Na de modesector heeft ook de tweedehandsmarkt nu zwaar te lijden onder Chinese webshops

featured-image

Wie nog nooit in de verleiding gekomen is om een truitje te bestellen voor de prijs van een halve kiwi, mag zijn hand opsteken. Chinese webshops gooien de hele modesector door elkaar, en ook de tweedehandsmarkt heeft er nu zwaar onder te lijden. ‘Het systeem zoals we dat altijd gekend hebben is aan het kraken.

’ Te oud, te klein, te versleten of zéker in een vlaag van zinsverbijstering aangekocht, want doorgaans heeft u echt wel betere smaak dan dat: als u straks bij de seizoenswissel uw kleerkast uitruimt, verdwijnt er vast weer een hele stapel kleding in een grote zak. Bijna vijftien kilo kleding gooien u en ik zo jaarlijks weg. In 2022 was dat goed voor een totale kledingafvalberg van zo’n 83 ton, blijkt uit de Monitor Circulaire Economie Vlaanderen.



33 ton werd weggegooid met het restafval en verbrand met energieterugwinning. De overige 50 ton belandde in de kledingcontainer en bij goede doelen, waarna ze naar recyclagebedrijven gingen. Daar wordt uitgesorteerd wat nog bruikbaar is en dat is best beperkt: iets minder dan de helft is in zo’n slechte staat dat het ook klaar is voor de verbrandingsoven.

Een kleine 20 procent van de stoffen is niet meer draagbaar, maar kunnen wel nog gerecycleerd worden tot poetsdoeken of isolatiemateriaal. Amper 5 procent is goed genoeg voor de Belgische tweedehandswinkels, de overige 30 procent wordt geëxporteerd naar buiten Europa. Maar, zo klaagde de Belgische federatie van de afval- en recyclagesector Denuo al aan in Het Belan.