Met klimaatverandering komen de klimaatopschuivers: dieren die naar het noorden verhuizen voor wat koelte Vlak voor de jaarwisseling maakte het KNMI bekend dat 2024 net als 2023 tot de warmste jaren behoren sinds men de temperatuur was gaan bijhouden. De bekende blauw-rode streepjescode die dat inzichtelijk maakt telt nu twee donkerrode streepjes aan de uiterste rechterzijde. Als het nog erger wordt, zal het KNMI zwarte streepjes moeten toepassen , want donkerder rood is er niet.
Uiteraard heeft deze ontwikkeling ook gevolgen voor de natuur. Soorten die het van oudsher in ons land te koud vonden, komen hier tegenwoordig steeds vaker voor. Het is een verschijnsel dat al een tijdje aan de gang is.
Zo groeien er vijgenbomen in onze binnensteden (het stedelijk warmte-eiland helpt natuurlijk ook een handje mee), vliegen er overal knalgroene parkieten die een tropisch sfeertje suggereren en zijn de uit mediterrane streken afkomstige wespspin en de zuidelijke boomsprinkhaan inmiddels ingeburgerde soorten geworden – en zo kan ik nog wel even doorgaan. Langzamerhand verschuiven steeds meer soorten hun verspreidingsgebied in noordelijke richting. Ze worden wel zuidelijke opschuivers of klimaatopschuivers genoemd.
Duikers hebben een nieuwe opschuiver ontdekt in een scheepswrak dat 30 mijl ten westen van IJmuiden op 28 meter diepte in de Noordzee ligt. Het is een klein visje, een grondeltje. Gobius gasteveni is de wetenschappelijke naam voor dit bodembewonende visje, dat maximaal 12 centimeter lang kan worden.
De soort hoort thuis in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan, tussen Madeira en de Canarische eilanden en het westen van het Engels Kanaal. Daar leven ze op dieptes tussen 35 en meer dan 250 meter. De Noordzee was dus een beetje te noordelijk en ook wat aan de ondiepe kant en wellicht ook te zanderig.
Grondels leven bij voorkeur op een harde ondergrond. Bij veel soorten zijn de buikvinnen vergroeid en vormen dan een soort zuignap waarmee ze zich aan het substraat kunnen vasthechten. Grondels komen over de hele wereld voor.
In totaal leven een dertigtal soorten ook in onze wateren; dikwijls zijn dat exoten of, zoals de zojuist ontdekte soort, opschuivers. Dat het diertje bij een scheepswrak is aangetroffen is geen toeval. Scheepswrakken zijn rotsen in de verder grotendeels zanderige Noordzee.
Dat geldt overigens ook voor windturbines, boorplatforms, betonnen golfbrekers en andere door de mens gemaakte structuren. Er kunnen soorten leven die zich elders niet kunnen handhaven, waaronder kleine porseleinkrabbetjes die weer als voedsel dienen voor de grondels. Een Nederlandse naam is er nog niet voor deze voor ons land nieuwe vissensoort.
In de wetenschappelijke soortnaam, gasteveni, vinden we de initialen en achternaam terug van de de Engelse ichthyoloog (vissendeskundige) G.A. Steven (1901-1958).
De Engelse volksnaam luidt Steven’s goby , dat zou dan in vertaling wellicht de naam ‘Stevens grondel’ kunnen opleveren maar niemand in ons land weet wie deze Steven is, dus dat is geen aansprekende naam. Op de website naturetoday wordt daarom de naam roodstreepgrondel voorgesteld, vanwege de inderdaad rode strepen op het kleine vissenlijfje. Behalve de mariene natuur wordt zo ook onze taal verrijkt: het zinnetje ‘de roodstreepgrondel is een klimaatopschuiver’ had ik een paar jaar geleden niet uit mijn pen gekregen.
Een regering in Nederland met minder klimaatambitie, een mislukte top in Bakoe en in de VS straks een klimaatontkenner aan de macht. Waarom zwakt klimaatactie af in 2024, terwijl de temperaturen wederom records verbreken ? Hoe de otter, ondanks alles, de Zuid-Hollandse kust bereikte Als ik die rode ibis was, zou ik het in de Biesbosch nu al te koud vinden Goed nieuws: de jonge visarend BW04 vloog van de Biesbosch helemaal naar Gambia.
Bovenkant