Nederland verschanst zich in zijn eigen welvaart E en Vlaamse schrijver dichtte over Nederland: ‘Laat het stikken in zijn centen, in zijn kaas en in zijn krenten, in zijn helden, als daar zijn: Tromp, De Ruyter en Piet Hein’. Het lijkt recent, geïnspireerd door het isolationisme van de populisten, maar het dateert van 1934. De schrijver was Willem Elsschot, die zich opwond over de zwijgzaamheid van de Nederlandse regering in de zaak-Marinus van der Lubbe.
Deze Leidse jongen was in nazi-Duitsland na een schijnproces ter dood veroordeeld, omdat hij in de winter van 1933 de brand in de Rijksdag in Berlijn zou hebben aangestoken. Zijn schuld werd meteen al betwijfeld. De verdenking was sterk dat de nazi’s zelf de brand hadden gesticht om de noodverordeningen te kunnen afkondigen die hun de vrije hand gaven burgerrechten op te schorten en politieke tegenstanders op te ruimen.
Den Haag hield zich afzijdig, ondanks aandrang van koningin Wilhelmina bij de Duitsers een verzoek tot gratie in te dienen. De regering deed dat niet. Sterker nog, zij strafte de Vara met intrekking van een dag zendtijd, omdat deze omroep uit protest tegen de onthoofding van Van der Lubbe drie minuten stilte op de radio had gehouden.
De kwestie roept associaties op met het besluit van het kabinet-Schoof de handen af te trekken van de achtergebleven Afghanen die destijds de Nederlandse missie hielpen en onder het Taliban-regime voor hun leven moeten vrezen. De tijdloosheid van Elsschots hekeldicht schuilt daarin dat dit besluit werd ingegeven door vrees voor hoge kosten. Daarbij past het perfect in de politiek van afschrikking van vreemdelingen, waarvan deze week de contouren zichtbaar werden.
Hoewel Pieter Omtzigts NSC er vorig jaar in geslaagd is het migratievraagstuk te verbreden tot arbeids-, kennis- en studiemigratie, is het in Den Haag al snel weer vernauwd tot de asielzoekers. In een wat breder perspectief laat dat zien hoe weinig politieke kracht een middenpartij nog kan ontwikkelen in een gepolariseerd klimaat. De centrumrechtse VVD hield dat onder Rutte nog het langste vol, zeker ook door het leiderschap van de eerste man, maar zij bezweek vorig jaar onder de druk van de hard-rechtse vleugel.
Drie dagen na de val van zijn vierde kabinet schreef Rutte zelf alle plagen in dit land toe aan de ‘asielstroom’. Daardoor loopt het overal vast, constateerde hij in het Kamerdebat over de ontstane politieke situatie. Het was ‘zo’n groot onderwerp’, zei hij, daarmee moest je wel terug naar de kiezers.
In wezen voltrok zich op dat bijzondere moment de overgave van het midden als plaats van politieke oplossingen aan de populistische krachten. Het is nog niet te overzien hoe het opblazen van het midden uit ons politieke bestel op den duur zal uitpakken. Met de meest welwillende blik kun je zeggen dat de wetten van de coalitiecultuur nog altijd werken.
Dat is niet zo gek, want de cultuur, met als kern het schikken van twisten in de binnenkamer, is meer dan een eeuw oud. Daarvan ondervindt nu zelfs het balorig extremisme van Wilders de zwaartekracht. Nog zo’n wetmatigheid, die zich deze week liet gelden: in de coalitiecultuur wordt de macht minder bepaald door wat je tot stand kunt brengen dan wat je kunt tegenhouden.
De natie mag nu NSC dankbaar zijn dat het de inzet van noodverordeningen in het asielbeleid heeft weten te voorkomen. Je hoeft niet meteen aan het ergste, de nazistische machtsovername in het Duitsland van 1933, te denken om de standvastigheid op waarde te schatten. Er is domweg een precedent voorkomen, dat ons land op een hellend vlak had gebracht.
Het is in zekere zin tragisch dat NSC hiervoor van zijn rechtse noch linkse kiezers de handen op elkaar krijgt. Het leiderschap van de jonge partij schiet vooralsnog tekort in overtuiging en zichtbaarheid om de vleugels bij elkaar te houden. Daarbij ontbreekt het in een beweeglijk electoraat aan de overstijgende bindingskracht waarop de oude volkspartijen lang konden rekenen.
Ik heb NSC weleens vergeleken met de KVP, die in de jaren zestig het eerste slachtoffer werd van de grote sociaal-culturele veranderingen. Daaraan werkte mee dat de partij door haar schipperen en draaien in het midden een gemakkelijk doelwit was van de drijvende (progressieve) krachten in die tijd. NSC maakt nu vanuit de rechtse hoek versneld hetzelfde mee, telkens weer prooi van roddel en hetze, niet in staat de stevige vluchtheuvel te bieden aan de gematigde krachten.
De regering wil nu nieuwe asielzoekers afschrikken door het leven van degenen die hier al zijn zo onzeker en onaangenaam mogelijk te maken. Dat bespaart een hoop centen. Nederland volgt daarmee Denemarken, waarmee het tot de vier rijkste landen in de EU behoort.
Het paskwil van Elsschot legt deze verschansing in eigen welvaart op de meest spottende wijze bloot. Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie. Lees ze hier terug.
Tegenwoordig is één dag al lang in de politiek Dit kabinet brengt goede trouw in het geding Verkiezingen zijn geen uitweg voor de onmacht van dit kabinet.
Bovenkant