
ULB-onderzoek laat zien dat Franstalige kiezers bij de Brusselse gewestverkiezingen massaal op Nederlandstalige partijen hebben gestemd, en zo in zekere zin de uitslag hebben vertekend. ‘Zonder de Franstalige stemmen had de Nederlandstalige groep in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement er een stuk linkser uitgezien.’De cijfers in het ULB-onderzoek van politologen Emilie Van Haute en Romain Biesemans liegen er niet om.
Franstalige kiezers vallen in Brussel en bloc voor Nederlandstalige partijen. Bij de gewestverkiezingen van 9 juni had Open VLD 65,5 % Franstalige kiezers, Team Fouad Ahidar 62,9 %, PVDA 55%, Vlaams Belang 46,7%, N-VA 42,9 % en Groen 39,6 %. De meeste ‘Vlaamse’ partijen zijn CD&V en Vooruit, met respectievelijk 27,3 % en 12,1% Franstalige kiezers.
Gemiddeld genomen, voor alle Nederlandstalige partijen samen, bedraagt het aandeel Franstalige kiezers 42,3 %. De omgekeerde beweging is veel kleiner: slechts 2,8 % Nederlandstalige Brusselse kiezers koos bij de gewestverkiezingen in juni voor een Franstalige partij. Het is natuurlijk ironisch dat de huidige, communautair geladen impasse in de Brusselse formatie – een gevolg van het veto van PS-kopstuk Ahmed Laaouej tegen de N-VA – mede is veroorzaakt door Franstalige kiezers die zich juist niks aantrekken van de communautaire tweedeling in Brussel.
En die, legt onderzoeker Romain Biesemans uit, ‘de Nederlandse taalgroep een stuk naar rechts hebben doen opschuiven.’Waarom laten Franstalige kiezers zich door Nederlandstalige partijen charmeren? Romain Biesemans: Er was de angst dat partijen zoals N-VA en het Vlaams Belang samen 9 van de 17 zetels zouden kunnen behalen in de Nederlandstalige taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, en zo de Brusselse instellingen zouden verlammen. Dat kan verklaren waarom zo veel Franstaligen bijvoorbeeld op de Open VLD hebben gestemd.
Verder is er een ander politiek aanbod bij Nederlandstalige partijen. Dat heeft mogelijk in het voordeel gespeeld van Team Fouad Ahidar (TFA), dat ook hoofdzakelijk campagne heeft gevoerd in het Frans. Hetzelfde geldt voor sommige Groen-kandidaten, wat voor nogal wat tandengeknars bij Ecolo heeft gezorgd.
Maar waarom op Groen stemmen en niet op Ecolo, terwijl dat ongeveer identieke partijen zijn? Biesemans: Er was natuurlijk de factor Elke Van den Brandt (Groen), die sterk in het voetlicht stond in de vorige regeerperiode en het gezicht is van het Good Move-plan, het gewestelijke mobiliteitsplan. Verfoeid door velen in Brussel, maar juist gewaardeerd door anderen, die Van den Brandt uitdrukkelijk hebben willen steunen. ‘Dit systeem, met twee kiescolleges gebaseerd op taalkundige criteria, beantwoordt niet meer aan de Brusselse realiteit.
’ Zelfs de N-VA en het Vlaams Belang halen meer dan 40 procent van hun stemmen bij de Franstaligen? Biesemans: Dat is natuurlijk heel paradoxaal, Franstalige Brusselaars die stemmen op partijen met een Vlaams-nationalistische of zelfs een Vlaamse onafhankelijkheidsagenda. Maar dat kan mede worden verklaard door de afwezigheid van partijen rechts van de MR. De N-VA blijft in de ogen van Franstalige kiezers toch een rechtsere partij dan de MR.
Dat is dus ook een uiting ook van de algemene verrechtsing van de Franstalige kiezers. Wij hebben ook gekeken naar de prioriteiten van de Brusselse kiezers op 9 juni. Daar staan publieke financiën op één, gevolgd door een gebrek aan vertrouwen in de politiek en het Brusselse institutionele kluwen.
Dat kan ook een rol spelen. Wat het Vlaams Belang betreft: dat is de enige extreemrechtse partij in Brussel, er is geen Franstalige tegenhanger. Waarom zit Brussel financieel aan de grond?Franstalige toppolitici zoals Georges-Louis Bouchez (MR) en Ahmed Laaouej (PS) stelden na de gewestverkiezingen de legitimiteit van dit Brusselse kiesstelsel, met Franstalige kiezers die massaal de Nederlandstalige uitslag beïnvloeden, ter discussie.
Biesemans: Deze cijfers laten in elk geval zien dat dit systeem met twee kiescolleges gebaseerd op taalkundige criteria, niet meer beantwoordt aan de Brusselse realiteit. Voor sommige in naam nog Nederlandstalige partijen geldt zelfs dat ze méér Franstalige dan Nederlandstalige kiezers hebben. Daar kun je wel degelijk vraagtekens bij zetten, en niet alleen vanuit Franstalig perspectief.
Want je kunt ook zeggen dat de uitslag van de gewestverkiezingen in juni aan Nederlandstalige kant hoogstwaarschijnlijk niet representatief is voor de electorale voorkeuren van de Nederlandstaligen in Brussel.Op welke manier precies?Biesemans: Als we de Franstalige kiezers zouden weghalen, zouden we toch een heel ander beeld krijgen van de Nederlandstalige verkozenen in het Brussels Parlement, namelijk een stuk linkser dan vandaag het geval is. De Franstalige kiezers hebben het Nederlandstalige kiescollege naar rechts getrokken?Biesemans: Dat exact berekenen is lastig, maar op de 17 Nederlandstalige Brusselse Parlementsleden, gaat het toch om een paar zetels.
En die aanzienlijke Franstalige infiltratie, van kiezers die zich niks aantrekken van de communautaire scheidslijnen in Brussel, zorgt ironisch genoeg voor het grootste communautaire conflict in de Brusselse politiek sinds jaren. ‘Brussel is de sleutel tot de communautaire doos van Pandora. Willen we die werkelijk openen?’The post O, ironie: 43 procent van de N-VA-stemmen in Brussel op 9 juni kwam van Franstalige kiezers appeared first on Knack.
.