Na 130 jaar weer zadelsprinkhanen op de Groote Heide dankzij Duitse vliegbasis

Honderd in gevangenschap gekweekte zadelsprinkhanen zijn dinsdag uitgezet in het natuurgebied Groote Heide. Het is het enige heidegebied in Limburg dat geschikt is voor de herintroductie van deze zeldzame sprinkhaansoort.

featured-image

Honderd in gevangenschap gekweekte zadelsprinkhanen zijn dinsdag uitgezet in het natuurgebied Groote Heide. Het is het enige heidegebied in Limburg dat geschikt is voor de herintroductie van deze zeldzame sprinkhaansoort. Dat is mogelijk dankzij het vroegere Fliegerhorst Venlo, in de Tweede Wereldoorlog een vliegveld van de Duitse Luftwaffe Minder verzuring in de bodem Terreinbeheerder Harry Bussink van eigenaar Het Limburgs Landschap wijst op de bodem van het heidegebied.

"De Duitse bezetter heeft hier tijdens de Tweede Wereldoorlog een militair vliegveld aangelegd met betonnen start- en landingsbanen", legt hij daarover uit. "Het materiaal voor de bouw kwam vooral uit het Maasbekken." Bij de herinrichting van het gebied is veel van dat materiaal in de bodem achtergebleven.



Gedurende al die jaren hebben die stenen mineralen als calcium, kalium en magnesium losgelaten." En dat heeft de verzuring van de bodem tegengegaan, die we in de afgelopen decennia zien in bijna alle heidegebieden in Nederland. Laatste De laatste keer dat een zadelsprinkhaan op de Groote Heide is gezien, was aan het eind van de 18de eeuw.

Door zure regen, veroorzaakt door de industrie en daarna de stikstofneerslag door de agrarische sector, verdwenen veel plantensoorten uit de heidegebieden en daarmee veel diersoorten. "De zadelsprinkhaan wist zich alleen te handhaven op enkele delen van de Hoge Veluwe en een deel van de Mookerheide in Gelderland", vertelt Jeroen van Leeuwen. Hij werkt bij Bureau Natuurbalans-Limes Divergens en leidt het zadelsprinkhaan-project.

Verschraald "Grote heidegebieden in Limburg als de Hamert, de Meinweg en de Brunssummerheide zijn zo verschraald dat ze niet meer geschikt zijn voor de zadelsprinkhaan", vervolgt Van Leeuwen. "Je ziet daar grote vlakten met heideplanten en verder bijna geen kruiden meer." "Alleen de Groote Heide in Venlo is geschikt en dan vooral het deel waar we nu staan, dicht bij het zweefvliegveld.

Hier zitten meer resten van de vliegbasis in de bodem. Iets verderop aan de noordelijke kant is dat minder en dat zie je meteen aan de vegetatie. Die is minder dan hier, kijk maar naar de mooie verscheidenheid aan kruiden, planten, bomen en struiken.

Hier kan een zadelsprinkhaan-populatie overleven." Kooien Drie kooien met in totaal 50 mannetjes en 50 vrouwtjes worden de hei op gedragen, ze zijn in gevangenschap gekweekt. De vrouwtjes zijn groen en de meesten zitten vol met eitjes, klaar om bevrucht te worden door de mannetjes die meer bruin zijn.

Jeroen van Leeuwen heeft een mannelijk en vrouwelijk exemplaar in zijn handen. "Met dat lange uitsteeksel aan de achterkant legt het vrouwtje haar bevruchte eitjes in de bodem. Die komen na twee winters uit in het voorjaar.

Deze groep zal dus pas in het voorjaar van 2026 nakomelingen krijgen. Deze dieren overleven de winter niet. Volgend jaar zetten we weer een groep uit die dan begin 2027 voor nakomelingen zorgt.

In totaal zetten we zes groepen uit in een periode van zes jaar." Deel dit artikel 💬 WhatsApp ons! Heb jij een tip of opmerking voor de redactie? Stuur ons een bericht via WhatsApp of stuur een mail naar [email protected] !.