Nieuwe reisserie over de zoektocht naar vrede in Colombia: ‘De meeste mensen deugen, óók daar’

Na vijftig jaar burgeroorlog vreedzaam samenleven, hoe pakt Colombia dat aan? Een nieuwe VPRO-serie onderzoekt hoe het land met die zoektocht omgaat en toont mensen die naar verzoening streven – zelfs vanuit de gevangenis.

featured-image

Ze was net vier dagen achttien toen Barbara Smit in het vliegtuig zat richting Zuid-Amerika. Je mag overal naartoe, maar níet naar Colombia, hadden haar ouders gezegd. Het was 2001.

Ze ging naar Peru, Bolivia en Chili. Twaalf jaar en vele reizen naar Latijns-Amerika later – ze woonde onder andere vijf jaar in Nicaragua – zou ze Colombia dan toch bezoeken. Tegen die tijd promootte het ministerie van toerisme het land met de slogan: ‘Het enige risico is dat je er wilt blijven’.



Nog eens drie jaar later zou het vredesakkoord getekend worden tussen de regering en de guerrillero’s van de FARC. Is het verhaal van Colombia daarmee tot een gelukkig einde gekomen? Of is dit pas het begin van een lang herstel? Smit (1983) bezocht Colombia daarna verschillende keren als researcher voor reisprogramma’s van de VPRO, en langzaam groeide het idee voor een serie over het land in wederopbouw. Het werd De stem van Colombia , vanaf 5 januari te zien op NPO2.

Het is voor het eerst dat Smit niet áchter maar voor de camera staat. Maar ze is nadrukkelijk niet ‘de presentatrice’, vertelt ze in het VPRO-gebouw in Hilversum. Het moest niet om háár draaien: „Het gaat om de mensen en hun verhalen.

Ik praat niet in de camera, ik sta er niet om de kijker wel even uit te leggen: zo zit het in Colombia. Ik sprak mensen voor het eerst als we gingen draaien. Ik doe dus wat ik altijd deed: mensen spreken die ik nog nooit heb gesproken, op plekken waar ik niet eerder was.

” Voor meer uitleg bij de verhalen is er ‘de Stem’, een houten pop gemaakt door poppenspelers uit de Colombiaanse hoofdstad Bogotá. Samen met regisseurs Stef Biemans en Jorne Baard zocht Smit naar een manier om het verleden tot leven te brengen. „We wilden niet te veel met archief doen.

Toen ontstond het idee van deze pop, die we konden aankleden als verschillende personages: een vader, een boer, een soldaat, een moordenaar. We dachten: de pop kan een van de vertellers zijn.” De serie benadrukt de vele contrasten die Colombia maken tot wat het is: beeldschoon én wreed, zacht en hard, muzikaal en bloederig, feestend en huilend, onschuldig en schuldig.

De tegenstrijdigheden zitten ook in de mensen die Smit spreekt. Bendeleiders die oproepen tot een geweldloos weekend. De moeder van een moordenaar die elke zaterdag haar zoons lievelingseten naar de gevangenis brengt.

Een voormalige paramilitair met zachte ogen, wiens eenheid verantwoordelijk was voor gruwelijke moordpartijen. Ook in beeld draait het om contrasten: we zien het Colombia van nu, vol warme kleuren, sympathieke personages en zonovergoten pleinen. Ondertussen leest Smit voor uit getuigenverslagen, zoals van de slachting in het dorp El Salado in 2000: een ‘bloedfeest’, een macaber tafereel van verkrachtingen en executies, begeleid door muziek die de paramilitairen maakten met instrumenten die ze in het dorp aantroffen.

Smit: „Het contrast zit ook in de laatste aflevering over de Cauca, een rivier die in het kader van de vredesprocessen tot rechtspersoon en officieel slachtoffer van het gewapende conflict is verklaard. Het lijkt het paradijs daar. Totdat je erachter komt wat er allemaal is gebeurd: er werden lijken in de rivier gedumpt.

” De tegenstellingen waren wat haar zo aantrok, vertelt Smit. „Die energie en die ongelooflijke veerkracht van de mensen, dat is zo aanstekelijk. Maar je kunt niet om het gewelddadige verleden heen.

Wij wilden kijken: hoe ga je verder als land, als dorp, als gemeenschap, na jaren van conflict? En er is nog steeds veel geweld. Maar we hopen dat de veerkracht er tussen de regels door wel in zit. Daar kunnen we veel van leren in Nederland.

” Zijn de Colombianen zo veerkrachtig omdát ze zoveel hebben meegemaakt? Of was het altijd al een levenslustig volk en is het dat – ondánks het geweld – gebleven? Met die vragen speelt de serie, zonder een eenduidig antwoord te geven. In de aflevering over Moederdag – in Colombia een van de meest gewelddadige dagen van het jaar – wordt door een agent gesuggereerd dat een deel cultureel bepaald is: de Colombiaan is bijzonder emotioneel, tijdens Moederdag komen de emoties naar boven en in combinatie met stevig drankgebruik leidt dat tot onrust. Smit: „Veel feestdagen beginnen fantastisch, tot het grimmig wordt.

En dan nog de emotie die de moeder oproept: er zit nu één man in de aflevering die begint te huilen als hij over zijn moeder praat, maar vier anderen die eruit zijn geknipt gingen óók allemaal huilen. Het werd bijna ongeloofwaardig. ” Dat geweld verankerd zou zitten in de cultuur, is zeker níet wat de serie wil suggereren, verduidelijkt Smit.

„Waar het om gaat, is dat geweld geweld creëert en hoe weinig kansen de jongeren hebben die daar in armoede opgroeien. Een van de moeders zegt: ‘Je kan je zoon nog zo goed opvoeden, maar zodra hij hier de straat op gaat is het niet tegen te houden waar hij mee in aanraking komt’.” Een wrange tegenstelling met Smits veilige bubbel in Nederland, lijkt de serie te willen zeggen, door in beeld te brengen hoe Smit videobelt met haar zoontje.

Haar grootste zorg: naar welke basisschool gaat hij straks? En toch, de moedergevoelens zijn universeel, begrijp je als kijker. „Zonder gerechtigheid zal er geen rust zijn. Het is hoog tijd voor de waarheid”, zegt een van de nabestaanden van de massamoord in El Salado, waarbij naar schatting zo’n honderd mensen om het leven kwamen.

Heeft Smit met haar programma een stukje van die waarheid gevonden? „Antwoorden bieden was niet het doel van de serie”, zegt ze. Waarom het geweld de afgelopen jaren weer is opgelaaid, welke gewapende groeperingen uit oude paramilitaire eenheden zijn voortgekomen en hoe die nu de pogingen tot vrede blokkeren, door bijvoorbeeld ‘sociale leiders’ te vermoorden, dat komt allemaal niet aan bod. Die dynamiek uitleggen in vier afleveringen werd simpelweg te ingewikkeld, zegt Smit.

„We zijn vooral verhalenvertellers. Maar als ik kijk naar wat er sinds het historische Vredesakkoord met de FARC eind 2016 is bereikt: er zijn allerlei vredesprocessen in gang gezet, waar bijvoorbeeld de bendeleiders die ik in de gevangenis spreek ook onderdeel van zijn.” Veroordeelden kunnen eerder vrijkomen als ze meewerken aan de vredesprocessen, vertelt Smit.

In aflevering twee spreekt ze een voormalige paramilitair. Hij lijkt oprecht in zijn spijtbetuigingen en goede voornemens. „Deze Amaury, leider van de eenheid die het vreselijke bloedbad in El Salado aanrichtte, had nog nooit een interview gegeven.

Dus ik twijfelde wel: waarom zou hij dat nu dan willen, voor de Nederlandse tv? Ik denk dat het hoort bij zo’n verzoeningsproces, hij geeft ook les in de gevangenis, in mensenrechten nota bene. Door zulke dingen kun je eerder vrijkomen. Dat hij ja zei tegen ons, vermoed ik, is daar ook onderdeel van.

Hij is een veranderd mens, zegt hij. Hij gelooft het in elk geval zelf.” Hoewel de gewelddadige geschiedenis van het land de rode draad vormt in de serie, is er geen aparte aflevering over de narco’s.

„Nadat de trailer online kwam, reageerde een Colombiaanse: eindelijk een documentaire die niet over narco’s gaat. We hadden wel naar een cocaplantage kunnen gaan, hoe die wordt verwoest door het leger, maar dat is al zo vaak gedaan. Het geweld is vaak drugsgerelateerd, en de bendeleiders die ik spreek zijn natuurlijk leiders van een drugsbende.

Maar we hoefden het bekende verhaal niet opnieuw vertellen.” Aflevering drie gaat over een kindermoordenaar, in aantal slachtoffers de grootste seriemoordenaar ooit. Als Smit in een Colombiaans archief op een krantenbericht van eind jaren negentig stuit – Garavito heeft dan zijn 140ste slachtoffer gemaakt – vraagt ze de archivaris: waarom slechts zo’n kort berichtje? „Na jaren en jaren van geweld deed dit ons niet zo veel meer.

We waren eraan gewend geraakt”, antwoordt hij. Garavito’s slachtoffers waren bovendien arme kinderen, die vaak op straat leefden. Niemand keek naar ze om, vertelt de rechercheur die hem uiteindelijk op het spoor kwam, en die in de aflevering met Smit spreekt.

„Garavito was vlak voordat we met de opnames begonnen overleden. Maar we wilden hem ook geen podium geven.” In andere afleveringen spreekt Smit wel met daders, maar dat voelde anders, zegt ze.

„Die paramilitaire leider was onderdeel van het conflict. Dit was een psychopaat die kleine jongetjes martelde, verkrachtte en vermoordde.” Waarom dan toch een hele aflevering rond deze figuur? „Omdat het wel iets zegt over wat er in Colombia aan de hand was.

” Dat hij zo lang zijn gang kon gaan, heeft alles te maken met het conflict, legt Smit uit. „Zijn hoogtijdagen waren de jaren tachtig, negentig.” Het land, in een oorlog die dan al decennia woedt, had zoveel te verstouwen dat een seriemoordenaar simpelweg geen prioriteit had.

De autoriteiten waren overbelast. “In de top 5 seriemoordenaars staan nóg twee Colombianen. Dan kom je weer bij de vraag of het gewelddadige in de cultuur zit.

Maar er wonen echt niet meer psychopaten in Colombia dan in Vietnam of Nederland. Het is de straffeloosheid die ervoor zorgt dat iemand door kan gaan.” We zijn met meer goeden dan slechten, zegt een straatverkoper in een buitenwijk van Cartagena: „ Somos más los buenos que los malos .

” Smit: „En dat is echt zo. De meeste mensen deugen, ook dáár.” Behalve context bieden aan de kijker heeft ‘de Stem’ nog een functie: via poppenspel kun je makkelijker delicate thema’s aansnijden.

En zo komen er meer speltherapie-achtige elementen langs, behalve de marionet een maquette van een oude plaats delict en knuffelpoppen voor moeders die hun kinderen zijn verloren in het conflict. Smit: „Omhelspoppen noemen ze die, muñecas abrazadoras .” De serie laat ook zien hoe mensen zich dingen opnieuw toe-eigenen die door het geweld bezoedeld waren geraakt.

Zo krijgen kinderen in het getraumatiseerde dorp El Salado muziekles nadat de zo typische trommels uit die regio door de paramilitairen lang nare associaties opriepen. Ook de relatie met de Caucamoest door de bevolking hersteld worden, legt Smit uit. „Heel lang zagen de mensen die rivier als iets vies of lelijks.

” Herstel van de relatie tussen mens en natuur is in Colombia expliciet onderdeel van het vredesproces, legt de Stem in de laatste aflevering uit. Vandaar dat de rivier officieel tot slachtoffer is verklaard. Dat is een symbolische stap, maar wel een cruciale, staat in het wetsvoorstel dat dit mogelijk maakte: „Pas als de mensheid begrijpt dat bergen kunnen praten, rivieren kunnen huilen en bossen kunnen fluisteren, zal de mensheid klaar zijn om te stoppen met oorlogvoeren.

”.