Nieuw spoorboekje; NS noemt het de grootste wijziging van de dienstregeling in jaren

Nederlandse Spoorwegen gaat vanaf zondag met meer treinen rijden. Maar Europees onderzoek laat zien dat het bedrijf behoorlijk achterblijft bij andere spoorvervoerders in Europa.

featured-image

De vroegste trein gaat op veel trajecten vroeger. En de laatste trein gaat later. Er rijden meer treinen in de spits, ’s avonds en in het weekend.

Vanaf zondag rijden de Nederlandse Spoorwegen een nieuwe dienstregeling. In het spoorboekje is plek voor 1.600 treinen meer dan in het topjaar 2019: van 26.



000 per week nu naar 27.600 binnenkort. Zo gaat de sprinter van Amsterdam naar Schiphol voortaan elke 7,5 minuut.

En ook de stoptrein tussen Den Haag, Rotterdam en Dordrecht zal rijden als een metro, elke 10 minuten. De trein naar Brussel rijdt sneller en vaker – maar is voor sommige reizigers wel duurder. NS noemt het de grootste wijziging van de dienstregeling in jaren.

„Een serieuze verbetering voor onze reizigers”, belooft president-directeur Wouter Koolmees. „Hoe beter onze dienstregeling, des te meer Nederland heeft aan de trein.” Maar rustig achterover leunen in een luxe stoel in de eerste klas is er niet bij voor Wouter Koolmees.

Europees onderzoek laat zien dat NS behoorlijk achterblijft bij andere spoorvervoerders in Europa. In vergelijking met 27 branchegenoten in 21 landen scoort NS slecht op prijs, reiservaring en aangepaste tarieven voor minder draagkrachtige reizigers. Op een nieuwe ranglijst van de Brusselse ngo Transport & Environment (T&E) eindigt NS op plek 23 van 27 onderzochte treinbedrijven.

Het Nederlandse bedrijf krijgt het rapportcijfer 5,3. Eurostar, exploitant van hogesnelheidstreinen tussen Amsterdam, Brussel, Parijs, Keulen en Londen, staat laatste met een 4,9. Volgens T&E is Eurostar „bijna twee keer zo duur als andere Europese vervoerders”.

Het Italiaanse Trenitalia is het beste treinbedrijf van Europa met een totaalscore van 7,7. Het Zwitserse SBB scoort het best op punctualiteit. „Het spoor is een belangrijke hoeksteen van emissievrije mobilitieit in Europa – naast elektrische auto’s en bussen en schone brandstof voor luchtvaart en scheepvaart”, schrijft T&E in zijn rapport Mind the Gap! Europe's Rail Operators: A Comparative Ranking dat deze week verscheen.

„Maar de trein stelt nu nog vaak teleur. Het potentieel van het spoor wordt niet volledig benut.” Volgens T&E is meer dan 40 procent van de Europeanen ontevreden over punctualiteit en betrouwbaarheid van de trein.

Volgens de organisatie slagen slechts 11 van de 25 treinbedrijven die punctualiteitsdata publiceren erin om 80 procent of meer treinen op tijd te laten rijden. NS zit daar bij als het gaat om de gewone intercity’s en sprinters. Slechter doet NS het op de HSL-Zuid tussen Amsterdam, Schiphol, Rotterdam en Brussel.

Daar reed het bedrijf in oktober (meest recente cijfers) in slechts 73,9 procent van de gevallen met 5 minuten of minder vertraging. Dat komt mede door de snelheidsbeperking op de HSL vanwege defecte viaducten – ook Euro-star heeft hier last van. Maandenlang mochten hogesnelheidstreinen tussen Schiphol en Rotterdam niet harder dan 80 km/u; inmiddels geldt een beperking van 120 km/u.

Transport & Environment, dat al jaren kritische rapporten schrijft over onder meer spoor, luchtvaart en scheepvaart, selecteerde acht criteria om treinbedrijven te vergelijken. In de gewogen beoordeling telt de ticketprijs het zwaarst (25 procent van het eindcijfer), gevolgd door het aanbod van speciale tarieven (voor jongeren, senioren, families; 15 procent), punctualiteit (15 procent) en boekingservaring (15 procent). Daarnaast keek T&E naar reiservaring, compensatie bij verstoringen, nachttreinen en de mogelijkheid een fiets mee te nemen in de trein.

T&E gebruikte ook onderzoek van adviesbureau McKinsey, ING, de Duitse ngo Europe on Rail en Greenpeace. Een van de grootste problemen op het Europese spoor zijn de dure kaartjes, aldus T&E. Al eerder stelde Greenpeace dat internationale treinreizen die je ook met het vliegtuig zou kunnen maken gemiddeld twee keer zo duur zijn als een vlucht (met een budgetmaatschappij als Ryanair en easyJet).

Niet verrassend: Britse ov-bedrijven blijken de duurste van Europa. T&E stelt dat Avanti West Coast een tarief rekent van 20 cent per kilometer; GWR (West-Engeland) vraagt zelfs 32 cent. Eurostar kost 27 cent.

Ook NS behoort tot de duurste vervoerders van Europa met een kilometertarief van 17 cent. Vanaf 1 januari 2025 gaan de NS-tarieven ook nog eens 6 procent omhoog. De goedkoopste treinbedrijven van Europa zijn Flixtrain (Duitsland; 3 cent/km), het Franse Ouigo (4 cent) en het Tsjechsiche Regiojet (5 cent).

In de conclusie schrijft T&E: „We erkennen dat treinvervoerders niet altijd volledige controle hebben over hun prestaties.” Betrouwbaarheid en ticketprijzen zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van vervoerders, spoorbeheerders (ProRail in Nederland), nationale overheden en de EU. Om het gebruik van de klimaatvriendelijke trein te simuleren zouden overheden volgens T&E de btw op ov-kaartjes moeten verlagen of afschaffen, concurrentie door nieuwe vervoerders stimuleren en meer investeren in de onderhoud van het spoornet.

Vervoerders op hun beurt zouden reizigers beter moeten compenseren bij vertragingen of annuleringen, vindt T&E. Wie 15 minuten of meer vertraging heeft moet in heel Europa compensatie krijgen; vanaf 60 minuten moeten passagiers het hele reisbedrag terugkrijgen. Verder moeten ov-bedrijven meer aantrekkelijke, speciale tarieven voor onder meer jongeren, senioren, gezinnen en lagerbetaalden aanbieden.

Zo haal je mensen van de auto naar de trein. Kaartjes moeten minstens zes maanden voor de reis al te koop zijn. En vervoerders moeten een pan-Europees boekingssysteem ontwikkelen.

Een (internationaal) treinkaartje moet je net zo simpel kunnen kopen als een vliegticket..