Ministerie van Financiën liet ernstige steken vallen bij coronasteun aan KLM, blijkt uit rapport

Dat het ministerie van Financiën de voorwaarden voor de coronasteun aan KLM moeilijk zou kunnen handhaven, was al bij aanvang duidelijk. Die voorwaarden heeft KLM dan ook onvoldoende nageleefd.

featured-image

Het ministerie van Financiën heeft ernstige steken laten vallen bij de coronasteun aan luchtvaartmaatschappij KLM in 2020. Dat blijkt uit de langverwachte evaluatie van de staatssteun die adviesbureau EY in opdracht van Financiën maakte voor het kabinet. Ministers Eelco Heinen (Financiën, VVD) en Barry Madlener (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) hebben het EY-onderzoek woensdag aan de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.

Al bij aanvang van de coronasteun aan KLM, in het voorjaar van 2020, was volgens EY duidelijk dat het ministerie van Financiën de voorwaarden voor de staatssteun heel moeilijk zou kunnen handhaven. Bovendien liep de overheid veel meer financieel risico dan de betrokken banken en hoefden financiers, leveranciers (van onder meer kerosine) en aandeelhouders geen bijdrage te leveren aan de coronasteun. Ook heeft de vroege aankondiging van de steun in april 2020 door toenmalig minister Wopke Hoekstra (Financiën, CDA) de onderhandelingspositie van de staat ten opzichte van KLM en andere betrokkenen verzwakt.



Pas zes maanden later bereikte Hoekstra uiteindelijk overeenstemming met alle partijen (vakbonden) over de steunvoorwaarden. KLM kon aanspraak maken op miljarden euro’s om de coronacrisis te overleven – en dat is ook gelukt, constateren Heinen en Madlener opgelucht, maar moest zich daarbij wel houden aan bepaalde voorwaarden. Zo was overeengekomen dat het bedrijf fors zou gaan besparen om ook na de pandemie competitief te blijven.

Maar KLM voldeed alleen in 2021 en 2022 aan de vereiste structurele kostenreductie, stelt EY. De arbeidsvoorwaardelijke bijdrage van een deel van het personeel – EY noemt ze niet met naam, maar doelt onder andere op de KLM-piloten – bleef achter bij de voorwaarden. Ook het faciliteren van mogelijke belastingontwijking werd niet beëindigd.

Het gaat daarbij om KLM’ers die wonen in het buitenland (waar ze minder belasting betalen) en werken vanaf Schiphol. EY stelt: „Het heeft niet geholpen voor de mogelijkheid om te handhaven dat er geen financiële prikkels verbonden waren aan niet-naleving van de voorwaarden.” De naleving op deze voorwaarden is onvoldoende geweest, stelt EY.

Staatsagent en oud-topambtenaar Jeroen Kremers, die moest toezien op de voorwaarden, constateerde eerder hetzelfde. In een begeleidende brief aan beide Kamers herhalen ministers Heinen en Madlener dat zij het handelen van KLM betreuren. „Het kabinet vindt het teleurstellend dat KLM de financiële steunvoorwaarden onvoldoende heeft nageleefd.

” Toenmalig minister Sigrid Kaag (Financiën, D66) had dat ook al gezegd. Minister Heinen schrijft in een reactie: „Bij toekomstige steunverlening is het belangrijk om goede handhavingsinstrumenten in te bouwen.” Kaag stelde vorig jaar dat zij KLM niet zou vervolgen, omdat uit nieuw juridische advies was gebleken dat de kans op succes in zo’n procedure nihil zou zijn.

EY constateert nu dat al bij de start van de coronasteun de problemen voor de handhaving bekend waren. Desondanks steunde het toenmalige kabinet KLM met miljarden. Geen enkel bedrijf in Nederland ontving zoveel overheidssteun als de luchtvaartmaatschappij, constateerde staatsagent Kremers.

Die steun kende meerdere onderdelen. In de eerste plaats stelde de overheid zich garant voor een bankenlening van maximaal 2,4 miljard euro. Daarbij liepen de betrokken banken dus veel minder risico dat de staat, aldus EY.

Verder bood het rijk KLM de mogelijkheid tot 1 miljard euro direct van de staat te lenen. KLM heeft daarvan 942 miljoen opgenomen, en dat relatief snel helemaal terugbetaald, met name dankzij de aangetrokken vraag naar vliegreizen. Verder maakte KLM gebruik van twee generieke coronasteunmaatregelen, waarop ook andere bedrijven in Nederland aanspraak konden maken: het kreeg liefst 2 miljard aan NOW-steun (een gift) en voor 1,5 miljard euro aan uitstel van loonbelasting (die het moet terugbetalen).

EY stelt dat de steun weliswaar doeltreffend is geweest, want KLM is niet failliet gegaan. Maar: „Het doel om KLM financieel sterker uit de crisis te laten komen is niet gehaald.” EY wijst op de hoge inflatie, uitdagingen in de toeleveringsketen en gebrek aan personeel.

De luchtvaartmaatschappij kondigde dit najaar aanzienlijke kostenbesparingen aan. In Brussel loopt overigens nog steeds een juridische procedure over de staatssteun aan KLM en moederconcern Air France-KLM. Het Gerecht, de een-na-hoogste juridische instantie van de EU, vindt dat de steun aan de maatschappijen onrechtmatig was.

De Europese Commissie had die niet mogen goedkeuren, want zij had onvoldoende onderbouwd dat de Nederlandse steun alleen naar KLM zou gaan en niet naar het moederbedrijf. De Commissie antwoordde in juli 2024 dat zij de steun wel rechtmatig vond. Nu is het Gerecht weer aan zet.

.