze gekoketteer met de zelfkant. Heer Braakbaal, het betreft hier een zogeheten : Het was namelijk mijn grote held en voorbeeld Tom Wolfe die in schreef: “Andy Warhol. Nothing is more bourgeois than to be afraid to look bourgeois” .

: : Bij deze, heer Wiebenick. Maar er waren gelukkig ook een paar empathische reacties. : : Overigens dacht ik lange tijd dat Linda een lekker meisje was, tot een attente reaguurder mij wees op .

Ik schreef hierboven dat ik diep in mijn hart een burgerman ben. Welnu: hier een schets van de dagelijkse realiteit van mijn keurige saaie bestaan. Ik ga iedere avond met de kippen op stok en ontwaak ‘s anderendaags ver voor het hanengekukel, indachtig een wijze uitspraak van de Boeddha: “Slaap is de beste meditatie”.

Dit is geen beeldspraak, want mijn huisbaas Quim heeft kippen en een haan, al zijn een paar van zijn gevederde vriendjes recentelijk verscheurd door Zelda, een van zijn hondjes. Voor dag en dauw ga ik met mijn twee hondjes Matcha en Tita (die amper nog kan lopen door de artrose) naar het strand voor de deur van mijn fermette, en als ik terugkom, serveert mijn verloofde Carolina - met wie ik reeds elf jaar lief en leed deel - het ontbijt. Gematigdheid is mijn middelste naam en ik eet twee geroosterde boterhammetjes met Philadelphia smeerkaas (de light-variant).

Daarna maak ik een wandeling van 40 minuten door de zoutmijnen voor mijn deur, met een rugzak als extra gewicht. Daarin zit voor 10 kilo aan boeken. Als het hoogwater is - ik woon aan de Waddenzee van Portugal - zwem ik drie kwartier.

Verder zie ik vier keer per week mijn personal trainer Rui, die mij gedurende een uur afbeult. Ik ben dan ook 15 kilo afgevallen sinds begin maart en neen: het betreft geen aids. Ik was altijd een enorme zoetekauw maar heb al zes maanden geen koekjes, chocola en ijsjes genuttigd.

Dat heet discipline, en mede door die discipline ben ik al heel lang geleden van de heroïne afgekickt. Ik moet eerlijk toegeven dat ik hoogstens één keer per maand zin krijg in een lekker pijpje krek - meestal als ik teveel gedronken heb - en dan fiets ik naar een krekhuis in de stad, waar de paradijsvogels van het nachtleven zich verzamelen en ik, de joviale gulle blanke man, mijn dure dope gretig uitdeel aan de verschoppelingen van deez’ aard. Drinken beperk ik tot een , eens per week.

Ik drink dan twee flessen wijn, daarna een pikketannussie en dan kom ik in de gevarenzone, want dan krijg ik zin in dope. Meestal verman ik mij en blijf ik thuis, en ga ik plaatjes draaien (BLØF, Acda en de Munnik en Coldplay), die ik deel op Twitter. Of mensen er nou naar luisteren of niet.

Ik zwelg dan in herinneringen, en denk vol weemoed en terug aan die tijd in Amsterdam in de jaren tachtig. In dat godverdommese Mokum waar niemand mij ooit heeft opgemerkt. En verder werk ik mij uit de naad, heb ik iedere week veel deadlines en publiceer ik gemiddeld twee boeken per jaar bij Ik lijk dus in geen enkel opzicht op Peter Klashorst of Herman Brood, en dat wilde ik even rechtzetten.

Ik ben een muurvast onderdeel van de i van de Algarve en een grotere burgerman dan ik bestaat er niet. Daarom sluit ik af met een plaatje van The Kinks, die beter waren dan de Beatles en de Rolling Stones, al zijn Mosterd en Ronaldo het daar niet mee eens..