Na Covid weer grenscontroles? Dat valt grensgemeente Sluis rauw op het dak. ‘We gaan hiermee drie stappen achteruit’

Het kabinet kondigde aan dat ‘irreguliere migranten’ aan de grens vanaf eind november moeten worden teruggestuurd naar België en Duitsland. Dat kan forse gevolgen hebben voor grensgemeentes.

featured-image

De grens met België is sinds 1960, toen vrij verkeer van personen tussen Nederland en België werd ingevoerd, slechts twee keer eerder afgesloten geweest. Eerst in april 2001, toen in Nederland de besmettelijke mond- en klauwzeerziekte onder koeien, varkens, schapen en geiten uitbrak. Een kleine twintig jaar later moesten wegblokkades voorkomen dat Belgen en Nederlanders elkáár besmetten, met het coronavirus.

Aan die eerste lockdown moest Marga Vermue-Vermue, burgemeester van Sluis, afgelopen dagen terugdenken. Het Zeeuwse vestingstadje, waar volgens haar 80 tot 90 procent van de dagjesmensen uit België komt, lag er in de lockdown verlaten bij. Een schrikbeeld dat ze niet graag herhaald ziet.



De Belgen die in Sluis komen winkelen en de Duitsers die de achterliggende stranden bezoeken, houden het leefbaar in haar gemeente – een van de dunbevolkste van Nederland. „We grenzen volledig aan België, terwijl juist de bereikbaarheid van Nederland voor ons lastig is (vanwege de Zeeuwse eilanden, red.).

Zeeuwen gaan naar ziekenhuizen, zorginstellingen en scholen in België”, vertelt Vermue-Vermue. „En dan zijn er nog de nauwe banden tussen families en vrienden aan beide kanten van de grens, velen zijn gehuwd met een Vlaming. Eerlijk gezegd voelen sommige inwoners zich meer verbonden met België dan met Nederland.

” De grenscontroles die nu zijn aangekondigd, niet om een ziekte-uitbraak te voorkomen maar om illegale migratie tegen te gaan, is rauw op het dak gevallen bij burgemeesters van grensgemeenten als Sluis. Aan hun grenzen met Duitsland en België moeten „irreguliere migranten” teruggestuurd worden, schreef premier Schoof afgelopen zaterdag in een Kamerbrief. In die categorie vallen bijvoorbeeld asielzoekers die in een ander Europees land al asiel hebben aangevraagd.

Het kabinet beroept zich op een artikel uit de Schengengrenscode, waarin staat dat landen „bij uitzondering toezicht mogen instellen aan hun grenzen als sprake is van ernstige bedreiging van de openbare orde of binnenlandse veiligheid”. Nederland volgt daarmee het voorbeeld van Duitsland, dat sinds september in de strijd tegen illegale migratie, terrorisme en grensoverstijgende criminaliteit mensen controleert bij de grenzen met verschillende buurlanden. Ook Frankrijk gaat grenscontroles uitvoeren, vanaf komende vrijdag.

Europese landen zouden grenscontroles juist als ‘laatste redmiddel’ moeten inzetten, stond in een resolutie van de Assocation for European Border Regions (AEBR) die ook ondertekend werd door Joris Bengevoord, burgemeester van Winterswijk. In het Algemeen Dagblad sprak hij zijn verbazing en zorgen uit over de voorgenomen grenscontroles. In Limburg grenzen vier gemeenten zelfs aan België én Duitsland, zoals Sittard-Geleen.

„Onze samenleving speelt zich af binnen Europa”, zegt burgemeester Hans Verheijen van Sittard-Geleen. „Voor een regio die niet zo welvarend is als de Randstad is dat heel belangrijk.” Net als zijn ambtgenoot uit Zeeland herinnert Verheijen zich de Belgische blokkades in coronatijd nog goed.

„Dat heeft heel veel gezinnen geschaad. In de gemeente Selfkant, dat voor een deel aan ons grenst, heeft ruim 30 procent van de inwoners een Nederlandse nationaliteit.” De landsgrens bestaat gevoelsmatig niet meer, zeggen burgemeesters uit het zuiden.

„Dat is ondenkbaar voor de mensen hier”, zegt Mark Buijs, burgemeester van het West-Brabantse Roosendaal, waar dertien grensovergangen zijn. „Ik vind dat zij echt tekort worden gedaan met deze maatregel. Het verhaal klinkt natuurlijk goed: we gaan zorgen dat we de instroom beperken.

Maar we gaan het pas merken als we niet meer kunnen gaan en staan waar we willen. Eigenlijk gaan we hiermee drie stappen achteruit.” Waar de Belgische blokkades in coronatijd nog te verdedigen waren als noodzakelijk kwaad, ziet Verheijen niets in de grenscontroles die nu zijn aangekondigd.

„Toen leed de economie sowieso schade”, zegt de burgemeester van Sittard-Geleen. „Als je nu hindernissen gaat creëren in het Europa zoals we dat kennen, ben ik bang dat onze inwoners die rekening gaan betalen.” Van grenscontroles aan de Duits-Limburgse grens merkt Verheijen „niets”.

„Daar zijn wat prikacties geweest, maar grensbewaking is het niet te noemen.” Grensoverschrijdende criminaliteit tegengaan, doen gemeentes als het Zeeuwse Sluis door beelden en informatie met de Belgische politie uit te wisselen. Volgens Vermue-Vermue en Buijs (Roosendaal) kan het kabinet beter investeren in de controle van drugssmokkel via havens als Vlissingen, Terneuzen en Moerdijk.

Het is überhaupt de vraag of het kabinet zijn woorden waar kan maken. „Vertel mij maar hoe je dat gaan doen, als er in mijn gemeente al dertien van dat soort overgangen zijn”, zegt Buijs, burgemeester van Roosendaal. Zijn collega Verheijen, burgemeester van Sittard-Geleen: „Je kan hier op zoveel manieren de grens oversteken: wandelend, fietsend, met de auto, al dan niet over zandwegen.

Na de Tweede Wereldoorlog staken hier ook boter- en koffiesmokkelaars over. Dat was toen al niet te handhaven, met een douane die groter was dan dat die nu is. Een grens zet je niet dicht.

” Hun conclusie? De aangekondigde grenscontroles zijn symboolpolitiek. „Het schijnt tegenwoordig zo te horen”, verzucht Buijs. „Politiek werkt blijkbaar op incidenten waar direct op wordt geschakeld.

In plaats van even goed na te denken: is dit wel haalbaar? En welk probleem lossen we hier eigenlijk mee op? En lossen we dat probleem ook wel op? Dit is alleen een middel om onze angsten te bekoelen.”.