'Niet supermarkten, maar producenten A-merken zorgen voor hoge prijzen'

Je ergert je misschien wel eens aan de hoge prijzen voor je boodschappen. Veel consumenten geven daarvan supermarkten de schuld. Maar het zijn juist de producenten van bekende merken die voor die hoge prijzen zorgen, schrijft Follow the Money.

featured-image

Grote multinationals als Procter & Gamble (bekend van onder meer Pampers en Ariel), Pepsico (Lays, Quaker), Mondelez (Oreo, Liga), Mars (Whiskas, M&M's) en Nestlé (Nescafé, Haagen Dazs, L'Oréal) zien Europa als melkkoe, waar zoveel mogelijk winst uitgeperst moet worden, schrijven onderzoeksjournalisten van Follow the Money (FTM). De opbrengsten zouden die grote, vooral Amerikaanse, bedrijven liever investeren in Azië. Veel consumenten willen per se een bepaald A-merk, zoals Douwe Egberts, zodat supermarkten zo'n merk wel in hun schappen móeten hebben en daarom kunnen de producenten van A-merken flinke prijsstijgingen doorvoeren, aldus FTM.

Vooral in kleinere landen, zoals Nederland, vragen makers van bekende merken hun prijzen, zegt FTM. Supermarkten kunnen niet zomaar over de grens inkopen, want dat stuit op problemen. Zo moet een etiket op een product in de taal van het land zijn.



Je kunt er wel een sticker met tekst in bijvoorbeeld het Nederlands overheen plakken, maar dat kost weer geld. En in Duitsland, bijvoorbeeld, zitten paprikachips in rode zakken, in Nederland in blauwe. Dat kan dus voor verwarring zorgen.

Fabrikanten van A-merken eisen volgens FTM ook steeds meer ruimte op in de schappen van supermarkten. Zo bieden ze supermarkten minder prijsverhoging aan, in ruil voor een betere plek in het schap, meer schapruimte, of extra promotie via displays, schrijft FTM. Met dat fenomeen van 'backmarges' krijgen kleinere producenten minder ruimte in de supermarkt.

In een reactie tegen FTM zegt een woord voerder van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) het fenomeen backmarges een indicatie kan zijn dat de concurrentie niet goed werkt. Ook is de controle op concentratie van voedselproducenten vermoedelijk onvoldoende zijn, aldus de ACM tegen FTM..