Nee, je mist niets en je grapjes kun je kwijt op WhatsApp

Veel twitteraars zijn niet gelukkig met wat nu X heet, ziet oud-Twitter-verslaafde Alex van der Hulst. Hij zet z’n eigen argumenten om niet te hoeven stoppen voor hen op een rijtje – en waarom die ongeldig zijn.

featured-image

Vraag mensen of ze nog op Twitter zitten, en je krijgt vaak de wedervraag: ‘Zit daar überhaupt nog iemand?’ Het antwoord is: ja. Op X, zoals Twitter sinds vorig jaar officieel heet, zijn 3,2 miljoen Nederlandse accounts. Daarvan zijn er 1,3 miljoen van dagelijkse gebruikers, volgens cijfers uit januari van marktonderzoeksbureau Newcom.

Rond 2018 ben ik met Twitter gestopt. Toen las ik het boek Ten Arguments for Deleting Your Social Media Accounts Right Now (2018) van Jaron Lanier, die schreef over de ‘Asshole Amplificiation Technology’ van Twitter waardoor ophef hoger scoort. In 2019 schreef Cal Newport Digital Minimalism , hij noemde Twitter ‘crack voor de mediaverslaafden’.



Een honingpot voor hufters noemde een voormalig Twitter-medewerker het medium bij het tienjarig bestaan in 2016, op de Amerikaanse nieuwssite Buzzfeed. Neurowetenschapper Daniel Levitin noemde het dwangmatig checken van onder meer Twitter een neurale verslaving. En rechtswetenschapper Glenn Harlan Reynolds schreef over het beëindigen van zijn Twitteraccount: „Als je een platform zou moeten bouwen om het Amerikaanse discours en de politiek te vergiftigen, dan zou het lastig worden om iets destructievers dan Twitter te ontwerpen.

” Er is sindsdien veel meer over Twitter geschreven, maar ben je er eenmaal van af, dan zijn die standpunten ongeveer net zo interessant als gesprekken over modeltreinen. Je kunt zelfs prima de stelling verdedigen dat discussies over de rol, de werking, de gevolgen en de moraal van Twitter vooral worden gevoerd door mensen die worstelen met hun eigen gebruik ervan. Ik vertrok nog voor de overname door Elon Musk.

Een man die de term desinformatie uitlegt als informatie die hem niet bevalt en Donald Trump publicitair en financieel steunt. Je kunt nog zo’n grote ‘deuger’ zijn op Twitter, je wil niet het verlies van dit bedrijf dempen zodat er meer geld naar Trump kan – Musk maakt geen financiële gegevens bekend, maar het maakte al verlies voor zijn overname en het vertrek van veel adverteerders. De mensen uit mijn bubbel willen dat in ieder geval niet.

Die overgebleven Twitteraars knikken wel als het gaat over Musk, Trump, trollen, Russische bots en andere X-ellende, maar daarna volgt de ‘ja, maar’. Als mediaverslaafde die voorheen aan die crack zat, herken ik de argumenten. Ze bezorgden me een rottig gevoel, die eerste dagen en misschien zelfs weken tijdens het afkicken.

Tot dat wegebde en het helemaal geen argumenten bleken te zijn. Het is heerlijk zonder Twitter. Zeg dus niet meer: Deze was het lastigst.

Een zinnetje schrijven en dan hopen dat mensen ‘haha’ of ‘lol’ antwoorden. Of beter nog: een retweet met als citaat ‘dit’. Twitter is er het ideale medium voor.

Deze, misschien bedenkelijke, aandrang blijkt echter prima te compenseren via WhatsApp. Zeker in grotere groepsapps kun je dat lollige of verontwaardigde ei kwijt. Heb je goede vrienden, dan zijn ze gul met smilies of te eerlijk door de stilte te benadrukken met een filmpje van een rollende tumbleweed.

Zonder Twitter blijk je niks te missen. Er is natuurlijk de ophef van de dag en als die is uitgedoofd volgt de tweede ophef, maar dat zijn bijna altijd zaken die buiten Twitter niemand interesseren. Het zijn details op het niveau van de dorpsroddel.

Daarnaast sloop je de (regionale) nieuwsvoorziening door op Twitter je nieuws te halen. New York Times -journalist en podcastmaker Ezra Klein legde in podcast Search Engine fel en beargumenteerd uit hoe de journalistiek kapot gaat aan het slimme verdienmodel van sociale media. Alles wat je online gebruikt wordt groter, zegt Klein in de podcast.

Haal je het nieuws bij Twitter dan wordt dat groter en gaat je lokale krant of zender failliet. Je mist dus pas al het nieuws als je Twitter blijft gebruiken en de nieuwsvoorziening verdwijnt. Dat klopt.

De alternatieven blijken keer op keer tegen te vallen. Ik gaf me – eeuwig bang om een digitale boot te missen – op voor Bluesky, Mastodon en Quodari, om telkens te constateren dat het er tam was. Maar vooral dat ik afgekickt was en geen zin meer had in dit soort sociale media.

De Britse schrijver en journalist Matt Haig, die geestelijk nogal hard geraakt werd door onlinereacties, schreef in zijn boek Planeet Paranoia (2018): „Wanneer je er te veel in opgaat kun je van social media het gevoel krijgen dat je op een aandelenbeurs staat en dat jij zelf – of je online alter ego – het aandeel bent.” Nadat zijn vrouw hem ervan had weerhouden zich opnieuw een paniekaanval in te twitteren, keek hij naar de tweet die hij op het punt stond te posten. „Hij zou niets aan mijn leven toevoegen.

Aan niemands leven. Het zou er alleen maar toe leiden dat ik mijn telefoon meer ging checken, (..

.). Ik drukte op delete, en voelde een vreemde opluchting bij elke letter die ik zag verdwijnen.

” Twitter voegt niks toe behalve afleiding van de vele kleine verveelmomentjes op een dag. Die zijn dus ook prima te vullen met WhatsApp, Instagram en de andere online opties. Het is daar niet beter: de neppe influencers van Instagram, de ‘ik mag hier meedelen’-mensen van LinkedIn en het amateurtoneel van TikTok zijn net zo treurig.

Beter zou het zijn om helemaal te kappen, maar zo perfect zijn weinigen, ik in ieder geval niet. Uurprijs, is het eerste wat ik altijd denk bij dit argument. Wanneer je het aan te prijzen ding moet aankondigen en rondtoeteren kost dat een volle dag werk.

De reacties moeten worden beantwoord en geretweet, de andere dagen moeten er berichten komen om het volgeraantal op peil te houden. Als je de uren meetelt waarin je eraan zit te denken slurpt Twitter een groot deel van je dag op. Dan heb je inderdaad meer aandacht voor je ding, maar tegen welke kosten? Is jouw tijd niks waard? Wil je op het einde van je leven zeggen dat twitteren jarenlang je werk was? En dat terwijl je ook podcasts of de nieuwsbrief hebt om reclame te maken voor je ding.

En: beide opties hebben een doneerknop voor je publiek. Klopt. Afscheid nemen van Twitter is als weggaan bij collega’s.

Sommige mensen met wie een online klik hebt, spreek je nooit meer. Je kunt natuurlijk hun nummer vragen, maar net als met collega’s zijn veel mensen buiten jullie gezamenlijke plek niet meer zo leuk. Het klinkt wat soft maar het is keer op keer bewezen dat (af)spreken met echte mensen leuker en gezonder is.

Een vertrek van Twitter kan dit directere contact een extra stimulans geven. Je moet je afvragen wat die ‘lol’ je waard is. Blijf je vaker te lang op een feestje als het hoogtepunt voorbij is? Ook in het echte leven ga ik vaak net te vroeg weg, maar alles beter dan over te blijven met vervelende partycrashers en de paar lui die ver heen zijn.

Wie is de volgende dag blij dat hij tot het bittere einde is gebleven? Elders is het ook leuk. Als je maar de juiste mensen treft. Soms moet je gewoon even wachten op een volgend feestje en dat doe je niet op de after van de afterparty.

Voor een stoot adrenaline zit je nergens beter dan op Twitter, begrijp ik van gebruikers. Iedere dag even kijken wie Geert Wilders heeft geblokkeerd, op de hoogte blijven van de strapatsen van Elon Musk, wie heeft wie bedreigd, je masochisme voeden met types die jou lastigvallen en dan zijn er nog de mensen aan wie jij je ergert. De zogenaamde pet peeves .

Voor een verhoogde hartslag zit je prima op Twitter. Maar saai is beter, beste adrenalinejunkie. In een slachthuis gaat je hartslag vast omhoog, als Trump wordt herkozen is er ook weer lekker veel ophef.

Misschien kun je dan beter een bokswedstrijd bezoeken of zelf gaan sporten. Ben je zo dol op conflicten, dan kun je ook aso’s in het verkeer aanspreken of in je Ajax-shirt door de wijk Feijenoord lopen..