Nederlanders vallen tegen in slotrace Formule E, Wehrlein kroont zich tot kampioen

Dat was het dan: het Formule E-seizoen, wat de afgelopen maanden een aantal spektakelstukken voortbracht, is dan toch echt afgelopen. Pascal Wehrlein ging er in een spannende slotrace met de wereldtitel vandoor, terwijl de Nederlandse Formule E-coureurs het seizoen op dramatische wijze afsloten.

featured-image

Eindelijk is het officieel: Pascal Wehrlein mag zijn naam aan het lijstje Formule E-kampioenen toevoegen na een ontzettend spannende slotrace van een fantastisch seizoen in de elektrische raceklasse. Oliver Rowland ging er uiteindelijk met de overwinning vandoor in de slotrace in Londen. Mitch Evans is daarentegen de grootste verliezer van de slotrace, want toen hij de attack mode -activatiezone miste wist hij dat het klaar was met zijn kansen om nog kampioen te worden.

Hij kwam uiteindelijk nog als derde over de eindstreep, maar het was dus niet genoeg om kampioen te worden. Sebastian Buemi eindigde uiteindelijk als vierde, gevolgd voor Antonio Felix da Costa, Jean-Eric Vergne, Nico Müller, Robin Frijns, Stoffel Vandoorne en Lucas di Grassi. Voor de Nederlandse Formule E-coureurs werd het een aardig saaie slotrace, want de beide heren konden uiteindelijk geen potten meer breken in het spannende spektakelstuk.



Frijns kwam nog als achtste over de streep maar verloor daarmee drie plekken, terwijl Nyck de Vries enkel door uitvallers plekken kon winnen. Een race om snel te vergeten dus voor de Nederlanders. Cassidy startte vanaf poleposition, terwijl titelrivalen Evans en Wehrlein respectievelijk als derde en vierde van start gingen.

De uitschieter was Günther, die samen met Cassidy op de eerste startrij stond. De situatie zag er verder simpel uit: de coureur die van dat trio aan kanshebbers op de beste positie zou finishen, zou meteen ook het kampioenschap op zijn naam schrijven. Cassidy en Evans lieten zich dat geen tweede keer zeggen, want de beide heren kwamen ontzettend goed weg bij de start.

Evans ging Cassidy voorbij in de eerste bocht, terwijl Wehrlein nog op de vierde plaats reed. Iedereen gedroeg zich verder keurig in de eerste ronde, al veranderde dat al snel aan het begin van de tweede ronde. Jake Dennis en Edoardo Mortara kwamen daar met elkaar in contact in de tweede bocht, belandden beiden in de muur en vielen uiteindelijk uit met schade.

Een ellendig einde van het seizoen voor titelverdediger Dennis, uiteindelijk nog met een safety car als gevolg. Het duurde echter niet lang tot de safety car weer naar binnen werd gehaald aan het einde van ronde vier en Cassidy zag zijn kans schoon bij de herstart, waar hij uiteindelijk goed weg kon komen. Evans zat hem echter op de hielen en probeerde Cassidy in ronde vijf langs de buitenkant in te halen, maar Cassidy slaagde erin zijn positie te verdedigen.

Wehrlein was tussendoor druk bezig in de strijd met Maximilian Günther, die daardoor vlak achter de beide Jaguar-coureurs kwam te zitten. In de zevende ronde was het echter alweer tijd voor een tweede safety car-periode nadat Sam Bird en Jehan Daruvala elkaar tegenkwamen in bocht zes. Beide coureurs vielen uit na het incident, waardoor Cassidy twee ronden later de herstart opnieuw mocht leiden.

Bij de herstart kreeg Evans de opdracht om Cassidy de nodige ruimte te geven om hem de mogelijkheid te geven attack mode te activeren. Evans gehoorzaamde uiteindelijk keurig, maar zette wel vraagtekens bij die beslissing. Cassidy bleef echter defensieve lijnen rijden terwijl Evans de hele achterhoede onder handen nam, wat Jaguar stiekem aardig wat hoofdpijn bezorgde.

In ronde 13 nam Evans uiteindelijk de leiding over toen Cassidy zijn tweede attack mode activeerde en ook Wehrlein ging aan Cassidy voorbij. De Duitser zag er vanaf die tweede plek aardig gevaarlijk uit en had daarbij ook nog eens twee procent extra energie ter beschikking, waardoor de spanning in ronde twintig een piek bereikte. Evans en Wehrlein kwamen met elkaar in contact toen Wehrlein aan Evans voorbij probeerde te gaan, terwijl Cassidy op de derde plek rustig afwachtte.

Richting de eindfase van de race begon de tijd echter te dringen, want Evans en Wehrlein moesten hun verplichte attack mode nog activeren. In ronde 29 nam de titelstrijd vervolgens een enorme wending, toen Rowland Cassidy inhaalde voordat Günther hem in de laatste bocht raakte. Het incident veroorzaakte een lekke band voor Cassidy, die de pitstraat indook en naar de laatste plaats tuimelde, terwijl de voorvleugel van Günther onder zijn auto vloog op het rechte stuk van start/finish.

Alle hectiek eindigde daar overigens niet, want Evans en Wehrlein probeerden allebei hun eerste attack mode in te zetten in ronde dertig. Tot overmaat van ramp telde deze activatie echter niet, omdat de safety car de baan op werd gestuurd. Cassidy kon daardoor echter weer aansluiten, maar had een aardige opmars nodig om zijn race én titelkansen nog te redden.

Toen de race in ronde 31 weer hervat werd, gaf Rowland - die Evans inhaalde terwijl hij er niet in slaagde attack mode te activeren - de leiding terug aan de Nieuw-Zeelander, omdat hij inhaalde terwijl de safety car op de baan reed. Dat mag niet, en dus lag Evans weer aan de leiding. Toch ging het aan het einde heel hard mis bij Evans, die zijn laatste attack mode wilde activeren maar de activatiezone volledig miste.

In de volgende ronde lukte het hem gelukkig wel, maar toen was het eigenlijk al te laat. Hij viel terug tot achter Wehrlein terwijl Cassidy zich zelfs terugtrok uit de race. Evans moest vervolgens vertragen om ervoor te zorgen dat hij zijn volledige attack mode kon gebruiken en dat hielp Wehrlein uiteindelijk om die felbegeerde titel te pakken.

De titel in het kampioenschap voor de teams ging uiteindelijk naar Jaguar..