
Het plan van de Europese Commissie om 800 miljard euro vrij te maken voor defensie-investeringen. Dat gaat deels via het loslaten van Europese begrotingsregels (de bekende 3 procentregel), zodat lidstaten hun begrotingstekorten verder mogen laten oplopen, specifiek voor defensie-investeringen. En via 150 miljard euro nieuwe Europese leningen: de Europese Commissie gaat dat geld lenen, met de Europese begroting als onderpand.
Dat geld wordt vervolgens dan weer uitgeleend aan lidstaten. Nieuwe Europese schulden. Dat was voor verschillende landen, waaronder Nederland, lang ondenkbaar.
Premier Schoof heeft vorige week donderdag op een EU-top al groen licht gegeven om de plannen van de Europese Commissie verder uit te werken. Maar in de Tweede Kamer bleek deze week een meerderheid van partijen tegen te zijn , waaronder de drie regeringspartijen PVV, NSC en BBB. Zij willen dat Nederland niet meedoet aan het plan.
Dit geld is nadrukkelijk niet bedoeld als steun voor Oekraïne, maar om EU-landen in staat te stellen defensie-investeringen fors op te schroeven. NSC-fractievoorzitter Omtzigt gaf een stemverklaring: hij wil absoluut Oekraïne blijven steunen. PVV en BBB zijn wat kritischer.
PVV-leider Wilders heeft zich vaak kritisch uitgelaten over de steun aan Oekraïne. BBB vindt dat Schoof te vroeg was met zijn toezegging voor 3,5 miljard euro steun aan Oekraïne, maar benadrukt Oekraïne te willen blijven steunen, zoals is afgesproken in het hoofdlijnenakkoord. Nieuwe Europese leningen worden gezien als een risico: een nog grotere schuldenberg voor Europese landen kan voor problemen zorgen bij een financiële crisis.
Volgens de tegenstanders zijn de nieuwe Europese leningen via de Europese Commissie 'eurobonds'. Het kabinet bestrijdt dat. 'Eurobond' is een term die gebruikt wordt voor gezamenlijke obligaties namens de eurozone (landen met euro als munt) of namens alle EU-landen.
Over deze optie is vaak gediscussieerd tijdens de financieel-economische crisis en de steun aan Griekenland. Voor landen als Duitsland en Nederland zijn 'eurobonds' altijd een 'no go' geweest, maar tijdens de coronacrisis is wel een coronaherstelfonds opgetuigd, deels met Europese leningen. Er is nu extra overleg in de coalitie tussen de premier en de fractievoorzitters.
Dat is hoogst ongebruikelijk. Premier Schoof wil duidelijk afspreken welke ruimte hij heeft over de aangenomen motie. Hij kan de motie negeren.
Dat willen de tegenstanders in de coalitie niet. Schoof kan de motie deels uitvoeren. Dan stemt Nederland bijvoorbeeld tegen de wetgeving of onthoudt zich van stemming.
Als de coalitie eist van Schoof dat hij dwars gaat liggen in Europa en alles gaat blokkeren, dan gaat Schoof daar niet mee akkoord. Dat is niet de constructieve rol die hij wil spelen, zo heeft de premier gezegd. Het zijn geen fijne dagen voor premier Schoof.
Hij werd gisteren met veel tamtam op het matje geroepen door Wilders en Van der Plas, ook werd hij teruggefloten door een Kamermeerderheid over een plan voor Europese defensie-investeringen. Dit is niet goed voor het gezag van de premier. Schoof had misschien beter moeten overleggen en afstemmen in de coalitie, maar tegelijkertijd doen coalitiepartijen weinig om de partijloze premier in bescherming te nemen.
Daarover hebben ze vanochtend uitgebreid gesproken. Dat overleg gaat straks verder. De discussie gaat ook over de vraag wie de Europese koers uitzet.
De coalitie heeft gekozen voor een partijloze premier, in de ogen van de fractievoorzitters iemand die moet uitvoeren wat de coalitie wil. Maar in Europese Raad – het overleg van de Europese regeringsleiders - is de rol van de premier toch iets zelfstandiger. Daar komen regeringsleiders onderling tot gezamenlijke conclusies, zo is de bedoeling.
Hoeveel ruimte heeft Schoof? Wie zet de Europese koers uit? Waar ligt de macht in deze coalitie? Dat is in de kern de discussie in het coalitieoverleg. Nederland staat bijna helemaal alleen in het verzet. In de rest van de Europese Unie is de stemming anders.
Duitsland heeft alle financiële remmen losgelaten. Ook Frankrijk wil grote stappen zetten. In de coronacrisis was er een klein clubje landen, 'de zuinige vier', de 'frugal four': Nederland, Oostenrijk, Denemarken en Zweden.
Nu valt in de wandelgangen in Brussel te horen dat eigenlijk alleen Nederland en Zweden moeite hebben met de huidige voorstellen. Het is nu aan premier Schoof en minister Heinen van Financiën, of ze echt in Europa gaan dwarsliggen. Afhankelijk van hoe hard hun verzet is, kan Nederland geïsoleerd komen te staan.
Daar gaat het coalitieoverleg nu over. Voor het gezag van premier Schoof is het niet goed: de rest van Europa ziet nu hoe hij wordt teruggefloten door de Kamer. Concreet kan Nederland in Brussel tegenstemmen of zich onthouden van stemming, maar een ruime meerderheid van landen is voor, dus wordt wetgeving wel aangenomen.
Schoof kan in de Europese Raad vragen om een aantekeningen te maken in de conclusies, dat Nederland tegen de plannen is. Maar dan gaan de voorstellen wel door..