Nee, er zijn niet steeds meer narcisten, stellen Weense onderzoekers

Volgens een samenvattende studie uit Oostenrijk neemt het narcisme in de wereld eerder af dan toe.

featured-image

Worden mensen steeds narcistischer, dus verliefd op zichzelf en hun eigen geweldige leven? Het is een bekende verzuchting over de moderne samenleving en al decennia grondstof voor aanklachten over het oprukken van een ‘narcistische persoonlijkheid’. Maar volgens onderzoekers van de universiteit van Wenen is er geen hard bewijs voor die ‘wereldwijde narcisme-epidemie’. Integendeel, de frequentie van narcisme sinds de jaren tachtig is volgens hen bij onderzochte groepen wereldwijd eerder afgenomen dan toegenomen.

De drie Oostenrijkse onderzoekers schrijven dat in het Journal of Personality . Ze baseren hun conclusie op een meta-analyse van psychologisch narcisme-onderzoek van 1982 tot 2023. Ze analyseerden duizend onderzoeken met data van de Narcissistic Personality Inventory (NPI), een veelgebruikte vragenlijst om narcistische karaktereigenschappen te peilen, buiten de klinische diagnose van een narcistische persoonlijkheidsstoornis.



De meta-analyse is beperkt tot onderzoeken in het Engels, Spaans en Duits, maar daarmee is een groot deel bestreken van de samenlevingen waar narcisme het sterkst zou zijn toegenomen. De resultaten van de meta-analyse staan haaks op het idee dat in samenlevingen sinds de jaren tachtig een algemene stijging van narcisme is waar te nemen. De onderzoekers zien eerder een dalende lijn, weliswaar met verschillen in tijd en regio.

Zo scoren Amerikaanse studenten hoger op narcisme dan Aziatische. Maar ook onder hen doet zich geen structurele toename voor. Al eerder werd vermoed dat de verbreiding van narcisme een grillig verloop heeft, met pieken en dalen.

Zo zou de kredietcrisis van 2008 en de economische onzekerheid daarna verklaren waarom onderzoek naar narcisme onder Amerikaanse studenten opeens andere uitkomsten vertoonde. De Oostenrijkse onderzoekers zien dat effect ook, maar signaleren een bredere afname sinds de jaren negentig, ook onder Amerikaanse studenten. Ze weerspreken ook het idee dat vrouwen, die doorgaans lager scoren op narcisme dan mannen, hun ‘achterstand’ de afgelopen decennia zouden hebben ingelopen.

Hun analyse bevestigt wel dat narcisme afneemt met ouderdom. Als verklaring voor de dalende trend opperen de onderzoekers onder meer het effect van sociale media. De constante vergelijking met andermans leven op platforms als Facebook en Instagram zou narcisme niet aanjagen maar juist temperen, omdat het een negatief effect heeft op het zelfbeeld van gebruikers.

Ook houden de onderzoekers het voor mogelijk dat de daling samenhangt met een toename van depressieve en angststoornissen onder jongeren in moderne samenlevingen. Emeritus hoogleraar psychologie Jan Derksen, die veel publiceerde over narcisme, heeft zijn twijfels bij de uitkomsten. „Het grootste probleem is dat de NPI een zelfbeoordelingsinstrument is.

Op deze lijst kun je erg sociaal wenselijk antwoorden.” Hij wijst er ook op dat het begrip narcisme ingewikkeld is. „De meeste mensen zijn niet in staat zichzelf er echt op te beoordelen.

Wil je deugdelijk inzicht krijgen in verschuivingen binnen narcistische zelfbeleving, dan zul je het veel slimmer en creatiever moeten onderzoeken.” Dat beaamt ontwikkelingspsycholoog Eddie Brummelman van de Universiteit van Amsterdam, die onderzoek deed naar narcisme en zelfwaardering. Hij zegt: „Het is belangrijk onderzoek, maar twee nuanceringen zijn nodig.

De eerste is dat de meta-analyse geen inzicht geeft hoe representatief de veranderingen in narcisme zijn. De meeste onderzoeken zijn uitgevoerd in specifieke populaties, zoals studenten. Hoe vertalen de bevindingen zich naar de samenleving als geheel? De tweede is dat het onderzoek zich heeft gericht op de NPI.

Die heeft meerdere sub-schalen, waarvan sommige lijken af te nemen, andere juist toe te nemen. Ik hoop dat er nog representatief onderzoek komt naar alle facetten van narcisme over generaties.” De overtuiging dat mensen in met name westerse samenlevingen in de greep zijn van een ongezonde zelfliefde, werd gepopulariseerd in boeken als The Culture of Narcissism (1979) van de Amerikaanse cultuurcriticus Christopher Lasch, zijn kritische reactie op de jeugdcultuur van de jaren zestig.

Volgens Lasch leidde de fixatie op jeugdigheid en therapeutisch zelfonderzoek in de moderne samenleving tot een onvermogen om blijvende, volwassen verbintenissen aan te gaan, zowel in het privé-leven als in de werksfeer..