Nadat Israël vrijdagnacht de eerste militaire aanval op Iran uitvoerde sinds de Iran-Irakoorlog eind jaren tachtig, zei Irans opperste leider Khamenei zondag dat de aanvallen niet moeten worden „gebagatelliseerd, noch overdreven”. Iraanse media meldden dat de schade beperkt is. Al weken werd in de regio en internationaal de adem ingehouden voor een grotere regionale oorlog met betrokkenheid van de VS, en voor aanvallen door Israël op nucleaire installaties in Iran.
In een reeks aanvalsgolven vrijdagnacht richtte Israël zich op militaire doelen, waaronder productielocaties voor raketten en de Iraanse luchtafweer. Daarbij kwamen vier Iraanse soldaten om. Iran ondersteunt met wapens en geld al jarenlang Hamas en Hezbollah, de Palestijnse en Libanese bewegingen die behoren tot de zogenaamde ‘As van Verzet’ waartegen Israël momenteel oorlog voert.
Sinds Israël een aanval uitvoerde op het Iraanse consulaat in Damascus in april, waarbij hoge officieren van de Iraanse Revolutionaire Garde werden gedood, zijn er directe wederzijdse aanvallen tussen Israël en Iran. Israël voerde moordaanslagen uit op Hamasleider Ismail Haniyeh in Teheran en Hezbollah-leider Hassan Nasrallah in Beiroet, waarop Iran reageerde met raketaanvallen op Israël begin deze maand. Israël waarschuwde Iran dit weekend „niet de vergissing te begaan” van een reactie op deze recente aanval.
„De aanval is minder groot dan gevreesd werd”, zegt Midden-Oostendeskundige Paul Aarts. „Het lijkt erop dat Netanyahu geluisterd heeft naar de Amerikanen om geen energie- en nucleaire installaties aan te vallen. Iran komt met de schrik vrij, maar ze weten dat het veel erger kan.
” Als Israël het hierbij laat, lijkt het dit keer het advies van zijn Amerikaanse bondgenoot te hebben opgevolgd. Hoewel de Israëlische legerwoordvoerder Daniel Hagari zei dat de aanval was „voltooid”, is het echter niet uitgesloten dat deze de opmars vormt naar een grotere aanval. Verschillende Israëlische politici waren dit weekend kritisch over het feit dat de aanval tot militaire doelen beperkt bleef.
„Het besluit om geen strategische en economische doelen in Iran aan te vallen was verkeerd”, schreef oppositieleider Yair Lapid op X. Oud-premier Naftali Bennett had begin oktober gepleit voor de „vernietiging van Irans nucleaire programma”. Vraag is nu hoe Iran op de aanval zal reageren.
Volgens Iran-deskundige Sanam Vakil van de Britse denktank Chatham House worden de gevolgen van de aanval weliswaar door Iraanse leiders afgezwakt, maar is de impact niettemin groot. De schade aan Irans militaire capaciteiten en reputatie is aanzienlijk. Het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken noemde de aanval een „pertinente schending van het internationaal recht” en zei dat Iran „het recht en de plicht [heeft] om zichzelf te verdedigen tegen agressieve daden van buitenaf.
” Maar verdere escalatie is niet in Irans belang, schrijft de analist. Israël heeft Irans militaire zwakte getoond, en de gevolgen van de Amerikaanse verkiezingen – waaronder het sanctiebeleid – zijn voor Iran onzeker. „Op de korte termijn zal Iran de aandacht verleggen naar het belang van een staakt-het-vuren in Gaza en zich richten op het levend houden van de ‘As van Verzet’.
” „Zeggen dat het allemaal wel meeviel is voor Iran een soort alibi om niet op een betekenisvolle manier te hoeven terugslaan”, zegt ook Aarts. „Het inferno dat daardoor regionaal gecreëerd zou worden, komt Iran gezien de militaire krachtverhoudingen in de regio niet goed uit. De Israëlische militaire slagkracht is immers – vooral via zijn superieure luchtmacht waar Iran vrijwel weerloos tegen is – vele malen groter dan de Iraanse.
” Maar Iran kan wel degelijk terugslaan via bijvoorbeeld aanslagen op Amerikaanse soldaten in onder meer Irak en Syrië, benadrukt Aarts. Iran is opnieuw „enorm vernederd” door schendingen van zijn territoriale integriteit en aanvallen op eigen grondgebied. Binnen het Iraanse leiderschap is er nu sprake van een „balanceer-act” tussen „laten zien waar het land toe in staat is, en een regionale oorlog voorkomen.
” Volgens Aarts is het besluit voor een beperkte aanval onder druk van de Amerikanen „met tegenzin” genomen door Netanyahu. Hij wijst erop dat Netanyahu tijdens zijn eerdere termijnen als premier Irans nucleaire installaties wilde aanvallen, wat toentertijd werd tegengehouden door het Israëlische leger en de toenmalige Amerikaanse president Barack Obama. De huidige geweldsescalatie tussen Israël en Iran moet volgens Aarts gezien worden in de context van decennialange provocaties door Israël.
„Iran steunt een verzetsbeweging tegen een militaire bezetting”, zegt Aarts. „Dat is van een andere orde dan de manier waarop Israël een andere soevereine staat – Iran – aanvalt, inclusief cyberaanvallen en moordaanslagen.” Volgens hem heeft de Iraanse opstelling zich een tijdlang gekenmerkt door „strategisch geduld”.
Met de Israëlische aanval op het consulaat in Damascus afgelopen april kwam die opstelling deels ten einde..
Bovenkant
Na Israëlische aanval staan Iraanse leiders voor een ‘balanceeract’
Iraanse leiders zeggen dat de schade door de Israëlische aanvallen vrijdagnacht op militaire doelen beperkt is. „Iran komt met de schrik vrij, maar ze weten dat het veel erger kan.”