Na de mooiste zomer uit zijn leven is de honger van Remco Evenepoel nog niet te stillen: ‘Het mag terug beginnen’

featured-image

Hij loopt nog altijd met een grote smile rond - hoe kan het ook anders na die wondermooie Tour en Spelen - maar geloof het of niet: Remco Evenepoel (24) heeft alweer zin in wat komt. Over anderhalve maand gaat hij het duel aan met Pogacar om de wereldtitel, de komende jaren worden de Giro en Tour zijn hoofddoelen. ‘In eendagskoersen kan ik niet meer verbeteren, in tijdrijden ook niet, maar wel in grote rondes.

’ Viering op de Grote Markt in Brussel? Een rondje interviews met de nationale media? Remco Evenepoel doet het allemaal met de glimlach. De geschreven pers, VTM, Sporza, RTBF, RTL - iedereen krijgt zijn momentje met de tweevoudige olympische kampioen. Evenepoel maakt grapjes en stelt de journalisten zowaar zelf vragen.



“En, waar ben jij op vakantie geweest? Was het plezant? Lekker gegeten ook?” Zelf heeft hij er een weekje Griekse eilanden op zitten. Een vakantie zoals u die ook kent. “Ik heb niet veel gedaan.

Vier, vijf dagen aan het zwembad gelegen, een boottochtje gemaakt, gezwommen met een schildpad - dat was tof.” Kortom, genoten van zon en zee. “Maar ik heb misschien een beetje overdreven”, lacht Evenepoel.

“Mijn buik is wat verbrand.” Als bewijs tilt hij zijn T-shirt op en toont hij een paar rode strepen onder zijn navel. Naar zijn buik - welke buik? - moeten we even niet kijken, zegt hij.

Sinds de wegrit in Parijs heeft hij niet meer op zijn eten gelet. “Ik heb de weegschaal thuisgelaten. Daar dient vakantie voor.

Ik heb gegeten waar ik zin in had. Zonder spijt, zonder stress, dat heeft deugd gedaan.” Zijn historische dubbel in Parijs is niet onopgemerkt gebleven.

Evenepoel kreeg aandacht en felicitaties die hij niet had zien komen. “Ik dacht dat het al extreem was na de Tour, maar mijn social media-beheerder vertelde me dat het bericht over de Olympische Spelen 700.000 likes kreeg.

Bijna 10 miljoen mensen hebben het zien passeren op hun account. Zondag had ik een interview met The New York Times . Ik ben in een heel andere dimensie terechtgekomen.

“Soms heb ik het gevoel dat ze de Tour al vergeten zijn, maar voor mij is de hele zomer onvergetelijk. Elk doel dat ik had, heb ik kunnen afvinken. Het is zelfs nog meer dan ik in mijn hoofd had: met die twee gouden medailles heb ik mezelf overtroffen.

Dan besef je dat het het allemaal waard is - al die uren trainen, de revalidatie na mijn val, al die tijd weg van de familie en de vrienden.” Het zorgt ook voor respect bij de collega’s. “Tadej (Pogacar) heeft me twee berichten gestuurd om me te feliciteren.

Mathieu van der Poel zei dat hij blij was voor mij. Ik ben een beetje vriend met iedereen - ik heb niet veel vijanden. Van wie heb ik nog felicitaties gekregen? Jude Bellingham (middenvelder van Real Madrid) heeft geantwoord op een post op sociale media.

Thibaut Courtois en Eden Hazard hebben iets gestuurd. En ik heb een berichtje gekregen van Kevin De Bruyne, dat vond ik wel chique. Voetballers onder mekaar zeker?” (lacht hartelijk) Als hij dat wilde, had Evenepoel al een punt achter zijn seizoen kunnen zetten - 2024 kan sowieso niet meer stuk.

Maar zo zit hij niet in mekaar: hij hoopt nog een keer te pieken. Eind september is er het WK in Zwitserland, op een parcours dat hem bevalt, en begin oktober is er de Ronde van Lombardije, de klassieker die hem ook op het lijf geschreven is, maar waar hij nog niet kon schitteren. “Mijn voorbereiding ligt nog niet vast.

Ofwel wordt dat de Renewi Tour (de Benelux Tour) ofwel de Ronde van Groot-Brittannië.” Normaal gaat Evenepoel ook de EK-tijdrit in Hasselt rijden, half september. “Dat wordt mijn enige wedstrijd in België dit jaar.

” Zijn fans zullen blij zijn, want zij krijgen hun idool niet vaak live aan het werk te zien. Voor de renner telt een sportieve reden: hij wil nog een tijdrit in de benen voor hij naar het WK trekt. “En dit is de enige kans.

Het is een test voor het WK, maar uiteraard start ik om te winnen.” In de WK-wegrit kan Pogacar zijn grootste tegenstander worden. De Sloveen heeft aangekondigd dat hij wereldkampioen wil worden.

Evenepoel: “Tadej is de beste coureur van wereld. Hij zal gemotiveerd zijn in Zürich. Zelf kan ik met weinig druk naar het WK - deze olympische titels heb ik voor vier jaar.

Maar als ik naar een WK ga, is het voor het hoogste. Ik heb kans om de twee titels te winnen: beide parcours liggen me en de Belgische ploeg zal heel sterk zijn. Niks moet, maar ik ga zeker proberen.

” Zou het kunnen? Kan Evenepoel nog een keer scoren na een zomer vol uitschieters? Fysiek zijn de inspanningen van de voorbije maanden nog niet vergeten, die hangen nog in zijn lijf, maar een weekje vakantie volstaat blijkbaar wel om zijn hoofd vrij te maken. Want geloof het of niet, hij heeft er alweer zin in. “Ik heb deze keer echt kunnen genieten van mijn prestaties”, vertelt hij.

“Meer dan twee jaar geleden na de Vuelta. De batterijen zijn bijna weer volledig opgeladen. Ik moet de boel opnieuw aanwakkeren, maar dinsdag of woensdag keer ik terug naar Spanje en dan zal het wel lukken.

Het mag wel terug beginnen. Een week niks doen is op een manier ook lang. Je wil toch niet te veel vorm verliezen.

” Of Evenepoel ooit beter was dan deze zomer, is de vraag. Vreemd genoeg is het antwoord ‘ja’. “Puur qua gevoel had ik in de WK-wegrit in Australië (in 2022) nog betere benen.

” Maar uiteraard was de sensatie de voorbije weken ook geweldig. “In de Tour kon ik duwen tot de laatste dag. In Parijs kon ik me boven de pijn zetten.

Ik denk niet dat ik in eendagskoersen nog kan verbeteren, in een tijdrit ook niet. Ik zit daar aan honderd procent. De enige manier om nog te verbeteren, is in grote rondes, met een specifieke voorbereiding.

” Evenepoel gelooft dat de sleutel ligt bij zijn gewicht. Een kilo minder kan een heel verschil maken, meent hij. “Een tijdrit rijden en een col beklimmen lijken op mekaar.

Het is allebei 30 à 40 minuten koersen tegen je overslagpunt. Maar een grote ronde win je niet in een tijdrit, wel in de cols, en vooral op de aankomsten bergop. We moeten zoeken naar het evenwicht waarbij ik nog kan meedoen voor winst in de tijdrit en ondertussen 3, 4 of 5 procent beter bergop kan.

Ik denk dat dat kan met 62 kilo.” Wat zeker zo is: de komende jaren wil Evenepoel vooral inzetten op de grote rondes. “Het is duidelijk dat mijn toekomst gefixeerd zal zijn op de Giro en de Tour.

Ik heb van in het begin van mijn carrière gezegd dat het mijn droom is om de drie grote rondes te winnen. Die derde plaats in de Tour heeft me getoond dat het mogelijk is. Ook omdat mijn voorbereiding door die val in het Baskenland (begin april) niet honderd procent was.

Tijdens de revalidatie heb ik wat gewicht bijgewonnen door de oefeningen voor mijn schouder en dat moest ik daarna weer kwijt zien te spelen.” Dat hij ondanks die extra moeilijkheid toch het podium haalde, betekent veel, vindt hij. “Ik heb in alle bergritten dezelfde wattages geduwd.

Ook in laatste week, altijd rond 6,1, 6,2 of 6,3 watt per kilo. Dat is uitzonderlijk. Mijn niveau was hoger dan twee jaar geleden in de Vuelta.

Dat was ook nodig om mee te doen met Tadej en Jonas (Vingegaard) . Dat geeft mij vertrouwen. Maar ik houd mijn voeten op de grond: Tadej is nog van een ander niveau.

” De keuze voor de Giro en Tour heeft automatisch gevolgen voor de rest van zijn seizoen. Het maakt het heel moeilijk om er de voorjaarsklassiekers bij te nemen. Patrick Lefevere hintte daar nochtans op, dat Evenepoel ook Milaan-Sanremo en de Ronde van Vlaanderen moet gaan rijden.

“Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het is weleens ter sprake gekomen, maar we hebben er nog niet echt over gepraat.” Maar kan de combinatie? Evenepoel: “Het voordeel is dat ik vlot meerdere keren per jaar kan pieken, en ook het tijdstip is niet onoverkomelijk.

Na Sanremo en de Ronde is er nog tijd genoeg richting de Tour. Maar als ik die koersen wil doen, dan moet ik niet meer aan de Ardennenklassiekers denken. Dat zou dan te veel zijn.

En als ik die koersen rijd, zal het zonder specifieke klassiekervoorbereiding zijn. De voorbereiding op de Tour zal altijd voorrang hebben. Als ik mag kiezen, zou ik graag een keer de Ronde winnen, omdat het de grootste en de mooiste is, maar vooraleer ik aan de Ronde van Vlaanderen ga denken, zou ik liever eerst de drie grote rondes winnen.

Voor mij is het duidelijk: als ik echt voor de Tour wil gaan, zal ik de klassiekers wat opzij moeten zetten.” Geselecteerd door de redactie.