Verlaten auto’s liggen dwars op de snelweg naar Valencia. Zigzaggend om de auto’s heen proberen automobilisten omliggende dorpen te bereiken. De weg ligt bezaaid met takken, bomen en allerlei voorwerpen, sommige heel groot, zoals enorme pallets.
Soms lopen er mensen als verdwaasd over de snelweg, tegen het verkeer in. Het lijkt soms op een scéne uit de apocalyptische serie The Walking Dead . In het stadje Aldaia, op tien kilometer van de stad Valencia, is het donderdag pikkedonker.
Inwoners lopen rond met zaklampen of schijnen met de lamp van hun mobieltje. Uit de straat Carrer Major komt het kabaal van een pomp die de hulpdiensten gebruiken om water uit ondergelopen huizen te pompen. „We zijn al de hele dag bezig in deze straat”, vertelt Alfredo van de Bomberos Forestales, de natuurbrandweer.
„We zijn er nog niet eens aan toegekomen om Aldaia dieper in te trekken. We komen handen tekort”. Normaal gesproken werken de Bomberos Forestales vooral in bosbrandgebieden, waar ze verantwoordelijk zijn voor het evacueren van mensen en het bieden van medische noodhulp.
Nu staan ze niet in de as, maar juist in de modder en het water. „We worden opgeroepen bij natuurrampen”, zegt Alfredo. „We kwamen hier na een melding van een vermist persoon.
Hij zou in deze garage liggen, maar na het leegpompen hebben we niemand gevonden”, wijst hij naar een ingang. En dus gaat de zoektocht door. Zijn collega Miguel Saez komt erbij staan.
„We werken dag en nacht door en worden af en toe afgelost.” Niet alleen bij de bevolking, ook binnen de hulpdiensten is er kritiek op de coördinatie van de hulpverlening, of eerder: het gebrek daaraan. De lokale politie, de Guardia Civil (militaire politie), brandweerlieden, medisch personeel en zelfs de douane zijn inmiddels naar het gebied gestuurd, maar het ontbreekt aan afstemming.
De vakbond van de Bomberos Forestales schreef woensdag van een „vernederende situatie” voor het personeel. Antonio Criado Montes, de vakbondssecretaris, schreef dat dinsdagmiddag, na de overstromingen, een deel van de eerst gevraagde manschappen weer werd afgezegd door het regiobestuur. „Daarnaast zijn onze helikopters niet volledig ingezet, wat gevolgen heeft gehad voor de reactietijd tijdens de ramp.
We hadden veel doden kunnen voorkomen.” In het stadje Paiporta, in het zwaarst getroffen gebied, lopen de hulpdiensten door elkaar. „Ik heb zelf ook niet echt een idee wat we hier aan het doen zijn”, zegt een agent van de lokale politie uit Orihuela die zijn naam niet gepubliceerd wil hebben.
Hij staat de komende twaalf uur op zijn post voor het ziekenhuis. „Onze taak is het verkeer te regelen en ervoor te zorgen dat alle toegangswegen open zijn voor bijvoorbeeld de ambulances die gewonden vervoeren.” Hij spreekt van „een „gekkenhuis”.
„Iedereen werkt door elkaar heen, er is geen structuur, en dat komt door gebrek aan coördinatie. Daarnaast willen de mensen zelf ook helpen, wat soms leidt tot chaotische situaties.” Hij vertelt dat er nog geen slaapplaatsen zijn geregeld voor de hulpverleners, zij moeten na hun shift urenlang terugrijden naar steden als Zaragoza of Alicante.
Onder de bevolking nemen het ongeloof en de frustratie ondertussen toe. Niet alleen kwamen de lokale noodwaarschuwingen te laat , ook verloopt de hulpverlening ronduit chaotisch en schiet deze tekort. De woede richt zich op het regiobestuur van Valencia.
De nieuwe regiopresident Carlos Mazón van de rechts-conservatieve Partido Popular zou steken hebben laten vallen. Een van de eerste dingen die hij bij zijn aantreden deed, was het afschaffen van de Unidad Valenciana de Emergencias (UVE) afgeschaft. Deze Valenciaanse Noodhulpeenheid werd in 2023 opgericht door de socialistische partij PSOE die destijds aan de macht was, juist met het doel de hulpcoördinatie tijdens rampen te verbeteren.
Toen Mazón nog in de oppositie zat, noemde hij de Noodeenheid „de zoveelste chiringuito”, een strandtent, het Spaanse equivalent voor ‘franje’. Dit werd hem eerder dit jaar al verweten toen een grote flatbrand in Valencia tien levens eiste . „We moeten vooral elkaar helpen hier als inwoners”, zegt de 39-jarige Eudymar Capace uit Aldaia.
„De hulpdiensten zijn uiteraard aanwezig, maar kunnen mensen maar beperkt helpen. Ik snap niet waar het leger bijvoorbeeld blijft. In andere landen zie je dat ze meteen worden ingezet bij natuurrampen.
” De 48-jarige María Jose uit Paiporta deelt broodjes uit aan de hulpdiensten en vrijwilligers. „ Es increíble , het is ongelooflijk. Iedereen doet maar wat.
En waar de regering is of buitenlandse hulp? Solo Díos sabe [Alleen God weet het].” Donderdagavond maakte regiopresident Mázon bekend dat hij het leger om versterking heeft gevraagd. Vijfhonderd militairen arriveerden vrijdagochtend in het rampgebied, drie dagen na de overstromingen.
Ondertussen is het politieke gesteggel in Madrid begonnen. De Partido Popular wijst naar premier Pedro Sánchez als schuldige voor de uit de hand lopende catastrofe. Sánchez vindt op zijn beurt dat het regiobestuur zelf verantwoordelijk is voor de trage reactie en wijst erop dat de nationale weerdienst de regio op dinsdagochtend al waarschuwde.
Vrijdagochtend vroeg marcheren honderden mensen te voet vanuit de stad naar de getroffen dorpen. Een wandeling van ruim een uur. Het is een processie van jong en oud, bepakt met bezems, water, voedsel, vuilniszakken.
Sommigen lopen met winkelwagens gevuld met kratten melk en luiers. „Er werden donderdag verschillende WhatsAppgroepen opgericht in de stad. We spraken een verzamelpunt af en begonnen te lopen”, vertelt César terwijl hij een sixpack waterflessen sjouwt.
„Iedereen heeft wat meegenomen om uit te delen. We willen vandaag de wegen ook zoveel mogelijk schoonvegen. Het is alle hens aan dek.
” Vrijdagmiddag verzoekt Mazón vrijwilligers via sociale media thuis te blijven, ‘omdat de wegen het niet aankunnen’. Vrijdagmiddag was het officiële dodental gestegen naar 205. Een commandant van de Guarda Civil die annoniem blijft, omdat hij geen toestemming heeft om te praten met de pers, vertelt dat de prioriteiten van de hulpdiensten inmidddels zijn veranderd.
„Onze belangrijkste missie nu is humanitaire hulp verlenen. In de eerste 72 uur was het vooral zoeken naar overlevenden, maar nu is het een zoektocht naar de doden geworden en dat is minder urgent”. Nu ontstaan er voedseltekorten, vertelt de commandant.
„Ik kreeg net van mijn team in Paiporta te horen dat er enorm tekort is aan water, babyvoeding en melk, dus rijden sommige eenheden naar de stad om zelf inkopen te doen en dit vervolgens uit te delen. We betalen het uit onze eigen zak, we hebben een inzamelingsactie gehouden.” Helaas zijn er ook mensen die misbruik maken van de situatie, vertelt hij.
„Een extra taak die wij nu erbij hebben gekregen, is het voorkomen van plunderingen en overvallen. Maar daar hebben we eigenlijk de mankracht niet voor.” In de buurt van het treinstation in Aldaia is de brandweer bezig met het leegpompen van een parkeergarage van een winkelcentrum.
„De garage heeft drie verdiepingen. We hebben de eerste nog niet eens tot de helft kunnen legen, terwijl we al sinds een dag bezig”, zegt brandweerman Acedo. „We hebben nog geen idee wat we kunnen aantreffen, maar we zijn overal op voorbereid.
” Het water wordt via enorme blauwe slangen afgevoerd en in een put geloosd. Wanneer hij en zijn collega’s de de vraag krijgen wat ze vinden van de coördinatie, valt er een ongemakkelijke stilte. „Je kunt het zelf wel invullen”, zegt Acedo.
„Ik kan er verder niets over zeggen”. Het zwijgen dat volgt spreekt boekdelen. Collega Luis Villadiego leunt tegen de brandweerwagen en vertelt naar hoeveel natuurrampen hij al is gestuurd „Niets is heftiger dan overstromingen.
Bij een bosbrand kun je nog zien welke kant het vuur opgaat. Maar bij een overstroming word je verrast. Door de kracht van het water word je alle kanten op gesleurd.
” Ook de schade naderhand vinden de twee brandweerlieden heftiger. „Spanje moet beter voorbereid zijn op rampen zoals deze, want door klimaatverandering wordt het alleen maar erger.”.
Bovenkant
Na het water en de ravage is er nu woede op de gebrekkige coördinatie
Na de hevige overstromingen in en rond Valencia komt hulpverlening op gang. Maar coördinatie ontbreekt „Es increíble, het is ongelooflijk. Iedereen doet maar wat.”