Naast het dartboart en de lp-speler hét hebbeding voor de mancave: de flipperkast

Met de kroeg verdwijnt ook de flipperkast. Naar de huiselijke sfeer, welteverstaan.

featured-image

Afgelopen zomer sloot café De WW in Leiden. Na 42 jaar was het genoeg, concludeerde de eigenaar. Het begon met de rokers, die na het rookverbod naar buiten moesten, waarna de buren over geluidsoverlast begonnen te klagen, waarop de handhavers kwamen, soms wel twee keer per week, en altijd hadden ze hun bonnenboekje in de aanslag.

Nee, de gein was er wel af. Met De WW verdwenen ook de flipperkasten. „Vandaag werden de laatste flipperkasten uit het nr.



1 flippercafé van Leiden gehaald”, schreef Edwin IJzendoorn, eigenaar van Hein Link Automaten in juni op zijn sociale media. En hij kon het weten; al 42 jaar lang, vanaf zijn twaalfde, speelde hij op de flipperkasten in het café. Het waren niet de enige flipperkasten die verdwenen.

Met het verdwijnen van de kroeg – alleen al in Amsterdam verdween volgens cijfers van de gemeente in de laatste tien jaar 26 procent van de cafés – verdwijnt ook de flipperkast uit het publieke leven. Ervoor in de plaats komen, vooral in de steden, eet- en koffietentjes, en daar passen geen ordinair knipperende kasten in – het is hier geen kermis! Hoewel cijfers ontbreken, ziet Gerard van de Sanden („niemand in Nederland weet meer van flipperkasten dan ik”) het gebeuren. „De flipperkast verdwijnt uit het straatbeeld”, zegt de directeur van het Dutch Pinball Museum in Rotterdam.

Maar erom treuren doet hij niet. Want de flipperkast mag dan dood zijn in het café, in de huiskamer is-ie springlevend. 90 procent van de nieuw geproduceerde flipperkasten is bestemd voor gebruik in huis, schat hij in.

Daarnaast is er een levendige handel in tweedehands flipperkasten, die vervolgens thuis worden opgeknapt. Flipperkasten zijn vooral onder mannen vanaf een jaar of 45 in trek. Dit weekend verzamelen honderden van hen zich in Veldhoven voor de 25ste editie van Dutch Pinball Open.

264 mensen spelen om de titel Nederlands kampioen – de anderen komen vooral om een potje te flipperen. „Van kroeg naar mancave”, typeert Van de Sanden de ontwikkeling. Naast dartboard en platenspeler „is de flipperkast het ultieme hebbeding in de mancave”.

Een hobby dus, en geen goedkope. Tikte de liefhebber in de jaren negentig een flipperkast voor zo’n 500 gulden op de kop, vandaag kost diezelfde tweedehands zo’n 7.000 euro – dan moet hij ’m vaak nog zelf repareren, in z’n mancave.

Een nieuwe flipperkast kost zo’n 12.000 euro. De flipperkast weerspiegelt zijn doelgroep: veel zijn gebaseerd op films uit de laatste decennia van de vorige eeuw: Indiana Jones , Jaws .

Arnold Schwarzenegger uit Terminator is de vaakst afgebeelde acteur op een flipperkast, gevolgd door Keanu Reeves als de wraakzuchtige John Wick. Er is nog een reden waarom flipperkasten op films worden gebaseerd: kostenbesparing. Er zijn immers al een verhaallijn en artwork voorhanden, en niet te vergeten een schare fans.

Een ander favoriet thema is popmuziek – in het museum schalt hard ‘Can I Play With Madness’ door de ruimte. Veel flipperkasten draaien om harde, ‘mannelijke’ rock van bands als Iron Maiden, Kiss en Metallica. Op een hogere verdieping staat een vintage Dolly Parton-flipperkast, maar daar lijkt het niet zozeer om de muziek als wel om het voorkomen van de zangeres te gaan – op het scherm barsten de borsten bijkans uit haar jurk.

Even verderop hangt het getekende ontwerp van een Madonna-flipperkast. Ze draagt het beroemde korset van ontwerper Jean Paul Gaultier, met de puntige borsten. (Die flipperkast kwam er nooit, naar verluidt ging haar management niet akkoord.

) Flipperkasten zijn een mannending, kun je dan constateren, gemaakt voor en door mannen. Maar nu de flipperkast steeds vaker in huis staat, roept die male gaze ook kritiek op, onder meer van partners en dochters. Tijdens een grote pinball-conferentie in Chicago vorige maand stond een lange rij voor de nieuwste flipperkast, Alice’s Adventures in Wonderland , gemaakt door het Nederlandse bedrijf Dutch Pinball.

Naast hulde oogstte de machine ook kritiek, op de Hartenkoningin en Alice, afgebeeld als verleidelijke wraakgodinnen met – wederom – grote borsten. Eigenlijk herinnert alleen het blauw van haar aan stukken gescheurde kleedje nog aan Disneys zoete Alice. Naast volwassen komen er ook kinderen naar het museum – al dan niet in het kielzog van een fanatieke vader.

Sommige kinderen vragen: „Wat kan ik hier winnen?” „Helemaal niets, behalve de eer”, antwoordt eigenaar Van de Sanden dan. Ze zijn „verpest”, zegt hij, door gamehallen waar ze grote prijzen zouden kunnen winnen. Met de nadruk op kunnen, want zo’n gamehal is als de kermis: je wil die grote knuffelbeer, maar gaat met een lullige sleutelhanger naar huis.

Terwijl kinderen wel degelijk iets kunnen winnen bij flipperen, zegt onderzoeker Sander Bakkes van de Universiteit Utrecht – al is het geen beloning die de prefrontale cortex direct tevreden stelt. Vanuit het Play Lab op de universiteit, waar hij en zijn collega’s de gevolgen van spelen bij volwassenen en kinderen onderzoeken, wordt ook het flipperen onderzocht. Hoewel het onderzoek, onder een groep 7 en 8 van een Utrechtse basisschool, pas in januari is afgerond, is Bakkes al optimistisch.

„We zien dat kinderen die samen flipperen, zich sociaal verbonden voelen. We verwachten dat ze zich zo veilig voelen, dat ze meer durven te delen met elkaar.” Daarnaast heeft flipperen ook een neurologisch effect: „Sommige kinderen worden, ondanks alle geluiden en lichten uit de flipperkast, juist heel rustig van flipperen, omdat het ze in een hyperfocus brengt.

” Onderzoek onder volwassenen die flipperen, richt zich op hoe om te gaan met stress en falen. Bakkes: „Je raakt die bal immers om de haverklap kwijt.” Dat onderzoek is net begonnen.

Na een heel leven flipperen zegt Gerard van de Sanden wel te weten wat het spel teweegbrengt. „Een goede speler is stressbestendig en heeft een uitstekende hand-oog-coördinatie.” Wat dat laatste betreft, zegt hij, zou flipperen ook goed zijn voor bejaarden.

Daar heeft hij al gesprekken over gevoerd. Van bruine kroeg naar mancave naar verzorgingstehuis? „Dat is helemaal geen gek idee.”.