Midden in de herfst ondergedompeld in het kerstgevoel

Veel mensen komen voor het kerstgevoel naar de kerstshow bij de Intratuin in Duiven. „Maar als ik iets leuks zie, neem ik het mee.”

featured-image

De mensen op de parkeerplaats voor de Intratuin in Duiven hadden evengoed voor een attractie in de Efteling kunnen staan. Van hun gezichten is dezelfde verwachting af te lezen, hun blik is gefixeerd op de automatische schuifdeuren van het enorme complex. De deuren zijn nog dicht.

Het is 08.45 uur. Nog een kwartier, dan gaat de winkel pas open.



Er schalt een dromerig muziekje over de parkeerplaats. Dezelfde paar maten muziek worden op eftelingeske wijze herhaald en herhaald tot de melodie in het brein staat gegrift. De om en nabij twintig wachtende mensen hebben ruim voordat het tuincentrum om 09.

00 uur opengaat hun auto’s in de vakken geparkeerd, kinderwagens uitgeklapt en tassen uit de auto gehaald. Sommigen rijden in een scootmobiel de parkeerplaats over. Anderen helpen opa en oma uit de auto.

Nog tien minuten en dan mogen ze naar binnen. De mensen die hier nu staan zijn bewust te vroeg. Over een uur is het al te druk om hier je auto te parkeren, dat weet iedereen.

Ook al is het een doordeweekse dag, begin oktober. De felle zon schijnt op de parkeerplaats, maar binnen wacht de sneeuw. En de grootste en bekendste kerstshow van Nederland.

De Intratuin in Duiven heeft meer dan dertig jaar een kerstshow, die bescheiden begon en uitgroeide naar zestienduizend vierkante meter aan kerstbomen, ornamenten, ballen, verlichting en andere decoratie. En dat allemaal verpakt in een verhaal, met een thema. (Dit jaar: ‘Een reis vol verwondering’.

) Decor, aangeklede paspoppen, licht en muziek moeten de bezoeker het idee geven niet in een winkel te zijn, maar in een attractie. Vanaf augustus beginnen Intratuin-medewerkers al met het ombouwen van de winkel, zodat de show begin oktober kan openen. En vanaf dat moment is het meteen waanzinnig druk.

Ieder jaar zijn er berichten van verkeersopstoppingen op het bedrijventerrein rond het tuincentrum en in de weekends ontstaan ook in de winkel meterslange rijen. Maar het publiek blijft komen. De Intratuin krijgt van oktober tot het einde van de show in januari zo’n 1,4 miljoen bezoekers uit Nederland, België en Duitsland te verwerken, wat circa 10 miljoen euro omzet oplevert.

Wat brengt al deze mensen hier? Milou Basten (30) uit het Gelderse Gendt gaat op een siersteen vlak voor de ingang zitten, haar zoontje staart naar de ingang en haar dochtertje ligt in de kinderwagen. Nog vijf minuten tot de deuren opengaan. Gisteravond in bed moest ze al aan dit bezoek denken.

„Vol verwachting klopt mijn hart”, zegt ze. Dit is het veertiende jaar op een rij dat Basten de kerstshow bezoekt. Haar ouders, die hun auto nog aan het parkeren zijn, namen haar als tiener al mee.

Ieder jaar verwondert Basten zich over de zorg en aandacht die er aan het decor is besteed. Ze heeft, zegt ze, helemaal niet het idee dat ze in een winkel is. En toch komt ze nooit met lege handen naar buiten, een buit van 100 euro aan spullen is niet ongewoon.

Haar moeder heeft een miniatuurkerstdorp in huis en de kwaliteitsminiaturen zijn niet goedkoop. „Ik ben dankbaar voor de liefde die ze mij heeft gegeven, dat voel ik nog sterker tijdens Kerst”, zegt Basten. „En dan denk ik: ach, ik koop een huisje voor haar.

Dan is zij ook weer blij.” Dan roept haar zoontje en wijst. De deuren gaan open.

Eenmaal de elektrische schuifdeuren gepasseerd, moeten de bezoekers met hun karretjes aan de hand eerst nog door de aankomsthal en drie elektrische toegangspoortjes achter elkaar – „er werd heel veel gejat”, zegt een jonge beveiliger bij de ingang. Langzaam wordt het steeds meer Kerst. Een grote hal op de begane grond, normaal bestemd voor de vaste planten, is nu tot de nok gevuld met kunstkerstbomen.

Van kleintjes voor een tientje tot drie meter hoge bomen voor zo’n 900 euro. Daarna: alle soorten kerstboomverlichting die je je voor kunt stellen. De eerste echte publiekstrekker volgt: een hal van 2.

000 vierkante meter met overal miniatuurdorpjes in een over-de-top-wintersfeer. Stenen dienen als bergen, compleet met sneeuw en mini-bomen. Er zijn rijdende treintjes, een kleine kermis met snoepkramen en mini-reuzenrad, en een mini-skiresort.

Bij een mini-Efteling blèrt Carnaval Festival-muziek uit speakers in een hoek. En alles is te koop. „Kijk”, kirt Yvonne (64) uit Angeren tegen haar kleinkind in een buggy.

„Op die trein staan kerstboompjes!”. Haar kleinkind is de reden dat ze hier is zegt ze, niet de koopdrang. „De verwondering bij kinderen is zo mooi.

” Ze gaan ook weleens naar de Efteling, maar dat kost geld, en de Intratuin is gratis. Hier kun je ‘even’ een uurtje heen. Hans Vermaak (69) en Edith de Groot (54) hebben ook geen kar bij zich.

Ze bestuderen dozen met huisjes op wandplanken. Noem hun komst een inspiratiebezoekje. „We kijken wat we dit jaar gaan doen om de sfeer in huis te verhogen”, zegt Vermaak.

De Groot heeft de laatste jaren steeds meer last van een winterdip. Kerstspullen in huis halen helpt. „Lichtjes”, zegt ze.

„In plaats van de zon.” Als de bezoekers desgevraagd hun gevoel bij Kerst moeten benoemen, noemt iedereen warmte, familie en geluk. Het bezoek aan de kerstshow is vals spelen, een manier om dat geluk nu al op te kunnen roepen.

Veel mensen komen al jaren. Het gevoel dat ze krijgen als ze rondlopen in de winkel, zeggen ze, is de reden om te komen – niet de spullen. Maar de spullen maken uiteindelijk wel dat gevoel.

Jordy Moris (28), die vier uur met zijn vriend in de auto zat vanuit België, koopt elk jaar een nieuwe set kerstballen voor hun boom. Jolande Zijderveld (59) gaat normaal vier of vijf keer inkopen doen, en heeft halverwege de route haar kar al vol. „Ik kom hier niet met het idee om 500 euro uit te geven”, zegt Lisette van der Blij (57).

„Maar als ik iets leuks zie, neem ik het mee.” Van der Blij maakt sinds twee jaar deel uit van het team van vijftig extra krachten dat de Intratuin vanaf augustus tot en met januari voor de show inhuurt. Vandaag is ze hier om te winkelen.

Kerst gaat in principe niet om de tierelantijnen, beaamt haar dochter Annabel van der Blij (25). Maar ze zijn wel onderdeel van de voorpret. „Van mijn moeder horen we als ze gaat werken wat ze voorbij ziet komen.

” Opvallende uitzondering is Willie van Puurveen (57), op vriendinnenuitje naar de show. „Ergens is het belachelijk dat we half oktober al naar een kerstmarkt gaan”, zegt ze. „Moet je zien wat hier gekocht wordt, ik vind het een beetje gênant.

Alles wat hier ligt, is luxe. We hebben het niet nodig.” Uiteindelijk koopt Van Puurveen een kerststukje en een lichtbol, samen 34 euro.

Opvallend veel mensen in de winkel zijn slecht ter been. „Voor mensen in verpleeghuizen is dit een mooi gratis uitje”, zegt medewerker Marjolein van den Berg (46), bij een van de weinig overgebleven afdelingen met gewone tuinartikelen. „De kersthel”, noemt ze de show ook wel.

„Omdat het gewoon heel druk is en mensen wat onbeschofter worden, wat ik snap. Ik zie ook mensen waarvan ik denk: is het wel slim voor jou om zoveel uit te geven?” In Winter. Five windows on the season , beschrijft de Canadese essayist Adam Gopnik de geboorte van het moderne Kerstfeest, het „oogstfeest van de commercialisering”.

Onze huidige kersttradities zijn sterk beïnvloed door de victoriaanse Kerst (de Charles Dickens-Kerst) maar eind negentiende eeuw ontstond de Kerst „van de warenhuizen en de winkelstraten” die we nu nog beleven, schrijft Gopnik. Rond 1870 groeide de welvaart en kwam een nieuwe, stedelijke middenklasse op. Warenhuizen ontdekten dat Kerst business kon zijn en decoreerden hun etalages met extravagante kersttaferelen, kerstcadeaus geven werd een moetje.

In Engeland en Noord-Amerika dan. In Nederland stond er elk jaar tot 5 december een ander feest in de weg: Sinterklaas. Wie tot in de jaren tachtig van de 21ste eeuw in Nederland een kerstbal wilde kopen, moest naar de Bijenkorf of Blokker.

Nederlanders wilden vóór Sinterklaas geen kerstballen zien. En dus sprongen tuincentra, die toch geen sinterklaascadeaus verkochten, in dat gat. Gerard Nijsink (64), manager van de Intratuin Duiven, lepelt de herinneringen aan die tijd moeiteloos op.

In de jaren 80 was hij manager van het plantencentrum Duiven, voordat het een Intratuin werd. Met grote passen beent hij een enorm magazijn door. Een sluiproute, de officiële winkelroute is meer dan een kilometer lang.

In de jaren tachtig verkoopt het tuincentrum al kerstbomen, en slaat Nijsink voor het eerst voor duizend gulden aan kerstballen in. „Een paar jaar later komen er kunstbomen bij, die er overigens niet uitzagen dus dat was wel spannend.” Al snel bedenkt Nijsink dat „een verhaal” weleens zou kunnen helpen met de handel.

„Een rode kerstbal kan je overal kopen, maar de beleving...

”, zegt de manager. Inmiddels zit Kerst „in het dna van de winkel”, zegt Nijsink. Ook sollicitanten voor de barbecue-afdeling wordt gevraagd of ze ‘iets’ met Kerst hebben.

Nij-sink: „Sommige mensen die we in augustus inhuren, komen van ver. Werken bij de kerstshow staat op hun bucketlist.” In de buurt van de roltrap naar de eerste verdieping zwelt de muziek aan: dit is de apotheose van de kerstshow.

Aan beide kanten van de roltrap is een Harry Potter-achtig stationstafereel te zien. Overal zijn sneeuwuilen. „Vorig jaar verkochten de uilen heel snel uit”, zegt manager Nijsink.

Toen hij op een inkoopbeurs zwevende kaarsen zag, was het idee voor het magische station-thema geboren. Boven aan de roltrap staan meterslange wanden vol ornamenten in elke vorm denkbaar: van kaassoufflés tot dildo’s, glazen wijn, hockeysticks en hoge hakken in tijgerprint. Na een uur wandelen in de winkel heeft de bezoeker nog geen kerstbal gezien.

Een beetje weggestopt in een hoek staat een eenzame kerstman-pop, die mechanisch met z’n heupen draait en ouderwetse kerstnummers uitbraakt. Ooh what fun it is to ride..

. Ho, ho, ho! „Kijk eens Kit”, zegt Stefan Vanokas (55) tegen zijn vrouw Kitty terwijl hij het kaartje aan de pop pakt. „Tweehonderd euro.

” Ze overwegen de pop te kopen. Al zo’n vijftien jaar gaat het stel kerstshows af en geven ze met cadeaus erbij iedere kerst zo’n 2.000 euro uit.

„Oubollige kerstspullen, dat vinden we leuk”, zegt Stefan. „Rood en groen en goud. Kerstklokjes.

Het moet nu allemaal zo modern...

” Nijsink passeert dezelfde zingende kerstman fronsend. „Er zijn tuincentra die een setje bewegende pinguïns hebben staan, en een ijsbeer. „Maar die moet je dan elk jaar neerzetten, anders is de investering te groot.

” Hij gebaart naar de kerstman. „Dit heb ik liever niet.” De kerstman past niet in de zorgvuldig uitgekozen beleving.

En die beleving begint steeds vroeger in het jaar. „Eerder hadden we vanaf september of oktober de ruimte om te gaan bouwen, en opende de show in november.” Maar jaarrond een kerstshow: dat nooit, zegt Nijsink.

De klant moet ergens naartoe leven. „Anders is de magie weg.”.