Myrthe Schoot: ‘Eenmaal ziek werd ik door de volleybalwereld gedragen’

De volleybalvrouwen in Parijs worden aangemoedigd door oud-collega Myrthe Schoot, die niet lang na haar afzwaaien, een jaar geleden, ernstig ziek bleek.

featured-image

‘Leef, alsof het je laatste dag is. Leef, alsof de morgen niet bestaat.” Tussen de internationale krakers schalt plots André Hazes junior door de volleybalarena, tijdens de warming-up van Turkije- Nederland, eerder deze week.

Myrthe Schoot hoort het niet. De oud-volleybalster is met cabaretier Peter Heerschop in gesprek, die naast haar op de tribune zit. „Leef, alsof het nooit echt af is.



..” Niet veel mensen zullen de 387-voudig international herkennen.

Over haar stekeltjeshaar heeft ze een grote pruik met oranje krullen getrokken, op haar neus staat een oranje zonnebril. Acht jaar geleden stond Schoot in het olympische veld in Rio de Janeiro, waar de volleybalvrouwen geschiedenis schreven met een vierde plaats . Voor Tokio kwalificeerde het team zich niet.

Lang twijfelde Schoot of ze wilde opgaan voor Parijs. „De Olympische Spelen zijn zoiets magisch. Maar het gewone leven trok me, ik had er al een beetje aan geproefd door te gaan werken en vond het onwijs leuk om nieuwe dingen te leren en mijn eigen agenda te bepalen.

Als je al zo lang volleybalt als ik, dan zijn de stapjes die je zet nog maar heel klein. Daar haalde ik niet genoeg voldoening meer uit om er mijn hele leven door te laten bepalen.” In juli vorig jaar besloot de 35-jarige libero definitief te stoppen.

Begin oktober bleek ze ziek. Al een tijdje ook. Er werd een tumor van 17 centimeter gevonden in haar buik.

Een bal, zoals ze hem zelf omschrijft. Na zes chemokuren en een operatie is de bal weg, en de heftigste periode lijkt voorbij. Al moet Schoot nog wel twee jaar chemopillen blijven slikken.

„Van alles wat ik heb gehad, is dat nog wel het meest intensief. Ik sta in de fik als ik in de zon zit, en ik slaap slecht. Eigenlijk heb ik wel een beetje last van alle bijwerkingen die op de verpakking staan.

” En dat zijn er veel: buikpijn, hoofdpijn, een verhoogde onrustige hartslag, pijn in gewrichten, een pijnlijke huid – om er een paar te noemen. „Maar”, zegt Schoot meteen, „het gaat wel goed met me. Ik ben het afgelopen half jaar goed doorgekomen.

Mijn lichaam zoekt nog naar een nieuwe balans, maar het is fijn dat mijn haar weer groeit, en dat ik weer dingetjes kan doen omdat mijn energieniveau toeneemt.” Zoals naar haar oude team gaan kijken, op de Olympische Spelen. Als het volkslied van Nederland begint en iedereen gaat staan, krijgt ze kippenvel.

„Kriebels in mijn buik! Het gevoel van Rio komt weer boven. Hoe we toen de eerste wedstrijd het veld opliepen, dat veld met die ringen. Dat was mijn droom.

” Toen bekend werd dat ze ziek was, vouwde de volleybalwereld zich als een warme deken om Schoot heen. Niet alleen van haar oude ploegje, maar uit alle hoeken kreeg ze steun. Van fans, van tegenstanders.

Uit alle landen, overal kwamen berichten vandaan. „Ziek zijn is iets heel persoonlijks, en in het begin dacht ik: ik ben gewoon Myrthe, en ik ben nu toevallig ziek. Ik wilde helemaal niet ‘de zieke Myrthe’ zijn.

Maar ik heb samen met Laura Dijkema, Robin de Kruijf en Maret Grothues een podcast: Over de top . Daarin heb ik eind vorig jaar verteld wat er met me aan de hand was. Daarna werd ik echt gedragen door de volleybalwereld.

Dat was zo bijzonder.” Doordat ze in de podcast vaak een update gaf over haar behandelingen, hoefde ze het verhaal niet telkens opnieuw te doen. De Kruijf en Grothues zijn net als Schoot gestopt.

Dijkema, boegbeeld en aanvoerster van Oranje, wilde wel nog heel graag naar deze Spelen, maar werd op het allerlaatste moment door bondscoach Felix Koslowski buiten de selectie gehouden. Noodgedwongen. Normaal gesproken mogen er veertien volleybalsters naar internationale toernooien.

Voor de Olympische Spelen zijn dat er twaalf. En dus moest er een harde keuze worden gemaakt. Omdat Dijkema in aanloop naar de Spelen een gebroken pink had, miste ze twee belangrijke weken in de voorbereiding.

Daardoor was ze niet topfit. De andere twee spelverdeelsters waren dat wél, en ook op goed niveau. Hij kon het niet maken, beargumenteerde de bondscoach, om één van hen thuis te laten ten faveure van een niet topfitte Dijkema.

Evengoed noemde hij het de pijnlijkste beslissing van zijn leven. Omdat Dijkema zo belangrijk is voor het team, vroeg Koslowski haar om toch mee te gaan naar Parijs – om mee te kunnen trainen, en om met al haar ervaring ook buiten wedstrijden om bij de jonge ploeg te zijn. Een heel bittere pil, maar Dijkema zei ja.

Nu zit ze op de tribune. Schoot wil niet vertellen wat ze daarvan vindt. „Dat is Laura’s verhaal, dat is niet aan mij.

” Haar stem breekt. „Laura speelt in de Italiaanse competitie. Toen ze hoorde dat ik ziek was, stapte ze een week later op het vliegtuig en kwam naar me toe.

In zulke tijden kom je erachter wat vriendschap betekent. Ik ben gewoon heel trots op haar.” Ook haar oude begeleiders kwamen in actie.

„NOC-NSF, Papendal en de volleybalbond NeVoBo hebben me enorm geholpen. Ze zeiden: laat weten wat je nodig hebt, en wij regelen het. Dus ik heb met een haptonoom, een psycholoog, een diëtist en een fysio van TeamNL gewerkt, allemaal mensen die ik al kende.

Topsportarts Peter Vergouwen werd een steun en toeverlaat. Medisch inhoudelijke vragen kon ik altijd aan hem stellen, maar we konden ook uren over sport kletsen en lachen om alledaagse dingen. Als je aan de chemo gaat, dan gaat je weerstand snel achteruit.

Ik wilde eigenlijk niet naar de fitness, omdat ik bang was daar een infectie op te lopen. Toen heeft Papendal-baas Jochem Schellens allemaal spullen voor me opgesnord om een thuisgym te maken.” Zo uitbundig als Schoot in het veld kon zijn, zo ingetogen is ze als supporter.

Ze praat vooral tegen zichzelf: „Goed Celes”, als Celeste Plak een punt scoort. Of: „Goeie keuze!” bij een mooi geplaatste bal. „Poeh”, zegt ze.

„Wat een pot hè! Wat spelen ze goed! Dit had ik echt niet verwacht. Het is zo jong, fris en dynamisch.” Dat de wedstrijd tegen Turkije uiteindelijk verloren wordt noemt Schoot jammer, want er waren genoeg kansen om het af te maken.

„Maar als je van tevoren gezegd had dat het 2-3 zou worden, had ik ervoor getekend!” Twee dagen is ze in Parijs. „Met de energie die ik nu heb, kan ik niet meer aan dan dat. Althans, het zou wel kunnen, want doorrammen dat kan ik wel.

Maar dat wil ik niet meer. Ik moet leren iets beter te luisteren naar mijn lichaam.” Dat is haar doel voor de komende tijd: opnieuw opbouwen en weer energie krijgen.

„Ik heb wel eens gezegd dat ik misschien toch maar moet terugkomen als volleybalster. Niet alleen gezond worden, maar zo fit worden dat je weer aan topsport kunt doen. Dat zou toch supervet zijn.

Een heel mooi verhaal. Maar om dat nu voor het verhaal te doen, is niet echt de juiste motivatie”, lacht ze. „Ik wil gewoon fit worden, en weer van het leven genieten.

Want er is zoveel leuks en moois te doen en te beleven.”.