Op de Filipijnen eet je geen kip met kerst. Dit jaar maakt Bing (55) een uitzondering. Bij de gedachte aan het gerecht ‘kip adobo’, met groenten en azijn, is ze weer even terug in haar geboorteland.
Bij haar oma in de keuken met de kip die ze net zelf hebben gevangen en geslacht. Het is een gerecht voor iedereen, rijk en arm. Mensen met en zonder koelkast.
Op de Filipijnen wordt azijn gebruikt om eten langer houdbaar te houden. Het staat niet zomaar elke avond op tafel. „Alleen op speciale momenten, met speciale gasten.
Zoals nu.” Alles ademt Kerst in de versierde keuken van het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt (ROS). Daar verblijven mensen zonder verblijfsvergunning.
Drie weken geleden stonden ze nog voor de rechter omdat hun ‘bed-bad-brood’, een opvang voor kwetsbare ongedocumenteerden, zou sluiten. Minister Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) wilde die niet langer financieren. Afgelopen week werd de minister door de rechter teruggefloten: de opvang blijft voorlopig open .
Ze zijn opgelucht en vrolijk. Ze voelen zich veel meer dan alleen ‘ongedocumenteerd’, zeggen ze. Vandaag zijn ze vooral kok.
Samen hebben ze een kookboek samengesteld van hun meest speciale gerechten. Daarin leggen ze uit hoe je hun lievelingsgerecht kunt maken. Geïnteresseerde Rotterdammers kunnen komen proeven en een gesigneerd exemplaar aanschaffen.
Bing, met een felblauwe trui, paarse bril en een schaterende lach, heeft haar recept al minstens honderd keer gemaakt. „Kip, knoflook, ui en laurierbladeren en nog wat ingrediënten in een pan, aanbakken, water en azijn erbij, even koken en klaar. Twintig minuten maar!” Welkome tips, vindt een bezoeker.
„En hopelijk verdienen de koks hier ook nog wat aan.” Bing zou graag haar eigen geld verdienen. Maar zonder documenten mag je officieel niet werken in Nederland.
Tegelijkertijd kost alles geld, dus werken moet toch. Er leven naar schatting zo’n twintig- tot zestigduizend ongedocumenteerden in Nederland waarvan veruit de meesten zich redden. Ze werken zwart, vaak in de schoonmaak, in kassen of slachthuizen.
Ongedocumenteerden komen pas in de problemen als ze niet meer kunnen werken, omdat ze ziek zijn of te oud, of om een andere reden kwetsbaar. Deze groep wordt opgevangen in Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen (LVV’s), een opvang die bekend is komen te staan als ‘bed-bad-brood’. Zonder deze opvang zouden ze op straat staan.
Advocaat Pim Fischer , die namens meer dan driehonderd ongedocumenteerden in vijf steden rechtszaken aanspande , stapte na de uitspraak van de voorzieningenrechter in Rotterdam in de trein om de bewoners van het ROS persoonlijk te vertellen dat de opvang voorlopig open blijft. „Een mooier kerstcadeau hadden we niet kunnen krijgen”, zegt Maarten Goezinnen, coördinator van het ROS, met een dienblad met kerststol in zijn hand. „We zijn er wel moe van.
” „Moe? Dan moet je Sancocho eten, dat is heel gezond!” zegt Penguina, de bijnaam voor een kleine, kalme vrouw van 45, met een wollen trui in alle kleuren van de regenboog. Bij de gedachte aan de Colombiaanse soep met kip en mais, is ze opeens een meisje van twaalf die met haar familie in Cali, Colombia staat te dansen. Sancocho maakten ze altijd met elkaar.
Buiten op open vuur aan de rivier. „Dan was het feest.” Het duurt minstens drie uur om het gerecht te maken en dat is nou juist de bedoeling.
„In Nederland moet alles snel snel snel, maar voor Sancocho moet je de tijd nemen.” Penguina vond bij het ROS twee Colombiaanse vriendinnen om de soep mee te maken. Samen stonden ze uren dansend en zingend in de keuken, met Colombiaanse muziek.
Terugdenken aan haar jeugd is voor Penguina dubbel. Ze heeft fijne herinneringen aan de Colombiaanse cultuur, die ze zo mist dat ze het moeilijk vindt om erover te vertellen. „Maar het was geen makkelijk leven.
Daarom ben ik hier.” Die worsteling herkent Bing. Soms zou ze de Filipijnen hierheen willen halen, al is ze blij met haar leven hier.
Zo bezien is de keuken van het ROS niet alleen een keuken in een woonwijk in Rotterdam. Het is voor de bewoners een poort naar de Filipijnen, Colombia, Bangladesh, Somalië of Marokko. In Marokko ruikt het altijd naar Tajine, vertelt Hassan.
Hij straalt. „Oh, dat is echt heerlijk.” De man van 61 met een grote hoed op zijn hoofd en een nette jas aan, zou het Marokkaanse gerecht het liefst aan iedereen laten proeven.
„Vis, citroen, tomaat. En kruiden. Heel veel kruiden.
” Hij maakt het niet alleen met Kerst voor de bewoners van het ROS, maar morgen ook voor 160 mensen in de moskee. Eigenlijk viert hij zelf geen Kerst, maar hij heeft iets te vieren. Waarschijnlijk krijgt hij in februari een verblijfsvergunning, hoorde hij vandaag.
De reden stemt niet vrolijk. Hij is ernstig ziek. Hij krijgt nierdialyse.
Maar toch, een verblijfsvergunning zou heerlijk zijn. Bing en Penguina kijken vooruit. Zij maken plannen voor de toekomst, ook zonder papieren.
Ze doen vrijwilligerswerk, gaan naar de kerk, maken vrienden en hebben dromen. Ze kennen zat mensen die wel een verblijfsvergunning kregen, maar volgens hen veel minder uit het leven halen dan zij. Penguina: „Het wel of niet hebben van een verblijfsvergunning zegt niets over wie je bent.
” Ook Hassan zit ondanks zijn ziekte niet stil. Als hij die felbegeerde verblijfsvergunning krijgt, opent hij een Marokkaans restaurant. Hij weet al precies in welke Rotterdamse wijk.
„Dan kan ik voor iedereen Tajine maken.”.
Bovenkant
Met hun lievelingsgerechten vieren ongedocumenteerden kerst – en dat hun opvang open blijft
De opvang voor ongedocumenteerden in Rotterdam blijft voorlopig open, besliste de rechter afgelopen week. De bewoners kookten hun lievelingsgerechten om het te vieren.